[ad_1]
In twee zeer verschillende onderzoeksvragenlijsten werd mij de vraag gesteld: ‘Hoe vaak heeft u zich de afgelopen maand kalm en rustig gevoeld?’ De ene was afkomstig van een academisch ziekenhuis dat de psychologische impact van schade wilde weten, de andere van het Sociaal Planbureau Groningen.
De antwoorden kunnen variëren van ‘nooit’ tot ‘altijd’ en gradaties daartussen vind ik altijd erg lastig, en in ieder geval vind ik dit een lastige vraag. Want wat is ‘kalm en rustig’? Dat weet ik niet eens meer. Is het rustig en vredig om aan een krantenartikel te werken? Ik kan er soms behoorlijk nerveus van worden. Ik ga ook wel eens tekeer tegen de lade waar naast de sleutels allerlei rommel ligt! waarom is dit hier! als ik haast heb en mijn autosleutel meteen wil vinden: ben ik kalm en vredig? Of heb ik last van prikkelbaarheid, dat is een andere vraag: ‘Hoe vaak heeft u de afgelopen 4 weken last gehad van de volgende klachten: maagpijn, prikkelbaarheid, hoofdpijn, hartkloppingen, slecht slapen, duizeligheid, zenuwachtig of gespannen gevoel en oh ja: hoesten of keelpijn?’
Kennelijk gaan de onderzoekers ervan uit dat ik allerlei zenuwklachten zou kunnen hebben. En ze gaan er ook van uit dat mijn antwoord verband houdt met wat ze willen weten, en niet met mijn haast, mijn onzorgvuldigheid, mijn occasionele hoofdpijn zolang ik leef, of de voortdurende slechte slaap van iemand anders. (Ik niet, ik ben een goede slaper. Wat er ook gebeurt. Nou ja, een aardbeving houdt me wel een tijdje wakker, dat geef ik toe, maar dan is het weer zzz en zzzz).
Ik vraag me altijd af hoe onderzoekers conclusies trekken uit de data, of met de aarzelingen en twijfels waarmee je ze opzadelt door ‘zelden’ ‘meestal niet’ ‘ik weet het niet’ aan te vinken.
Ik fantaseer graag over verhuizen, gewoon omdat het leuk is om te fantaseren over verhuizen. Dus als het onderzoeksbureau vraagt of ik daar over nadenk, moet ik met een gerust hart zeggen: vaak! maar dat heeft niets te maken met wat ze willen weten: hoe het aardbevingsprobleem mijn leven beïnvloedt. Ik ben maar een fantast.
Moet je steeds maar grappen maken en zeggen: nee, ik ben nooit prikkelbaar, ik ben altijd kalm en stil, ik denk nooit aan verhuizen? Omdat de onderzoekers eigenlijk niet willen weten hoe ik me voel, maar hoe ‘mensen’ zich voelen in omstandigheden die toevallig ook de mijne zijn?
De uiterlijke schade als gevolg van een operatie maakt mij niet zenuwachtig, maar heeft een andere invloed. Belemmert dat u sociale contacten? vraagt de studie. Nee. Maar ik ben depressiever – is dat waar? En is dat waarom? Zelfs het invullen van uw eigen vragenlijsten is bijna onmogelijk. Laat ik zeggen dat ik anders over mezelf ben gaan denken op een manier die niet zo gemakkelijk te definiëren is. Minder zelfvertrouwen, verlegener, is dat iets voor op de vragenlijst? Hoe vaak voelt u zich verlegen? Zelden.
Of heel vaak? Maar dat was altijd zo.
In de tussentijd las ik gretig de resultaten van dergelijke onderzoeken. ‘Groningers zijn over het algemeen heel tevreden over hun leefomgeving’ en ja, ik ook. Sterker nog, de Groningers lijken er ongeveer hetzelfde over te denken als alle andere Nederlanders, en dat is niet zo verwonderlijk. Gemiddelden zijn altijd een beetje gemiddeld, daarom zijn ze er.
Gemiddeld ben ik net zo kalm en beheerst als ieder ander.
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 9 oktober 2023.
[ad_2]