Thomas Azier zoekt niet meer de grote schreeuw, maar wel de verbinding met het Noorden

[ad_1]

Thomas Azier reisde de wereld rond en woont nu in Parijs. Toch voelt hij zich een kind van het Noorden. Op woensdag 25 oktober treedt hij op met het Noordpool Orkest in Groningen. Eerder dit jaar traden ze al op in Scheemda, op het Grasnapolsky festival. Vervolgens sprak Jacob Haagsma met Azier.

Thomas Azier woont in Parijs met zijn vriendin, hun 1-jarige zoon en haar dochter uit een eerdere relatie – 14 jaar oud. “Een intense combinatie, kan ik wel zeggen.” We hebben wel iets te bespreken. Thomas Azier heeft een prachtig nieuw album uitgebracht, De inventaris van ons verlangen . En met het Noordpool Orkest van Groningen Reinout Douma maakt hij een paar bijzondere optredens.

Thomas Azier, die in zijn eerste jaar aan de Academie voor Popcultuur in Leeuwarden naar Berlijn werd gestuurd om te ontdekken wat voor soort artiest hij eigenlijk is, die samenwerkte met mensen als Stromae, die de wereld rondzwierf en gaandeweg het album schreef. Verdwaald die Thomas Azier maakte, zocht meer aansluiting bij zijn roots in Fryslân, in het Noorden.

Tegen de wind in naar school fietsen

Hij werd geboren in Leiderdorp, groeide op in Nijeberkoop en woonde ook een tijdje in Groningen voordat hij naar Berlijn vertrok. Nuchterheid, tegen de wind in naar school fietsen: dat soort dingen. “Een verlangen naar Fryslân, een samenwerking met mensen uit dat gebied. Dat heeft mijn hart nooit verlaten, het kwam steeds weer terug.”

Azier kwam in contact met Reinout Douma via Elly van der Goot, kersverse directeur van theater De Lawei in Drachten maar destijds werkzaam op de cultuurafdeling van de provincie Fryslân. Hij werd enthousiast en ‘overdonderd’ door de show van Azier in Groningen afgelopen najaar. “Hij begreep wat ik zocht.”

De samenwerking kwam onverwacht snel tot stand, op het Grasnapolsky festival in maart dit jaar. De lijnen zijn kort: Mariska Berrevoets, zakelijk leider van het Noordpool Orkest (al lang gevestigd in Drachten), is tevens directeur van dat festival. Woensdag 25 oktober spelen ze weer samen in De Oosterpoort in Groningen. En een dag later weer in Haarlem.

En wat zal dat zijn? “Ik ben erg op mijn hoede voor het cliché van de indiezanger met een orkest achter zich. Ik probeer me veel te concentreren op de muzikanten die ik om me heen heb, de band. Dat is de basis. Dan probeer ik een uitdaging te vinden met het orkestrale arrangement , om iets toe te voegen.”

Nog twee repetities en dan gaan we

Daar hoort improvisatie bij, maar ook de organische overgang tussen akoestisch en elektronisch. “Dat vind ik heel interessant.” Azier, band en orkest hadden er twee repetities voor, “en toen gingen we.” Ik houd van die spanning.” In zekere zin is dit project een verlengstuk van De inventaris van ons verlangen , het bord. Hij werkte immers bewust samen met muzikanten met verschillende achtergronden.

Na corona, na jaren van stilstand waarin fysiek samenspelen vrijwel onmogelijk werd en zijn vorige album Liefde, wanordelijk verdween in een statisch vacuüm, daar verlangde hij naar. Muziek als vorm van menselijk contact, als collectieve ervaring.

Dat verlangen is steeds groter geworden, zegt hij, ‘want ik ben eigenlijk best eenzaam in mijn muziekpraktijk. Dat vind ik leuk, omdat ik de controle heb. Maar hoe ouder ik word, hoe meer ik die controle wil verliezen. De spanning ligt. Dat heb ik geleerd van de visie van Tom Waits: wat je krijgt als je mensen bij elkaar zet die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben.”

Neem de extreem geschoolde jazzsaxofonist Maarten Hogenhuis, eigenlijk uit Leeuwarden, versus Obi Blanche, gitarist uit de punky avant-garde hoek die zich zorgen gaat maken over het verschil tussen mineur en majeur en je glazig aankijkt als je om een ​​G mineur vraagt zevende akkoord.

“Hij noemt zijn gitaar ‘de hark’ en hij hakt erop totdat hij een noot krijgt. Dat is niet mijn achtergrond, maar wat hij meebrengt is dit: hij laat alles ontsporen wat ik op de rails zet. En dan krijg je iets spannends. Ik wil uitdagen de mensen van het orkest om dingen met hun instrument te doen die niet voor de hand liggen.”

Saxofonist Maarten Hogenhuis, een ontzettend wijze jongen

Maarten Hogenhuis, onder meer door zijn regelmatige optredens in DWDD een van de meest zichtbare jazzmuzikanten van het land, die Maarten, die Thomas Azier al heel lang kent.

“Een ongelooflijk wijze jongen, zijn hersenen bewegen zo ongelooflijk snel, hij is een van de meest getalenteerde muzikanten met wie ik in mijn leven heb gespeeld. Hij kan als het ware horen welke toon een hond blaft. Dan heb je een heel interessant gesprek met zo’n Obi, een muzikant die blijkbaar niets met hem te maken heeft. Maarten ook, ik speelde dingen als Can en Neu!, of Gray (de postpunkband van de jong overleden kunstenaar Jean-Michel Basquiat). Avant-garde dingen, dingen die irriteren, die uit de toon zijn, die niet noodzakelijk correct zijn. Anti-muzikaal. Ik wilde hem overtuigen van mijn idee van Europese popmuziek, waarin we inspiratie putten uit allerlei soorten muziek.”

Maarten Hogenhuis liet zich vooral inspireren door de minimalisten. En zo ontstonden de prachtig geblazen saxcirkels in een soort contrapunt met stem, in het immens delicate Baby met blauwe ogen. Een slaapliedje voor Aziers jonge zoon.

Dat is het meest intieme moment op een plaat, T De inventaris van ons verlangen Dus, die ook niet afhankelijk is van pathos en grootse, theatrale gebaren. En dat pakte in het verleden wel eens anders uit.

Vul de lege ruimte niet in, maar laat het zelf voelen

Een bewustwordingsproces, zegt hij. “Over de pathos, het huilen om de mensen, het invullen van alle emoties in plaats van dat ze het zelf voelen en er ruimte voor maken. Daar dacht ik vroeger minder over na. Ik wilde schreeuwen, ik ben hier, ik wil gehoord worden.” “Daar heb ik nu minder van. Muziek maakt deel uit van mijn leven, maar het is niet langer de grote schreeuw van: hier ben ik. Meer de abstractie.”

Hoe belangrijk is dat sociale aspect van muziek maken? Na de corona-horror zocht Thomas Azier echt de vriendschap met muzikanten, vooral instrumentalisten. “Mensen die mijn manier van schrijven waarderen. Een mix van poëzie en proza, maar ook het performance-aspect. Neem het op en maak je er niet veel meer zorgen over. Dan heb je ook mensen nodig die die taal verstaan, die conceptueel kunnen denken.”

En tja, de Noorderlingen onder elkaar. Obi Blanche is een Fin. Of Nick Helderman, fotograaf en filmmaker met wie Azier regelmatig samenwerkt. Hij komt uit Leeuwarden en woont inmiddels ook in Parijs.

Sanne Sannes, cultfotograaf uit Groningen

Thomas Azier kwam daar terecht via zijn Franse vrouw, die zijn leven en werk op verschillende manieren beïnvloedde. “Ze opende allerlei deuren in mijn hoofd. Op het gebied van fotografie, film, beeldende kunst. Ook muziek, moet ik zeggen.” Die abstractie van zojuist, die hij probeert te bereiken door minder te zoeken naar grote gebaren? Dat komt ook door de kunst die hij via zijn vrouw ontdekt.

Zij houdt zich bezig met de visuele kant van Aziers werk. Zo kwam ze op de foto voor de cover, van de Groningse cultfotograaf Sanne Sannes – die in 1967 op slechts 30-jarige leeftijd bij een ongeval om het leven kwam. “Grappig dat hij ook uit het Noorden komt.”

Dit interview verscheen eerder op 8 maart 2023.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *