[ad_1]
Als Nederland zijn klimaatdoelen wil halen, zullen we aardgasvrij moeten leven. Dit kan door over te stappen op groen gas, elektrische warmtepompen en warmtenetten.
Vooral warmtenetten zijn cruciaal, mits ze uiteraard gebruik maken van een duurzame warmtebron zoals restwarmte, aardwarmte en aquathermie. Met zo’n ondergronds leidingsysteem met warm water is het mogelijk om wijken met veel hoogbouw en sociale woningbouw in één keer te verduurzamen. De bewoners, die vaak tot lagere inkomensgroepen behoren, hoeven dus niet apart te investeren in een warmtepomp. Dit betekent ook winst op andere terreinen. Al die zichtbare en geluidproducerende installaties komen de uitstraling en leefbaarheid van wijken niet ten goede. Warmtenetten ontlasten ook de toch al overvolle elektriciteitsnetten.
Het is logisch dat het dichtbevolkte Nederland sterk inzet op warmtenetten. Inmiddels maken een half miljoen huishoudens gebruik van zo’n warmtenetwerk, in 2030 moeten dit er 1 miljoen zijn en in 2050 ruim 2,5 miljoen.
Gedoe tussen Rijksoverheid en energiebedrijven
Deze welkome ontwikkeling staat helaas onder druk door gedoe tussen de Rijksoverheid en de energiebedrijven. Dit wordt veroorzaakt door het wetsvoorstel Collectieve Warmtewet van klimaatminister Rob Jetten (D66). Daarin wordt gesteld dat toekomstige verwarmingsbedrijven voor meer dan 50 procent in handen van de overheid moeten zijn. Jetten meent daarmee de betaalbaarheid en leveringszekerheid van warmte het beste te kunnen garanderen.
Het wetsvoorstel is onlangs ingediend bij de Raad van State. Energiebedrijven weten dus nog steeds niet hoe ze hun waardevolle investeringen in deze warmtenetten kunnen terugverdienen. Als gevolg daarvan hebben ze sinds 2022 nieuwe investeringen in energienetwerken en warmtebronnen grotendeels opgeschort. Dat geldt ook voor het aardwarmteproject aan de zuidwestkant van Leeuwarden.
Warmtenetten zijn de beste optie
Door deze patstelling delen energieleveranciers hier en daar prikjes uit. Zo verhoogde Vattenfall in Amsterdam de warmtetarieven met 30 procent, met als gevolg dat Amsterdamse woningbouwverenigingen weigeren woningen aan te sluiten op stadsverwarming en weer CV-ketels gaan plaatsen.
Dus zo zou het niet moeten gaan. Warmtenetten zijn in potentie de beste optie voor oude, grote wijken om van het gas af te komen. Hoe meer huishoudens meedoen, hoe rendabeler een warmtenet wordt. Voorwaarde is uiteraard dat groene warmte kan concurreren met gas en later elektriciteit. Alle betrokken partijen moeten nu hun verantwoordelijkheid nemen en dit doel voor ogen houden en uitdragen. Alleen dan is het mogelijk om deze belangrijke pijler van de energietransitie tot een succes te maken.
Het commentaar is een dagelijkse column waarin de Leeuwarder Courant reageert op actuele ontwikkelingen. Opmerking? Mail naar reactie@lc.nl.
[ad_2]