[ad_1]
Geweldig, wat de Amerikaanse rockband The Black Keys hier laat horen. Drieëntwintig jaar na de oprichting weet het duo (zang, gitaar, drums) nog steeds nieuwe invalshoeken te vinden binnen een duidelijk omschreven geluid. Voor hun karakteristieke, vette bluesy moerasrock put het duo rijkelijk uit de jaren zestig en zeventig, de geboorteplaats van soul en garagerock.
Het geheim van hun artistieke succes, naast inventiviteit en ideeënrijkdom? Diverse uitjes, zowel solo als met andere bands, klusjes buitenshuis (drummer Dan Auerbach is een veelgevraagd producer), een coveralbum en af en toe een pauze. En, zoals blijkt uit dit twaalfde album, input van buitenaf. Onder anderen Beck, Noel Gallagher en meestersongwriter Greg Kurstin geven het duo hier een frisse wasbeurt.
Het moest een feestplaat worden en dat is het ook geworden, met shakers, blazers en keyboardpartijen. Beck brengt plezier en funk in het duo Dit is nergens En Mooie mensen, twee van de sterkste nummers. Gallagher zorgt voor de nodige melancholie Op het spel en rappers Lil Noid en Juicy J maken van hun nummers halverwege een hiphoptrack. De laatste twee zijn veruit de minste momenten op het album, dat ook regelmatig faalt op de minder spannende momenten, maar overall een herboren band laat zien die het plezier heeft herontdekt.
[ad_2]