[ad_1]
Simone Biles excelleerde vorige week op het WK turnen in Antwerpen. De Amerikaanse is een atlete die de regie over haar topsportcarrière nooit uit handen zal geven. Ze was in het verleden het slachtoffer van misbruik. Naast dat het een criminele daad is, ziet zij dit ook als een uitvloeisel van een cultuur waarin jonge topsporters worden gezien als instrument van coaches.
De discussie over hoe topsporters begeleid moeten worden in deze tijden heeft in Nederland de afgelopen weken een nieuwe dimensie gekregen. Het is de reden Handleiding voor topsport dat Karel van Commenée publiceerde. Tot een jaar geleden was Van Commenée hoofdtrainer bij de Atletiekunie. Gerapporteerd rond zijn afscheid NRC En Trouw in een artikel dat de sfeer op de werkvloer onder hem was verslechterd. Een deel van de sporters ervaarde dit vanwege rigide omgangsvormen als onveilig en durfde zich niet uit te spreken.
‘Echte heksenjacht’
De handleiding is zijn antwoord. Het werd gepresenteerd op een bijeenkomst met als titel: ‘Topsport is niet wakker’. Een paar dagen eerder zette Joop Alberda, de gouden volleybalcoach van Atlanta in 1996, de toon met een column op Sportknowhowxl.nl, een online platform voor sportprofessionals. Alberda noemt de aandacht voor grensoverschrijdend gedrag in de topsport ‘een hype’, die heeft geleid tot een ‘ware heksenjacht’.
“We moeten oppassen dat we niet in een annuleringscultuur terechtkomen, als we daar al niet in terecht zijn gekomen”, schreef Alberda. Als voorbeeld noemt hij gymnastiek: ‘De afgelopen jaren zijn elf gymnastiektrainers belast met het Instituut voor Sportrechtspraak (ISR). Van al deze zaken leidde er uiteindelijk slechts één tot een veroordeling, maar er werd geen straf opgelegd. De rest werd in hoger beroep vrijgesproken. De beschuldigingen veroorzaakten onherstelbare schade.”
Dit roept de vraag op of Alberda zich heeft verdiept in de gymnastiekvraagstukken. De ISR sprak mensen vrij omdat de meeste meldingen een periode vóór 2011 betroffen. Tot dat jaar was de turnvereniging niet aangesloten bij de ISR en was de ISR niet ontvankelijk. Een puur formele kwestie. Inhoudelijk bestaat er weinig twijfel over de verhalen van de oud-turnsters. Inclusief in de documentaire De gouden verlichting Oud-turnsters Verona van der Leur, Suzanne Harmes, Gabriëlla Wammes en Renske Endel vertelden hoe zij slachtoffer werden van machtsmisbruik door coaches, fysiek en mentaal, waardoor ze getraumatiseerd raakten en hun rug gebroken werd. De conclusies in het onderzoeksrapport Ongelijke benen over die cultuur waren verwoestend.
Gevierd atletiektrainer
Voor de goede orde: in de periode dat de turnsters wanhopig hun successen vierden, was Alberda technisch directeur van NOC-NSF. Uit onderzoek bleek later dat het toezicht op de gymnastiek destijds was mislukt. Alberda werd bij de sportvereniging in 2004 opgevolgd door Van Commenée. Hij was een gevierd atletiektrainer en gaf tijdens zijn jaren op Papendal mede vorm aan een nationaal topsportbeleid dat vooral gericht was op het winnen van medailles.
In zijn boek nodigt Van Commenée eerst pagina’s vol lof uit van collega’s en oud-sporters. Het Handleiding voor topsport – een titel die al duidelijk maakt dat er volgens hem maar één manier is om topsport te beoefenen, namelijk de zijne – blijkt vervolgens een reactie te zijn op de ‘sterke beschuldigingen’ die coaches als hijzelf hebben getroffen. ‘Onverantwoord’, vindt Van Commenée. De beschuldigingen komen van ‘personen die op enige afstand staan’ van de praktijk. Met andere woorden: ze hebben er geen idee van. Volgens hem begrijpen deze mensen niet dat topsport een andere wereld is dan de rest van de sport. Het resultaat: ‘Het integriteitsvraagstuk hangt nu als een sluier over de wereld van de topsport.’
De normen en waarden van de gewone samenleving zijn blijkbaar niet volledig van toepassing op die wereld. En daar zit nu het probleem. Dat integriteit inmiddels ook in de topsport een issue is, beoordeelt Van Commenée dan ook als negatief.
Naast turnen doelt hij waarschijnlijk ook op een sport als triatlon, die in 2021 aan bod komt. Trouw misstanden aan het licht kwamen. Vorig jaar bleek uit een onafhankelijk rapport dat de triatlon al vijftien jaar last had van machtsmisbruik, uitsluiting, emotionele mishandeling en verwaarlozing. De vereniging sprak van ‘onvoorstelbaar lijden’ en verontschuldigde zich. Bij de hockeyvrouwen waren de problemen van een andere orde, maar toch: een groot deel van de selectie is inmiddels dolgelukkig weer zonder angst voor vernedering naar de training te kunnen gaan.
‘Topsportcoach werkt niet in dienst’
Volgens Van Commenée is wat de sporter ervaart niet zo belangrijk. In zijn optiek is de coach ‘directief en confronterend’. Dat een sporter weet wat goed voor hem of haar is, noemt Van Commenée een misverstand. Focus op de atleet? ‘Een topsportcoach werkt niet in dienst.’ Voor hem is de coach een bijna almachtige alwetende. Want: ‘De (jonge) sporter heeft, op enkele uitzonderingen na, geen idee wat er op het hoogste niveau nodig is. Hij heeft alleen een geromantiseerd droombeeld van de eindbestemming: het podium.’
De excessen die de afgelopen jaren in binnen- en buitenland zijn ontstaan, kunnen niet aan deze top-downbenadering worden toegeschreven. Maar volgens mensen als Biles heeft deze visie – de atleet als instrument – een voedingsbodem gecreëerd. In het wereldbeeld van Van Commenée kunnen signalen jarenlang genegeerd worden, zoals bij Biles en anderen gebeurde.
Op de golven van maatschappelijke veranderingen is de afgelopen jaren in de topsport een ander type coach ontstaan. Hij heeft ook de leiding over de trainingsaanpak, maar neemt de interactie met sporters als uitgangspunt. In het handboek van Van Commenée wordt de sporter zelf vrijwel nergens besproken. Wel schetst hij de gevaren van de trend van de afgelopen jaren: prestaties stagneren en een onderwerp als lichaamsgewicht wordt een taboe. Coaches zullen ‘steeds banger worden’ beschuldigd te worden, denkt hij.
Het feit dat topsport ‘niet wakker’ is, is een bruikbaar kader in de discussie rondom het boek. ‘Woke’ is het verzamelbegrip geworden waar mensen alles in kunnen gooien wat de neiging heeft zacht te zijn en wat niet goed is: dat je tegenwoordig helemaal niets meer mag zeggen. ‘Woke’ zijn mensen die niet tegen een stootje kunnen. Van Commenée: “Veerkrachtig zijn is een beslissing die je neemt, niemand wordt veerkrachtig geboren.” Oftewel topsporter: je had het kunnen voorkomen.
‘Mag je atleten nog beschimpen of zelfs aanraken?’
Na Alberda mengde zich deze week ook een andere tijdgenoot, Henk Kraaijenhof, in de discussie die door het handboek werd aangewakkerd. Daarnaast heeft Kraaijenhof een grote staat van dienst als trainer en coach in de atletiek en andere sporten. In zijn bijdrage aan Sportknowhowxl.nl vraagt hij zich af of dit tegenwoordig nog wel mag: ‘Sporters corrigeren, bestraffend aanspreken, in hun bijzijn optreden, uitschelden, een goedkeurend schouderklopje geven of zelfs aanraken?’
Kraaijenhof vraagt zich ook retorisch af of sport minder veilig is dan padvinders, de katholieke kerk, een universiteit, de culturele wereld of het bedrijfsleven. Op de vraag of misstanden in alle andere geledingen van de samenleving een geldig alibi bieden voor de topsport geeft hij geen antwoord.
Volgens Kraaijenhof is grensoverschrijdend gedrag ‘vrijwel altijd een incident’. Bij diverse sporten bleek uit onderzoek dat dit een structureel karakter had. Kraaijenhof heeft een hekel aan ‘politiek correcte schijnoplossingen’, oftewel ‘geldverslindende’ zaken als vertrouwenspersonen, meldpunten en het Centrum Veilig Sporten Nederland. “Dat is duur en lost niets op.” Ter info: veel voormalige atleten hebben de afgelopen jaren geklaagd dat ze nergens terecht konden.
Convulsies
De verdiensten van Alberda, Van Commenée en Kraaijenhof voor de Nederlandse sport zijn groot, zo blijkt uit al hun resultaten. Vanuit coachend perspectief geven zij op gezaghebbende wijze een nieuwe betekenis aan de discussie. Van Commenée schetst in zijn Handboek Topsport Deze cultuur is lange tijd dominant geweest, maar laat indirect ook zien dat zij weinig antennes heeft voor veranderende tijden. Zijn woorden, en die van Alberda en Kraaijenhof, lijken op stuiptrekkingen oude regime.
Chef de mission Pieter van den Hoogenband liet voor Parijs 2024 deze zomer zien dat topsport om meer gaat dan alleen het behalen van medailles. Het is hoogst opmerkelijk dat hij zich heeft laten gebruiken voor het voorwoord van dit handboek, waarmee hij de visie op de topsporter als instrument legitimeert.
Charles van Commenée, ‘Handboek Topsport, inclusief 24 waardevolle inzichten’. Arko Sports Media, prijs: 22,99.
Lees ook:
Meldpunt misstanden in de sport zit vast: mag de gegevens van mogelijke daders niet verwerken
Na een melding van ongewenst gedrag mag het Centrum Veilig Sporten Nederland de betreffende federatie of vereniging niet meer waarschuwen voor de potentiële dader. Dit maakt het lastiger om misstanden aan te pakken.
[ad_2]