[ad_1]
Er was eens een voetbalclub aan de Rijn. Er was altijd onrust. Clubeigenaren kwamen, clubeigenaren gingen. Het waren Georgiërs en Russen en uiteindelijk een Amerikaanse voetbalvreemdeling genaamd Parry.
Ze vlogen allemaal met gebalde vuisten als zwart-gele supermannen naar Arnhem om Vitesse van het faillissement te redden, miljoenen te investeren en er een topclub van te maken. Maar ze vlogen na een tijdje allemaal weer weg met die miljoenen, om Vitesse weer failliet te laten gaan.
De KNVB dreigde steeds met het intrekken van de proflicentie, zoals deze zomer. Clubs met diepe schulden mogen geen profvoetbal spelen. Omdat ze eindeloos in het rood zouden kunnen zakken, om met dat geleende geld de beste spelers van andere clubs te kopen. Niet eerlijk, aldus de KNVB.
Uniek aan deze laatste Vitesse-crisis was dat de KNVB Vitesse daadwerkelijk als profclub schrapte. De club ging echter in beroep. De kapitaalkrachtige Vitesse-supporters losten uiteindelijk de schulden af en regelden een begroting: na weken van stress kreeg Vitesse zaterdag haar proflicentie terug.
Het voormalige voetbalstadion
“We leven. En nu hopelijk ooit als in een sprookje: nog lang en gelukkig. En vooral: easy-going en peaceful”, zegt Albert van ‘t Blik. Wie Vitesse en peace zegt, fluistert in Arnhem: het Nieuw-Monnikenhuize gevoel. “Voor mijn huis was het middelpunt.” Sinds Vitesse hier vertrok naar evenementenhal GelreDome, is het een woonwijk.
In deze groene wijk met rijtjeshuizen doet op het eerste gezicht niets denken aan Vitesse, maar de club leeft wel degelijk. Van ‘t Blik is bijvoorbeeld zelf voorzitter van de Vitesse businessclub. Maarten en Sandra van den Berg, die wat verder weg wonen, hebben een zoon die keeper is in de jeugdopleiding.
Een derde, Giovanny Meekhof, was en is een supporter: “Arnhemmers… alles komt altijd op het laatste moment goed. Je weet dat het goed komt, je weet alleen niet hoe. Ik vind rust in het feit dat we Hollywood aan de Rijn zijn”. Hij noemt de bijnaam die Vitesse kreeg toen het GelreDome stadion binnenkwam en voor het eerst schulden zag. Er is een Vitesse voor die bijnaam en erna.
Club van het volk
We dribbelen over oude stadiontrappen met grove grindtegels als Frans Thijssen terugbelt. Uitgeroepen tot beste Gelderse voetballer ooit en oud-Vitesse-speler in de periode ‘pre-Hollywood aan de Rijn’. “De op één na oudste profclub laat Arnhem niet in de steek, dacht ik.” Hij hoort dat Trouw nu bij Nieuw-Monnikenhuize. “Daar woonde de volksclub in Vitesse. Men vergeet dat Vitesse geen rijkere club was, zoals men de laatste jaren zegt. Het is een volksclub, met supporters uit de volksbuurten Geitenkamp en Klarenbeek. Een club als Go Ahead Eagles in Deventer. Wij speelden tussen de volksbuurten in die pit daar.”
Het grote verschil tussen toen en wat Vitesse in GelreDome werd? Thijssen is er duidelijk over: “Spelers en managers kwamen uit de regio. Ze waren letterlijk je buurman of je neef. Neem jongens als Cocu, Sturing, Lammers en ik.”
Nieuw-Monnikenhuize krijg je niet meer terug, weet hij. “Maar je kunt de loyaliteit en de rust die er was wel kweken door jongens uit Arnhem en omstreken te scouten. Met buitenlandse clubeigenaren haalde Vitesse zoveel buitenlandse spelers binnen. Dan word je onherkenbaar en een duiventil.”
Dat Vitesse onlangs degradeerde, is in zekere zin een overwinning, vindt het Vitesse-icoon. ‘De managers zijn nu regionaal georiënteerd, een niveau lager kun je makkelijker eigen talent inpassen. Je hoopt op een doorbraak van een echte Arnhemse jongen die het team kan leiden, zoals een populair icoon als Theo Bos dat ooit kon. Een schakel tussen team en publiek.”
Halfvol stadion
Van ‘t Blik hoort het gesprek en wijst naar een huis. ‘Theo woonde hier, hij was mijn buurman. Als Mister Vitesse wilde hij op Monnikenhuize wonen, zijn territorium.” Zoals veel Vitesse-clubleden kochten er een huis. Bos barbecuede bij de doelmond waar hij vroeger spitsen duwde. Van ‘t Blik: ‘Theo overleed in 2013. We herdachten hem in GelreDome.”
In de opvolger van Monnikenhuize, twee keer zoveel stoelen, droomden de Vitesse-bestuurders er al van om er een nationale topclub van te maken. Dat mislukte en het stadion zat vaak halfvol. Van ‘t Blik: “Dan zijn het nog steeds zo’n 20.000 bezoekers. Daarmee word je geen topclub, maar wel een grote provinciale volksclub. Dat idee moeten we koesteren.”
Om terug te keren naar het oude gevoel, moet Vitesse misschien een nieuw Nieuw-Monnikenhuize krijgen, hoor je in de buurt en zegt Van ‘t Blik. ‘Een nieuw kleiner en gezelliger stadion dan het GelreDome.’ Hij weet: daar is in Arnhem geen ruimte voor. ‘En het contract met GelreDome loopt tot 2027. Maar daarna zien ik en andere clubmensen kansen in bijvoorbeeld Duiven of Velp, plekken vlak bij de volksbuurten van Arnhem. Maar: dat is een vraag voor later.”
GelreDome werd wel eens afgedaan als een voetbaltheater met pluchen stoelen, met wijn en kaviaar in de pauze. Van ‘t Blik: “En Vitesse was en is: bier met een broodje kroket.”
Lees ook:
Vitesse-eigenaar Ojf leende toch stiekem Russische miljoenen van Abramovich
De huidige eigenaar van Vitesse, Valeri Ojf, heeft in 2020 inderdaad een miljoenenlening afgesloten bij oligarch Roman Abramovich, al ontkende hij dit tegenover de KNVB.
[ad_2]