[ad_1]
We weten dat complottheorieën gevaarlijk zijn. We zijn ons er minder van bewust dat ze tot een wereldoorlog kunnen leiden. Ik werd er onlangs op gewezen door Robert Caro’s beroemde memoires van president Lyndon B. Johnson (1963-1969). Op 22 november 1963 werd John F. Kennedy doodgeschoten in Dallas. Dat gebeurde tijdens de Koude Oorlog met de Sovjet-Unie, de spanningen met het Cuba van Fidel Castro en de anticommunistische hysterie in Amerika zelf.
In dat vergiftigde klimaat werd meteen de mening geuit dat het om een Russisch complot ging. Johnson, die onmiddellijk werd beëdigd als president, onderkende het gevaar. Stel dat Chroesjtsjov in het Kremlin zou denken dat de Amerikanen Rusland als vergelding zouden aanvallen. Stel dat hij zou overwegen de eerste klap uit te delen… Johnson onderstreepte de ernst van de situatie tegenover opperrechter Earl Warren, die hij overhaalde om de onderzoekscommissie te leiden. “Er staan 39 miljoen levens op het spel die Chroesjtsjov in één uur kan doden.”
[ad_2]
