[ad_1]
De meeste mensen sterven het liefst thuis. In de nabijheid van dierbaren. Als directe familie even op adem moet komen, zijn er vrijwilligers van de palliatieve terminale zorg. Zoals in Noordoost-Friesland, de enige regio zonder eigen hospice.
Bij het kantoor van VPTZ Noordoost-Friesland in het voormalige kaaspakhuis van Dokkum, nu een zakencentrum, is letterlijk de rode loper uitgerold. In de gezellige, behaaglijk warme kamer wachten Lysbeth Vellinga en Ankie van der Veen met vers gezette koffie en gebak.
De twee vrouwen zijn al zes jaar co-coördinator van VPTZ Noordoost en doen dat werk met veel enthousiasme, zo zal blijken uit het gesprek dat volgt. Voorheen hadden ze een kantoor in verpleeghuis Dongeraheem in Dokkum, maar toen dat vanwege corona niet meer mogelijk was, zijn ze in de zomer van 2020 verhuisd naar de Hendoweg. “Het was hier een beetje kaal, maar we hebben het ingericht met spullen uit de kringloop winkel”, vertelt Van der Veen (55) uit Kollumerzwaag.
Beide vrouwen waren oorspronkelijk verpleegster, maar stopten ermee vanwege de groeiende werkdruk. Vellinga (50) uit Dokkum werkte in een ziekenhuis in Den Haag en in de thuiszorg in Fryslân. “Ik heb dit beroep ooit gekozen omdat ik voor mensen wilde zorgen. Maar ik haalde steeds minder voldoening uit mijn werk.”
Een nachtje fatsoenlijk slapen
Van der Veen was jarenlang verpleegkundig consulent in het voormalige ziekenhuis De Sionsberg in Dokkum en het Martini Ziekenhuis in Groningen. Ze ervoer ook dat de toenemende werkdruk ten koste ging van wat voor haar belangrijk was. “Ik dacht dat we de mensen een slechte dienst bewezen.”
Daarom maakten ze de overstap naar palliatieve terminale zorg, iets waar ze nog geen seconde spijt van hebben gehad. Het doel is tweeledig: mensen ondersteunen in de laatste fase van hun leven en ervoor zorgen dat de vaak zwaar belaste mantelzorgers op adem kunnen komen en een goede nachtrust kunnen hebben. Vellinga: “Wij vinden het heel belangrijk dat niemand alleen sterft.”
Als coördinatoren zijn zij verantwoordelijk voor het aansturen van de vrijwilligers. Zij zijn een week lang 24/7 bereikbaar voor oproepen. Van der Veen: “Meestal zijn wij en soms familie betrokken bij de thuiszorg. Dan gaan we daarheen voor een intakegesprek om te horen wat mensen precies nodig hebben, en dan regelen we een vrijwilliger.”
Vrouwen en mannen die hun gewicht in goud waard zijn
Ze hebben er nu veertien. Ze denken dat ze allemaal geweldige vrouwen en mannen zijn die hun gewicht in goud waard zijn. “Met hart voor anderen.” Vandaar de gouden rand rond de gerecyclede bekers, legt Vellinga uit. Het zijn vooral zestigplussers met heel verschillende achtergronden. “Mensen uit de zorg, de financiële wereld, iemand met een eigen bouwbedrijf, een boer, een gymleraar. We kunnen er sowieso meer gebruiken.”
Kennis van medische zorg is niet noodzakelijk; hiervoor is altijd thuiszorg beschikbaar. Vrijwilligers krijgen wel een basistraining waarin ze onder meer leren over het stervensproces, palliatieve sedatie, gesprekstechnieken en privacyregels.
Vellinga: ‘Het hangt een beetje van iemands achtergrond af. Iemand die in de wijkzorg heeft gewerkt, hoef je natuurlijk niet te vertellen over het stervensproces.’ Na een nacht waken kunnen de vrijwilligers hun verhaal vertellen aan de coördinator.
Familie op zijn laatste benen
Dokkum had ooit een zelfstandig hospice, net als de andere VPTZ-regio’s in Fryslân, maar werd rond 2015 gesloten omdat het niet meer rendabel was. Sindsdien is het werk van de in 1995 opgerichte stichting dus wellicht nog belangrijker geworden. Jaarlijks komen er vijftig tot zestig aanvragen binnen. De hulp is gratis, maar u kunt wel een vrijwillige bijdrage leveren. De stichting bestaat uit subsidies en donaties.
Vrijwilligers worden vaak in een zeer laat stadium ingeschakeld, als het gezin op zijn laatste benen loopt. Van der Veen: “Mensen doen het liever zelf. Maar als ze eenmaal ervaring met ons hebben, horen we vaak: “Hadden we dit maar eerder gedaan.”
Iedereen verdient een waardig afscheid, dat is de essentie. Vellinga: ‘Soms hebben mensen ruzie met hun kinderen, of kan een zoon of dochter het niet opbrengen om over hen te waken. Ik heb ooit een man gehad die niet zo prettig in de omgang was. Er was veel gebeurd in de familie, veel verdriet “Maar toen ik zei: ‘Er komt vanavond iemand voor je zorgen’, zag ik de opluchting in zijn ogen. Dan zie je hoe belangrijk het is om onbevooroordeeld benaderd te worden. Ik wens het voor ieder mens: dat je voelt dat je van waarde zijn geweest, hoe vreemd het leven ook is geworden.”
[ad_2]