[ad_1]
“Het belangrijkste is dat je bezig blijft”, zegt de ex-geliefde tegen de verteller als hij hun relatie beëindigt. In de debuutroman van de Argentijnse auteur Federico Falco (1977) verlaat de verteller Buenos Aires na een heftige breuk naar de pampa’s: uitgestrekte graslanden zover het oog reikt. Hij probeert troost te vinden in een moestuin. “Dus ik probeer het, en ik zaai.” We volgen de verteller van januari tot september, van zomer tot winter, maanden waarin de pampa geteisterd wordt door extremen: van hitte en droogte tot hevige regenbuien en kou. Maar bovenal bieden de vlakten een huiveringwekkende eenzaamheid.
De verteller gaat van een schrijf- en onderwijsleven in de stad naar het ontwerpen en onderhouden van de tuin op de pampa. De tuin zorgt niet alleen voor zijn voedselvoorziening, maar biedt ook een steunpunt dat de dagen in stand houdt en ook het verstrijken van de tijd markeert. Daarnaast is de tuin een oefening in loslaten: van plannen, verwachtingen, het gevoel van controle. De verteller moet zich altijd verhouden tot de verrassing van zaden die volgens hun eigen wetten bloeien of vergaan, die overleven in extreme weersomstandigheden of zelfs niet ontkiemen. Alles groeit buiten hem; de haalbaarheid van de natuur valt tegen. Het vereist een flexibele geest om de dagen door te komen. Het zijn lessen in overgave, overgave aan de natuur en overgave aan de wendingen die het leven kan nemen, bijvoorbeeld hoe een relatie kan eindigen.
Op deze manier wordt het krampachtige verdriet losgewrikt. Naast het werken in de tuin zijn zijn dagen gevuld met koken, lezen, schrijven en soms een bezoek aan de winkel in het naburige dorp. De omliggende uitgestrekte vlaktes maken iets in hem wakker. Hij ervaart de pampa met een intens bewustzijn. Als een wit canvas waarop de geest wordt geprojecteerd, confronteert het landschap de verteller met zijn innerlijke wereld (‘Iets van buiten weerspiegelt zich in mij.’). Zo kan hij een claustrofobisch gevoel krijgen bij het zien van het grasland om hem heen, en merkt hij op een gegeven moment zelfs een ‘diepe angst om naar de pampa te kijken’. Hij is bang voor leegte, zinloosheid, stagnatie. Maar het landschap kan de chaos in zijn hoofd ook verdoven of tot rust brengen: ‘Nu wil ik alleen maar naar de horizon kijken, naar de vlakte, in de verte turen; dat ik wordt verzwolgen door het land, dat ik wordt opgeslokt door de hemel, zodat ik niet hoef na te denken, zodat wat er voortdurend in mij gebeurt ophoudt.’
Omslagpunten
De abrupte wending in zijn leven heeft tijd nodig om te bezinken: na de schok moet het bewustzijn de werkelijkheid inhalen. De verteller doorzoekt zijn herinneringen om te begrijpen wat er precies is gebeurd. Daarbij ontwaart hij belangrijke keerpunten in zijn leven, momenten van transitie: eerst toen hij uit de kast kwam, zijn conservatieve familie en geboortedorp elders in de pampa’s verliet en naar de stad vertrok, en ten tweede toen de breuk in zijn leven eerste serieuze relatie vond plaats. , die hem dwong hun onlangs gerenoveerde huis in Buenos Aires te verlaten en terug te keren naar de pampa’s. Zelf een woonruimte bouwen, of het nu een stedelijke bovenwoning is of een moestuin, lijkt essentieel om je ergens thuis te voelen: ‘Je moet je ergens aan hechten. Naar een moestuin, een bos, een plant, een woord.’ Los van de relatie en het leven zoals het was, wordt de verteller nu geconfronteerd met de vraag: wie ben ik en wat wil ik, los van iemand anders?
Bij het vormgeven van een nieuw leven, te midden van een leeg landschap, ervaart de verteller een nijpend gebrek aan een ‘verhaal’: ‘De overvloedige lege tijd. De tijd zonder verhalen. De tijd van de vlakte’. Schrijven is moeilijk. We lezen een crisis van een schrijver in pijn: ‘Een lichaam met verdriet, hoe verwoord je dat?’ Het resultaat is een hyperbewustzijn dat zich voortdurend afvraagt welke woorden er kunnen worden gegeven aan wat hij voelt en wat er met hem gebeurt. Verhaalstructuren die hij als leerling en docent analyseerde raken niet langer zijn eigen werkelijkheid: ‘Ik ging ervan uit dat ik door het herkennen van alle mogelijke plots, alle mogelijke verhaalstructuren, zou ontdekken hoe ik mijn eigen verhaal tot een goed einde kon brengen. .’
Zo probeert hij tevergeefs de breuk te begrijpen: ‘Als ik het zou begrijpen zou het enige opluchting bieden: een logische reeks acties, een geschiedenis, iets dat tot een climax leidt, een confrontatie, een crisis, een verhaal waarin het duidelijk wat de motieven van de personages zijn. Dat is wat er ontbrak. Dat is wat er niet is. Niets in de aanloop naar het derde bedrijf. Geen enkele plotwending verklaart het.” Vlijtig probeert hij de werkelijkheid in taal te vatten, maar tevergeefs: ‘Woorden kloppen niet, of zijn niet altijd voldoende voor wat iemand van binnen voelt, daar in de ruimte tussen rede en vlees.’
Ontoereikende taal
Dit is dus een roman die in de kern gaat over de ontoereikendheid van taal. Het schrijfproces hapert totdat de verteller beseft dat de moestuin en zijn schrijven dezelfde aanpak vereisen: ‘Schrijven vereist chaos, onzekerheid, onrust. Het is iets dat groeit als snijbietbladeren: rommelig en opwaarts. Het vergt een zekere mate van moed, maar ook kracht en het niet weten waar je die naartoe moet sturen.”
Het besef dat de chaos in hem nuttig is voor het schrijven en niet eerst overwonnen hoeft te worden, zorgt ervoor dat het schrijven slaagt: ‘Het ene woord na het andere zetten, gewoon als een manier van zijn. Jezelf een verhaal vertellen om te proberen vrede te sluiten met alles.” Het is niet nodig om te wachten op begeleiding, inspiratie en rust: het schrijven mag uit twijfels bestaan. Niet het resultaat, maar de pogingen lijken voldoende. Juist deze worsteling maakt deze roman zo interessant: cirkelend rond wat niet gezegd kan worden, wijst het toch op subtiele wijze aan. De lezer wordt uitgenodigd om mee te zoeken en te voelen wat er precies niet te zeggen is.
De velden is een sfeervolle roman die de lezer gemakkelijk meeneemt en nooit melancholisch wordt. Het verdriet zet aan tot een verfijnde zoektocht. De roman navigeert tussen gevoelloosheid, pijn, acceptatie en wijsheid. Het landschap komt tot leven in herhaalde, registrerende beschrijvingen, die prachtig resoneren met een rouwende man. In het lege landschap wordt een groot verdriet in stukken gebroken en verteerd. Het is niet verwonderlijk dat groot verdriet ruimte nodig heeft, of dat rouw rommelig is, net zoals het feit dat nieuw verdriet oud verdriet onherroepelijk wakker schudt. Toch valt er veel te ontdekken. Als lezer ben je dankbaar dat je hiervan getuige mag zijn.
Deze roman laat prachtig zien hoe verhalen een essentieel, transformerend effect hebben: ‘Het vertellen van een verhaal verandert de persoon die het vertelt. En soms is fictie de enige manier om over de werkelijkheid na te denken.’ De ruimte heeft zijn werk gedaan: de transformatie is voltooid. De terugkeer naar de stad lijkt aanstaande.
[ad_2]