[ad_1]
‘Steeds meer jongeren vragen om euthanasie’: de krant opende met deze verontrustende zin (NRC, 5 april). In bijgaand artikel, gebaseerd op de euthanasiecijfers uit 2023, spreekt Sonja Kersten van het Expertisecentrum Euthanasie. Ze spreekt haar grote zorgen uit over de wachtlijsten bij het Expertisecentrum, vooral voor mensen met ondraaglijk psychisch lijden.
Terug naar het begin. Op 1 april 2002 is in Nederland de euthanasiewet van kracht geworden. Dat jaar werden bijna tweeduizend meldingen gedaan – dat was 1,3 procent van het totaal aantal sterfgevallen. Ter vergelijking: in 2023 stierven ruim negenduizend mensen door euthanasie – dat is 5,4 procent van het totaal aantal sterfgevallen. In de eerste jaren zijn er weinig tot geen meldingen geweest van complexe euthanasieverzoeken, zoals bij dementie, psychiatrie of een opeenstapeling van ouderdomsklachten.
Om aan deze vragen te voldoen is in 2012 het Expertisecentrum geopend, toen nog als Levenseindekliniek. Vanaf dat jaar zie je het aantal meldingen van euthanasie onder deze groepen toenemen. En zoals filosoof en voormalig verpleeghuisarts Bert Keizer het ooit treffend verwoordde: er komen steeds nieuwe categorieën bij: beginnende dementie, psychiatrische problemen, ondraaglijk lijden door ouderdomsklachten, voltooid leven, duo-euthanasie en euthanasie bij ouderen. gevorderde dementie. Dat het Expertisecentrum nu bijna ten onder gaat aan zijn eigen ‘succes’ is in zekere zin zijn eigen schuld. Ook bij vragen rondom het levenseinde creëert aanbod vraag. Door jurisprudentie wordt de euthanasiewet ruimer geïnterpreteerd en weten steeds meer mensen de weg naar het Expertisecentrum te vinden.
In de aankondiging op de voorpagina werd verwezen naar het feit dat in 2023 322 mensen onder de dertig zich bij het Expertisecentrum hebben aangemeld voor een euthanasietraject. Dat is een stijging van ruim honderd jongeren vergeleken met een jaar eerder. Sommigen van hen trokken zich tijdens het proces terug en uiteindelijk werd het euthanasieverzoek aan acht personen ingewilligd. Uit het grote verschil tussen deze cijfers zou je kunnen concluderen dat deze jongeren eerder een luisterend oor zochten dan een einde aan hun leven maakten.
De grens tussen leven en dood
Bij euthanasie op grond van psychiatrische problemen is de grens met zelfmoord dun en dat maakt de beoordeling van deze verzoeken zo ingewikkeld. Een dame die diep dementerend is en wiens euthanasieverzoek op grond van een wilsverklaring niet wordt ingewilligd, zal uiteindelijk overlijden aan de gevolgen van dementie. Maar voor iemand die lijdt aan ernstige psychische problemen is de kans groot dat een gewelddadig levenseinde het alternatief is voor een onvervuld verzoek. Dit laat vaak blijvende wonden achter in de levens van de mensen die achterblijven.
Er gaan stemmen op, onder meer van Pia Dijkstra, demissionair minister van Medische Zorg, dat psychiaters hun terughoudendheid moeten opgeven om op een euthanasieverzoek te reageren. Ik ben het niet eens met dat standpunt. De onwil om hulp te bieden bij zelfmoord is logisch. Het heeft te maken met, in de woorden van filosoof Paul van Tongeren, ‘het taboekarakter van de grens tussen leven en dood’.
Als iemand zelfmoord wil plegen, is dat diep triest. Het is belangrijk om over dat verlangen om te sterven te praten en te vragen hoe concreet iemands plannen zijn. Praten over zelfmoord kan levensreddend zijn. Mijn pleidooi om zelfmoord en hulp bij zelfdoding niet te ‘normaliseren’ ontleen ik aan het essay Door mijn eigen hand. Zelfmoord en de familieleden van Joost Zwagerman. Hij schrijft over het ‘besmettelijke effect’ van zelfmoord. De overgang tussen berusting in het zelfgekozen einde van het leven van een geliefde en instemming met het idee dat het leven in het algemeen niet de moeite waard is om geleefd te worden, is vloeiend. En onderzoek bewijst dat Zwagerman gelijk heeft. Mensen die zelfmoord hebben meegemaakt in hun directe omgeving zijn gevoeliger voor het idee om hun eigen moment van overlijden te kiezen. Het levenseinde ‘door eigen hand’ van Joost Zwagerman is hiervan een tragische illustratie: hij was de zoon van een vader die ooit een zelfmoordpoging deed.
Ik ken ook verhalen van mensen die ‘mentaal terminaal ziek’ zijn. Soms jongeren, voor wie het leven al jaren onleefbaar is en die meerdere zelfmoordpogingen hebben ondernomen. Als deze mensen onder toezicht van een arts kunnen sterven, omringd door hun dierbaren, is dat een zegen. Maar laat dat een uitzondering blijven en niet de regel.
Bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie kunt u gratis, anoniem en 24/7 praten over zelfmoord. Telefoon: 0800-0113. Of chat op www.113.nl
Lees ook
Psychiaters, zie de rauwe realiteit onder ogen
[ad_2]