Die ene man met dat meisje in zijn armen op de puinhopen van Gaza geeft de oorlog een gezicht

[ad_1]

De vluchtelingencrisis in 2015 kreeg vorm toen de driejarige peuter Alan uit Syrië verdronk en aanspoelde op het Turkse strand in Bodrum. De foto waarop hij daar lag, ging de wereld rond. Een kleine jongen met zwart haar, een rood shirt, een blauwe korte broek en zijn schoenen nog aan. Een volledig ontspannen lichaam, handen met de handpalmen naar boven, op zijn buik, met zijn gezicht op het zand tussen de schelpen in de branding. Het was een beeld van volledige onschuld, bijna overgave en meedogenloosheid in één.

Tot Alan waren de vluchtelingen die met duizenden in boten over zee probeerden Europa te bereiken, voor de meeste Europeanen een getal. Na Alan werden ze, althans voor een tijdje, mensen. De foto dwong ons te voelen dat de crisis bestaat uit duizenden Alanen die net zo kostbaar zijn als onze kinderen, uit duizenden ouders zoals hij, die net als wij voor hun kind vechten.

Als elk kind dat lijdt ons aan ons eigen kind doet denken, als het lijden van elke ouder als het onze voelt, is het leven misschien niet duurzaam. Maar soms moet het wel gebeuren. Dat het lijden van een ander ons hart raakt, ons bij de keel grijpt, dat de lijdende ander voor ons volledig menselijk wordt en ons als zodanig mag raken. Anders worden we…

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *