[ad_1]
Annemarie en Bob Jansen zouden het liefst vanuit Drenthe naar het westen verhuizen om in de buurt van hun twee dochters te wonen. Ze zouden iets voor elkaar kunnen betekenen, denkt Annemarie. Maar, zegt ze, terwijl ze aan de eettafel met uitzicht op haar groene tuin taart met slagroom en thee serveert, ‘zit het er niet in’. De twee leven van de AOW met een kleine toeslag en kunnen het zich niet veroorloven om een huis in het westen te kopen. “We wonen hier nu prima en dat is natuurlijk al heel fijn. Maar we zitten hier ook vast.”
‘Hier’ is een vakantiehuis in het bos buiten het Drentse dorp Hooghalen, op een goede twee uur rijden van hun twee kinderen in Heemstede en Purmerend. Ze woonden in Assen, in het huis waar ze beneden een bloemenwinkel runden. Ze kochten het vakantiehuis als uitbreiding op dat huis in de hoofdstad van Drenthe. De zaak en het huis werden verkocht voordat ze met pensioen gingen en sindsdien wonen ze in hun vakantiehuis. Bob herhaalt: “We hebben het hier heel erg naar ons zin, niks te klagen, zolang we gezond blijven, is er niks aan de hand.”
‘De kansen liggen niet voor het grijpen’
Maar wat als er met een van hen iets gebeurt? Het vakantiehuisje staat in een bos, ver van alle voorzieningen. Ze willen er liever niet aan denken dat er iets misgaat, zeggen ze. Bovendien zijn ze allebei nog fit, kunnen ze nog naar hun dochters en kleinkinderen rijden. “We hebben elkaar natuurlijk nog, dus als er eentje een been breekt…”, zegt Annemarie. Bob: “Of als een van ons de weg kwijtraakt, dement wordt, dan kan de ander het inhalen.”
Toch: de recente oproep van toenmalig minister Conny Helder (Ouderenbeleid) om mensen aan te sporen goed na te denken over hoe hun oude dag eruit zal zien, irriteerde hen. Zozeer zelfs dat Annemarie een briefje schreef aan de opinieredactie van Trouw schreef.
Ze verwoordde het zo: ‘Voor senioren met een goed pensioen lijkt het mij makkelijker om een zonnige toekomst tegemoet te zien, maar voor mensen met alleen AOW en wat spaargeld liggen de mogelijkheden niet voor het oprapen… Als stel zijn we zelfstandige mensen en willen we niet afhankelijk zijn van de kinderen, die ook veel te ver weg wonen. Ik zou nu graag verhuizen naar een woning die geschikt is om levenslang te wonen, omdat we nog gezond zijn, maar ik zie geen mogelijkheden.’
Annemarie en Bob leven van hun AOW en een kleine aanvullende pensioenvoorziening. Ook hebben ze wat spaargeld van de verkoop van hun vorige huis. De verkoop van het vakantiehuis levert hen ook geld op. Annemarie: “Maar dat zijn geen tonnen, niet genoeg om een seniorenflat in het westen te kopen, bij onze dochters in de buurt. En we kunnen geen nieuwe hypotheek krijgen vanwege onze leeftijd.”
Knarrenhofjes werden uiteindelijk koopwoningen
De minister gaf aan dat de oude door de overheid gefinancierde bejaardentehuizen niet meer terugkomen. Ze zijn te duur en er is geen personeel voor. Mensen moeten dus zo vroeg mogelijk gaan nadenken over hun oude dag. De overheid is onlangs een bewustwordingscampagne hierover gestart.
Bewustwording is altijd goed, reageert Annemarie. “Maar we zijn er ook al heel lang heel bewust mee bezig, dat is mijn punt. En zonder resultaat.”
Zelf hebben ze ook niet stilgezeten, vertellen ze. De twee verhuisden 25 jaar geleden van Purmerend naar Assen, omdat ze daar een bloemenzaak wilden beginnen. Toen de pensioengerechtigde leeftijd naderde, dachten ze al ruim tien jaar na over wat ze daarna wilden doen, in de volgende levensfase. Annemarie: “Dat moest wel, want ons huis zat vast aan de winkel en we wilden het hele zaakje verkopen.”
Ze gingen zich actief bezighouden met de bouw van een woontoren in Amsterdam, voor senioren, die ook gemeenschappelijke ruimtes zou krijgen. Maar helaas was dat project al klaar voordat hun pand in Assen verkocht was. Bob: “De woningmarkt in Assen zat toen in een dip, dat verliep niet soepel.”
Ze schreven zich ook in voor het initiatief Knarrenhofjes, kleine woongemeenschappen voor mensen met een klein budget, waar je sociale huurwoningen kon krijgen. Ze wilden meedoen aan zo’n hofje in Assen, maar dat kwam uiteindelijk niet van de grond. Elders in het land werden veel van die hofjes koopwoningen, te duur voor hen, zeggen ze.
‘Dan ben je zo eenzaam in een huurappartement’
Tot slot werkten Annemarie en Bob mee aan het opzetten van een woongroep in Zutphen, een groter bouwproject. Het concept sprak hen aan, ook al was het niet in de buurt van de kinderen, maar ook dat werd na jaren onderhandelen niet gerealiseerd.
Zes jaar geleden zijn de bloemenzaak en het huis definitief van eigenaar gewisseld. De twee verhuisden toen naar hun vakantiehuis in Hooghalen, maar dat is eigenlijk niet bedoeld voor permanente bewoning. Bob: “We dachten: daar parkeren we een jaar. Want formeel mag het hier niet. Maar we hebben nog steeds niets anders gevonden, dus voorlopig blijven we hier. We genieten hier ook nog steeds van de omgeving.”
Ze staan ingeschreven voor een sociale huurwoning in Assen en als het nodig is, kunnen ze ergens terecht, denkt Annemarie. “Dakloos worden we zeker niet. We staan hoog op de wachtlijst, maar dan moeten we ergens in Assen opnieuw beginnen, daar zien we wel tegenop. En als een van ons zou afhaken, dan zit je eenzaam in een huurwoning, met de kinderen ver weg.”
Haar dochters houden in de gaten of er een mogelijkheid is om naar het Westen te verhuizen, zegt ze. “Ze zouden het ook leuk vinden als we daar komen wonen. Want we kunnen nog veel voor ze betekenen. We kunnen er voor elkaar zijn, want schrijf ons niet af, we kunnen nog veel. Maar dan moet je wel eerst de loterij winnen, zegt mijn dochter.”
‘Wat zal er met mensen zoals wij gebeuren?’
Annemarie: “Ik vraag me ook af: waarom zijn die bejaardentehuizen gewoon gesloten? Is er niet een moderne variant denkbaar, iets met een ruimere kamer dan mijn oma vroeger had, met de mogelijkheid om bijvoorbeeld samen te eten, en dan voor mensen met bijna alleen AOW?”
Bob: “En beneden is er een muziekhal of zoiets, waar vaak wel iets te doen is.”
Annemarie: “Oké, er is geen personeel beschikbaar, vanwege de vergrijzing. Dat snap ik. Maar wat moet er gebeuren met mensen zoals wij, als we niet meer zelfstandig kunnen wonen? Daar zouden de overheid en gemeenten meer voor moeten bedenken dan ik nu kan vinden.” Bob: “Ik heb het idee dat de overheid weinig doet aan nieuwe initiatieven. Ja, er zijn tegenwoordig apps voor woongroepen, maar je moet digitaal behoorlijk vaardig zijn om daarin je weg te vinden. Dat is niet iedereen.”
Annemarie: “Je kunt natuurlijk zelf ook wat doen, de overheid hoeft niet alles te regelen, daar ben ik ook niet zo’n voorstander van. Gezond oud worden, zodat je op je 65e geen hulp nodig hebt, dat is bijvoorbeeld belangrijk. We eten ook gezond, we blijven vrolijk.” Bob: “Ja, als je gaat zeuren van, nou, het is niks, dan wordt het niks. We zijn actief, ik doe vrijwilligerswerk als boswachter en in de vogelwerkgroep hier in de buurt.”
Annemarie: “Ik ben lid van de soefibeweging, een spirituele groep die eens in de twee weken bijeenkomt. En ik doe elke ochtend tai chi-oefeningen.”
Bob en Annemarie blijven lachen, zeggen ze, ook al is de woonoplossing er nog niet. Bob: “Maar we zijn nu te oud voor nieuwe particuliere woongroepen, die gericht zijn op mensen die minimaal tien jaar jonger zijn.” Annemarie: “De minister roept: denk aan je toekomst. Maar dat hebben we gedaan. Het bood gewoon geen oplossing. Dan vraag ik haar: wat hadden we anders kunnen doen?”
Als je ouder wordt
Hoe wil je oud worden? De overheid vraagt mensen om deze vraag serieus te overwegen in een publieke campagne. In deze serie vertellen mensen die deze keuze al hebben gemaakt hun persoonlijke verhalen.
Lees ook: Marja van der Tas (65) heeft afspraken gemaakt met haar kinderen: zij gaan straks voor haar zorgen
Marja van der Tas heeft al met haar kinderen besproken hoe ze later verzorgd wil worden. ‘De overheid roept terecht op tot dit gesprek.’
[ad_2]