[ad_1]
Met de handen op de rug gebonden probeert Unifil een groot conflict aan de Israëlische grens met Libanon te voorkomen. De VN-vredesmissie, met zo’n tienduizend soldaten uit 49 landen, bemiddelt vanuit het zuiden van Libanon tussen het Libanese en het Israëlische leger, terwijl dit laatste al weken verwikkeld is in vuurgevechten met de door Iran gesteunde groep en Hamas-bondgenoot Hezbollah.
Na de toespraak van Hezbollah-leider Hassan Nasrallah afgelopen vrijdag – waarin hij geen grootschalig tweede front aankondigde, maar wel zei dat alle scenario’s mogelijk zijn – namen de gevechten in Zuid-Libanon afgelopen weekend volgens Unifil toe. Toch is er nog steeds “een beperkt conflict. Maar het grote risico is een fout, een misrekening. En dat kan op elk moment gebeuren”, zegt Unifil-woordvoerder Andrea Tenenti.
De gevechten hadden zich ook vóór de toespraak verspreid. Vorige week gebruikte Hezbollah voor het eerst nieuwe wapens, zoals grond-luchtraketten, om Israëlische drones neer te halen. Veel van de Hezbollah-strijders die in het grensgebied zijn omgekomen, zouden zijn getroffen door drones.
Sinds afgelopen weekend worden er aan beide kanten ook regelmatig doelwitten getroffen die veel verder van de grens liggen dan in de eerste drie weken. Hezbollah’s gebruik van wapens die verder reiken leidt tot vergeldingsaanvallen door Israël dieper in Libanon.
Daarnaast raken langzamerhand ook andere groepen openlijk betrokken bij het conflict in Zuid-Libanon. Zo eiste de soennitische strijdgroep Al-Fajr de verantwoordelijkheid op voor een raketaanval die afgelopen zondag de Israëlische stad Kiryat Shmona trof. De aanval kan worden gezien als een boodschap van Hezbollah aan Israël dat het in staat is een breed scala aan verzetsgroepen te mobiliseren.
Oog om oog, tand om tand
Lees ook
De tactische acrobatiek van Israël en Hezbollah
Desondanks vindt 90 procent van de aanvallen plaats binnen een afstand van twee tot drie kilometer van de zogenaamde Blue Line, zegt Tenenti. “Alle partijen houden zich nog steeds aan de regels van betrokkenheid”, verwijzend naar het ‘oog om oog, tand om tand’ waarin Hezbollah en Israël betrokken zijn: beide partijen reageren op elkaars aanvallen zonder dat dit tot een daadwerkelijke oorlog leidt.
De reguliere ‘tripartiete’ bijeenkomsten die Unifil organiseert en de enige momenten waarop het Libanese en Israëlische leger officieel met elkaar communiceren, zijn gereduceerd tot bilaterale gesprekken. “Zo geven we boodschappen door van de ene partij naar de andere”, zegt Tenenti. De gesprekken zouden vooral een tactisch karakter hebben, waarbij de ene partij bijvoorbeeld de andere zou aansporen niet te ver in een bepaald gebied toe te slaan.
Het feit dat Hezbollah de touwtjes in handen heeft in Zuid-Libanon betekent dat de groep feitelijk bepaalt of dit tot nu toe ‘beperkte’ conflict zich zal uitbreiden tot een tweede front tegen Israël en daarmee tot een regionaal conflict. Dit is ook een van de belangrijkste beperkingen van de UNIFIL-missie: zij onderhandelt officieel alleen met de legers van beide landen, en niet met Hezbollah, ook al is de missie er in zekere zin gedeeltelijk van afhankelijk.
Unifil opereert al 45 jaar in het zuiden van Libanon onder een mandaat van de VN-Veiligheidsraad om de vrede tussen de twee landen te bewaren. De vredesmissie begeleidde de terugtrekking van Israëlische troepen nadat Israël Libanon meerdere keren was binnengevallen, en ondersteunt het Libanese leger in zijn inspanningen om te voorkomen dat gewapende groepen de grens met Israël optrekken. Maar het Libanese leger verkeert in een erbarmelijke staat. Ondanks materiële en financiële steun van onder meer de Verenigde Staten, Frankrijk, Qatar en Saoedi-Arabië heeft het leger niet kunnen voorkomen dat Hezbollah Zuid-Libanon blijft controleren, zegt Heiko Wimmen, analist bij International Crisis Group, een denktank. . “Hezbollah heeft de afgelopen jaren duidelijk gemaakt dat het zich heeft gehergroepeerd en uitgebreid. Noch het leger, noch Unifil kunnen daar iets aan doen.”
Lees ook
Een oud conflict laait weer op nu Zuid-Libanon door Israël wordt beschoten. ‘De enige die ons beschermt is Hezbollah’
Unifil is bekritiseerd vanwege deze beperkingen. Israël is van mening dat de missie het grensgebied beter vrij moet houden van Palestijnse en Libanese milities. En het ergert Libanon dat de missie niet ook op Israëlisch grondgebied werkt. Veel Libanezen houden ook niet van de aanwezigheid van zoveel buitenlandse troepen.
Bosbranden blussen
Ondanks de tekortkomingen benadrukte de Libanese premier Najib Mikati vorige week dat Libanon zich blijft inzetten voor de VN-resolutie die een einde maakte aan de kortstondige oorlog tussen Libanon en Israël in 2006. Unifil zegt ook dat het zijn reguliere werk buiten de bombardementen zoveel mogelijk zal voortzetten. . Dit omvat patrouilles in het grensgebied en detectie van raketwerpers van milities.
De blauwhelmen hebben de afgelopen weken ook geholpen bij het blussen van bosbranden aldus de plaatselijke hulpdiensten worden veroorzaakt door Israëlische aanvallen met de licht ontvlambare witte fosfor, en door de evacuatie van burgers die vastzitten in vuurgevechten. De Unifil-bases zijn de afgelopen weken meerdere keren getroffen door raketten of explosieven. Twee soldaten raakten lichtgewond.
Als het geweld in Zuid-Libanon en Noord-Israël uit de hand loopt, zal de missie zich blijven inspannen om te de-escaleren, aldus Tenenti. “Maar uiteindelijk is het aan de VN-Veiligheidsraad hoe ons mandaat zal veranderen.”
[ad_2]