Hoe de oorlog tussen Gaza en Israël een vriendschap in gevaar brengt

[ad_1]

Het is een ongewone vriendschap. De islamitische leider Rasit Bal en de joodse politica Hanneke Gelderblom zijn al tien jaar bevriend. Hun vriendschap staat al een week onder grote druk.

Louis Dros

In normale tijden, zegt Rasit Bal, ‘bellen we elkaar ongeveer twee keer per maand…’

“…en nu een paar keer per dag”, vult Hanneke Gelderblom aan.

Samen maken zij deel uit van het Overlegorgaan voor Christenen, Joden en Moslims (OCJM). Hij is de vertegenwoordiger van Turkse moskeeën. Zij is de D66-senator met een joodse achtergrond. De twee zijn goede vrienden. Maar hun vriendschap staat onder druk.

Want terwijl de wapens rond en in Gaza praten, stijgt ook in Nederland de spanning. “Als wij, vrienden, elkaar niet kunnen vasthouden, wat zal er dan elders gebeuren?” zegt Gelderblom.

Ze doet er niet geheimzinnig over: na het bloedbad van Hamas staat haar relatie met Bal onder spanning. “Dat voel ik zeker ook”, beaamt Bal.

‘Ik werd het beu om sommige Bijbelteksten met christenen te bespreken’

Ze hebben niet de neiging om over koetjes en kalfjes te praten of elkaar een tijdje te negeren. “Precies niet”, reageert Gelderblom. “Dan willen we met elkaar praten.” Vandaar de dagelijkse telefoontjes.

En in Trouw praat over het belang van een onwaarschijnlijke vriendschap. Dat gesprek vindt plaats in de huiskamer van Hanneke Gelderblom in Scheveningen. Bekend terrein voor Rasit Bal. “Ik kom hier regelmatig.” Ze kennen elkaar inmiddels zo’n tien jaar.

De Haagse D66-politicus Gelderblom was lange tijd lid van het Overlegorgaan voor Joden en Christenen, “totdat ik het beu werd om sommige Bijbelteksten met christenen te bespreken. De echte sociale problemen draaiden om moslims. Zo kwam ik terecht bij het Overlegorgaan voor Christenen, Joden en Moslims. Met jou, Rasit.

Bal weet nog steeds wat hij toen dacht. “Ik zag de OCJM als een kans om in contact te komen met autochtone Nederlanders. Je moet weten: ik kwam pas op mijn vijftiende vanuit Turkije naar Nederland. Een kans, maar ik was ook ongerust, omdat ik daar was namens mijn islamitische aanhangers. En dan samen iets doen met Joden… Gelukkig zijn we vriendinnen geworden, Hanneke. Dat gebeurt zelden. Vreemd, nietwaar?

Gelderblom: “Ik was meteen heel blij met je. U bent het voorbeeld van een geïntegreerde Europese moslim. Geen enkele fundamentalist gelooft dat Joden van de aardbodem moeten verdwijnen. Ik wou dat alle moslims zo waren. Ik kan je alles vragen, en jij weet alles.

“Ik concentreer me op hoe we het hier vredig kunnen houden.”

Als de koffie om tien uur arriveert, hebben Gelderblom en Bal al uren samen doorgebracht. Het begon die ochtend om acht uur in de studio van Radio West met een duogesprek over wat joden en moslims verdeelt op Nederlandse bodem.

Daar kwam een ​​’probleem’ naar voren, dat ze verder zullen bespreken. ‘Rasit, ik begrijp je zorgen. Je achterban kijkt naar de Nederlandse, maar ook naar de Turkse en Marokkaanse zenders.” Deze laatste zijn doorgaans in het voordeel van de Palestijnen.

Bal: “Ik vertel een evenwichtig verhaal en focus op hoe we het hier rustig houden. Maar als Turken of Marokkanen zeggen: jullie verwoorden onze gevoelens niet voldoende, dan moet ik daar rekening mee houden.”

Gelderblom: “Ik herken dat ze je daarop aanspreken. Als ik de belangen van de Palestijnen wijs, hoor ik van mijn aanhangers: maar Hamas heeft Israël aangevallen!”

Ieder woord in de verklaring van het overlegorgaan werd vijf keer heen en weer gewisseld

Het overlegorgaan waarin zij beiden zitting hebben, heeft in de week na die aanslag een verklaring opgesteld. Gelderblom: “Elk woord ging vijf keer heen en weer. De aanhangers van Rasit moesten het ermee eens zijn, de orthodoxe en liberale joden, christenen, die ook erg verdeeld zijn, dus we hebben veel aangepast. Het is hard werken als je de vrede wilt bewaren. Extreem hard.”

Ze leest de eerste alinea voor: mensen zijn ‘geschokt door de immense uitbarsting van geweld veroorzaakt door de aanval op Israël’. “Vroeger was dat ‘over Joden’. Maar in de volgende paragraaf worden de ‘slachtoffers’ opgesomd. Allemaal, niet alleen joden. Netanyahu’s pad van haat en wraak brengt alleen maar duisternis en niet naar vrede.”

Bal: “We willen voorkomen dat het conflict van daar naar hier komt. Dat is moeilijk. Wij voelen de spanningen. Ik houd rekening met de gevoelens van mijn achterban.”

Gelderblom. “Dat snap ik wel. In ons overlegorgaan hadden we ooit als uitgangspunt: problemen daar moeten daar opgelost worden. Helaas bestaat het conflict nu ook hier. Wie dat ontkent is niet verstandig. Dus laten we er toch maar over praten. Is dat zo?” rechts?”

Bal: “Ja. Aanvankelijk waren de zaken enigszins formeel in de OCJM. Informeer elkaar. Heel zakelijk. Leuke gesprekken. Maar we merkten dat we verder wilden gaan, elkaar echt wilden begrijpen. Zo kom je in elkaars persoonlijke sfeer, die kwetsbaar was. Jij hebt hierin het voortouw genomen, Hanneke. In het begin was ik niet erg dapper, ik bleef liever voorzichtig op de vlakte.”

‘Als ik nu de Koran lees, denk ik aan jou’

Volgens Gelderblom is de drijvende kracht achter hun vriendschap “openheid en het besef dat we anders zijn. Daarin kunnen we elkaar vinden.”

Een beslissend verschil is dat tussen Jood en Moslim. Bal vertelt over zijn ‘cognitieve kennis’ van de Koran. “Daar gaat 60 procent van de informatie over het Joodse volk. Wij delen profeten, een geschiedenis. Die kennis had ik dus. Maar door jou is dat een belevenis geworden. Als ik nu de Koran lees, denk ik aan jou en aan andere joden.

“Als ik dat in mijn gemeenschap vertel, zijn ze verbaasd. De afstand tot het Joodse volk is in de huidige verhoudingen anders dan in de traditie het geval was.”

Gelderblom wil graag vertellen over de rol die zij Iran toeschrijft in het escalerende geweld. “Dat is het kwaadaardige genie, via hun pion Hamas veranderen ze dit conflict in een religieuze oorlog. Ik dacht dat dat iets uit de middeleeuwen was, maar als Iran zijn zin krijgt, zitten we er binnenkort middenin. Ze willen elk gesprek tussen religies vernietigen. Als we niet oppassen, krijgen we dat ook binnen de OCJM.”

‘Als we elkaar laten gaan, krijgt Iran zijn zin’

Bal: “Ik ken jouw ideeën over Hamas en Iran. Maar over dat soort dingen praat ik niet, omdat het lastig is voor mijn achterban. Denk je dat het zou helpen als ik dat deed?”

Gelderblom: “Ik denk het wel. De jongere generatie kent de geschiedenis niet. Als we elkaar laten gaan, zal Iran zijn zin krijgen.”

Bal: “Als we hier de banden verbreken, wordt het inderdaad somber. Maar ik denk dat wat we hier doen niets met Iran te maken heeft.”

Gelderblom: “Nee? Denk je dat echt? Ik kan het niet scheiden van Iran.”

Bal: “Ik wel. Hamas is een onafhankelijke organisatie met eigen overwegingen. Hun aanval was puur terrorisme, daarvoor hebben ze Iran niet nodig.”

Gelderblom knikt krachtig nee. ‘Ik neem het je niet kwalijk, maar we moeten hier nog eens over praten.’

‘Je praat met je handen, Rasit. Typisch Joods’

Terwijl ze op de bank poseren voor een foto, plannen ze de rest van de dag. Gewoon een broodje in de middag en dan een bezoek aan een mensenrechtenorganisatie. Vervolgens naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken. En dan naar Sociale Zaken. Bal vertelt over een project dat ze hiervoor samen hebben opgezet. “Het was bijna rond, we willen Joodse en islamitische jongeren van 15 tot 25 jaar met elkaar kennis laten maken. Dat was al heel moeilijk, nu is het bijna onmogelijk geworden. Toch gaan we door.”

Gelderblom observeert Bal. ‘Je praat met je handen, Rasit. Typisch Joods.” “Misschien ben ik wel een beetje Jood geworden”, lacht Bal. “En ik ben een beetje moslim”, reageert Gelderblom.

Tijdens het gesprek gaat haar mobiele telefoon voor de vijfde keer over. Ze antwoordt nu ook. “Dat doet ze altijd”, zegt Bal. ‘Of ik nu tegen haar praat, tegen jou of tegen een predikant, ze geeft altijd antwoord. Nee, het irriteert mij niet, ik ben er aan gewend geraakt.” Zijn eigen mobiele telefoon staat stil.

Gelderblom beëindigt het gesprek en verontschuldigt zich. “Ik ben een politiek dier. Ik zit al 25 jaar in de politiek en dan leer je dat je altijd je telefoon moet opnemen.”

Het gesprek gaat verder over bellen. Bal: “Ik ben veel thuis en dan hoort mijn vrouw wat we bespreken als ik je bel. Dat irriteert haar. Ze heeft het gevoel dat ik aan het onderhandelen ben.”

Gelderblom: “Dat is nieuw voor mij.”

‘De polarisatie is toegenomen. Ik worstel met loyaliteit’

Bal: “De polarisatie is toegenomen. Dat ervaar ik ook bij mijn achterban. Ik worstel met loyaliteit. Daar voel ik de druk: Rasit, waarom ga je daarheen?”

Gelderblom leunt naar voren, richting Bal. ‘Goed dat je mij dit vertelt. Ik wist niet dat het voor jou zo speelt.’

Bal: “Hanneke, ik hoor je vaak zeggen: we moeten elkaar niet loslaten. Zelf ben ik daar niet echt bang voor, de persoonlijke band is sterk. Of eigenlijk is het anders. Er is druk van mijn supporters. Dit maakt het lastig om elkaar vast te houden.

‘Ik ga door. Uit overtuiging, uit sympathie. Maar ik wil deel blijven uitmaken van mijn gemeenschap. Mijn geloof verliezen is geen optie. Ik vind het niet erg om enige afstand te voelen tot mijn land van herkomst, maar de spanning kan ondraaglijk worden, waardoor er kortsluiting ontstaat in mijn gezin. Ik kan best veel aan, maar ik ben niet de enige die het moment van kortsluiting bepaalt.”

Gelderblom: “Als je dat voelt aankomen, zeg je dat dan ook?”

Bal: “Ja, dat zal ik doen.”

Lees ook:

Christenen en Joden verenigden zich tegen de vernietiging van de Koran.

Afgelopen zomer keerde het Overlegorgaan voor Joden, Christenen en Moslims zich tegen het verbranden van Korans. Volgens de leden zou een verbod hierop de vrijheid van meningsuiting niet belemmeren.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *