Ik houd van de filosofische invallen van lieddichter Willem Sluiter. Ze zijn om uit je hoofd te leren

[ad_1]

Ondanks een verkoudheid zingt Gert Oosterom een ​​lied van Willem Sluiter en het gaat goed. Het applaus in de volle Aurorazaal van de Vrije Universiteit is welverdiend. Aurora – zonsopgang, geen betere plek om een ​​lied te zingen van natuurliefhebber Sluiter bij de opening van de tentoonstelling ‘Van Achterhoek tot Amsterdam. Willem Sluiter 350 jaar.’

In de zeventiende eeuw trok de man te voet door de Gelderse Achterhoek, genoot van de nachtegaal en het landschap en betrad de boerenerven en arbeiderswoningen voor een goed gesprek. Sluiter was predikant in Eibergen. Men vond hem aanvankelijk ‘te jong en onervaren’. Hij was ook pas 23 jaar oud toen graaf Otto hem daar benoemde.

Maar de jonge predikant was een serieuze man. Behalve de nachtegaal hoorde hij ook de boeren zingen. Dat ging toen een paar honderd jaar later de Achterhoekse boerenpopgroep ‘Normaal’ van Bennie Jolink zong: ‘heel luid’. Sluiter schaamde zich voor de teksten. Jop Pollmann schreef in 1935 dat de populaire melodieën van die tijd ‘walgelijk waren in hun geestloosheid en weerzinwekkend in hun vulgariteit’. Hij durfde…

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *