[ad_1]
Het was niet helemaal vanzelfsprekend waarmee Koen Metsemakers, Lennart van Lierop, Tone Wieten en Finn Florijn woensdag naar de gouden medailles keken die om hun nek hingen. De mannen dubbelvier wonnen een verwachte gouden medaille en waren de eerste Nederlandse boot ooit die de olympische titel prolongeerde.
Het was een unieke prestatie op de Olympische roeibaan, zo’n veertig kilometer ten oosten van Parijs. En toch voelde het vooraf als een zekerheid. Want als er één Nederlandse boot de aanpak van bondscoach Eelco Meenhorst belichaamt, dan is het wel de dubbelvier. In zijn visie moet succes haalbaar zijn en dat gebeurt vooral in de dubbelvier voor mannen, waar Wieten en Metsemakers de ervaren basis vormen.
Ze zijn inmiddels tweevoudig Olympisch kampioen, misschien wel de meest onbekende van Nederland. Ze hebben zichzelf de afgelopen jaren tot het uiterste gedreven van wat roeiers konden, allemaal in de jacht op Olympisch goud.
De fietstocht naar de Olympische Spelen is een levenswerk, zoals Laila Youssifou het kort daarna aan dezelfde oever zou zeggen, lid van de vrouwendubbelvier die vlak na de mannenrace naar zilver zeilde, twee slagen van goud. Dat gold voor de vrouwenboot, maar zeker ook voor de mannendubbelvier, de ongekend succesvolle boot in het Nederlandse roeiteam.
De Nooitgenoeg Hongerige Rups
Want wie Metsemakers en Wieten daarna hoorde praten, begreep de drive en de wil om te verbeteren. De fysiek grote roeiers zijn qua uiterlijk duidelijk winnaars, die zich tijdens het traject richting Parijs bewust hadden moeten zijn om ‘positiever’ te coachen. Bespreek het teamproces in alle eerlijkheid, benoem de fouten niet meer direct.
Dat was zo hard geweest richting Tokio. Toen was er al de ongekende drang om succes te behalen. “Ze zochten alle grenzen op en gingen er geregeld overheen”, zoals Wieten het destijds omschreef. De boot was de nooit-voldane rups, toen met Abe Wiersma en Dirk Uittenbogaard.
In Parijs was die ‘nooit-tevreden-rups’ enigszins veranderd. De succesvolle boot kan en moet ook beter, was de gedachte. En dus was niemand zeker van een plek. Metsemakers en Tonen zaten altijd aan de goede kant van de selectie en committeerden zich in de nadagen van hun roeicarrière aan een nieuwe olympische cyclus. Wiersma werd gepasseerd, iets waar hij erg boos over was – hij reageerde op Instagram tegen het feit dat hij ‘de slechtste roeier’ zou zijn. Uittenbogaard stopte in 2022 om te voorkomen dat hij ‘opbrandde’.
Verdere selectie leverde nieuwe namen op
De verdere selectie leverde twee nieuwe namen op. Lennart van Lierop, eerder succesvol in de skiff (de eenmansboot), werd toegevoegd, evenals Finn Florijn, telg uit de succesvolle roeifamilie Florijn. Eind vorig jaar werden ze meteen wereldkampioen. Metsemakers: “We hadden een heel sterk fundament waar we vertrouwen in hadden.”
Ook kreeg het viertal ‘andere energie’ van de twee nieuwe roeiers, aldus Metsemakers met de gouden medaille om hun nek. Op een ‘positief-kritische manier’ pushten ze ‘voor beter, voor beter, voor meer’. Volgens Van Lierop was er nooit sprake van ‘een benauwde sfeer’. Tonen: “Ik ben er heel bewust mee bezig geweest om te kijken of we scherp op elkaar kunnen zijn, kritisch kunnen blijven, maar wel met een positieve noot. Gewoon de goede dingen benoemen, maar kritisch blijven op wat beter kan.”
Niemand kwam in de buurt
Dat proces, steeds beter samen, leidde vorig jaar tot een wereldtitel en tot de favorietenrol in Parijs. En op het parcours van Vaires-sur-Marne werd al snel duidelijk dat geen enkele boot in de buurt van de Nederlanders kon komen. Met een ruime voorsprong kwamen ze de finishzone binnen, omringd door grote tribunes voor Italië en Polen, waarna het genieten kon beginnen. Daar werd al het werk beloond. Ook voor Metsemakers, die om ‘persoonlijke redenen’ een k-week had gehad, zonder daar verder op in te gaan.
En dus was er tevredenheid, ook bij bondscoach Meenhorst, die vanwege de spanning niet tussen het volk wilde kijken, maar een rustig plekje onder de tribune bij een televisiescherm had opgezocht. Niet alleen vanwege het goud, maar ook vanwege het zilver van de vrouwen. Een prachtige eerste finaledag, zei hij lachend.
Voor de mannen was goud bijna een gegeven, juist omdat het olympische proces goed werd uitgevoerd. Succes was haalbaar, precies zoals Meenhorst het wil. De vrouwen waren al snel dichter bij goud dan ooit. Goud en zilver waren bovendien de eerste twee medailles voor het Nederlandse team in Parijs.
Het was een onderwerp dat al eens gekscherend werd besproken binnen het team, dat in een hotel op twintig minuten van de Olympische roeibaan verblijft en dus het Olympisch dorp niet meemaakt. Lukt het hen niet, dan moeten wij het maar doen, was de boodschap aan de ontbijttafel. Wieten, ooit de medaille dragend: “Het is geweldig om dit als eerste voor het Nederlands team te doen. Ik hoop dat dit de rest motiveert.”
Lees ook:
Roeitrainer Eelco Meenhorst: ‘Ook als je heel ver gaat, kun je een veilige sportomgeving creëren’
Roeitrainer Eelco Meenhorst heeft een heel duidelijke visie en boekt daarmee internationale successen. ‘Het enige dat telt is jouw snelheid en de bootsnelheid. Niemand hoeft hier te zijn. Het is een vrije keuze.’
[ad_2]