‘Grote groep’ ondernemers betaalt coronaschuld niet af

[ad_1]

Een ‘grote groep’ van ruim 60.000 ondernemers heeft grote moeite met het afbetalen van hun coronaschulden aan de Belastingdienst. De ondernemers lopen één of meerdere maanden achter met het nakomen van hun verplichtingen, schrijft staatssecretaris Marnix van Rij (Belastingdienst, CDA) maandag in een brief aan de Tweede Kamer. Ruim een ​​derde daarvan – 21.000 debiteuren – heeft tot nu toe helemaal niets betaald.

Tijdens de coronapandemie maakten zo’n 400.000 ondernemers gebruik van de mogelijkheid om het betalen van belastingen tijdelijk uit te stellen. Het ging om onder meer circa 47,7 miljard euro aan loonbelasting, inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en BTW. In oktober vorig jaar introduceerde de Belastingdienst een aflossingsregeling: ondernemers konden in vijf jaar tijd in zestig maandelijkse termijnen hun schulden afbetalen.

Toen deze regel in werking trad, had een groot aantal ondernemers hun schuld al afbetaald: er stond nog 19,6 miljard euro open bij 266.000 ondernemers. Volgens Van Rij is dat bedrag inmiddels gedaald naar 13,2 miljard euro en vallen nog 193.000 ondernemers onder de betalingsregeling. Ruim tweederde van hen ligt op schema met hun aflossingen.

Lees ook
Kabinet: ruim 60.000 bedrijven hebben nog steeds geen coronaschuld afgelost

Afgelopen oktober begonnen 266.000 ondernemers met het afbetalen van coronaschulden.

Er is veel veranderd

In een maand tijd is er veel veranderd: eind augustus stuurde de staatssecretaris ook een brief naar de Kamer over de betalingsregeling. Op dat moment liepen nog 90.000 ondernemers achter op schema, van wie 43.000 nog niets hadden afbetaald. De wanbetalers hadden toen 5,5 miljard euro uitstaan, nu is dat 4,1 miljard. Toch “wordt niet gezegd dat dit per definitie een gunstige ontwikkeling is”, schrijft Van Rij.

Niet iedereen die uit de regeling stapt, heeft zijn schulden afbetaald. Wie te ver achterloopt, of sinds de start van de regeling een extra belastingschuld heeft opgebouwd, gaat met de ‘reguliere’ schulden naar de prullenbak. Voor zo’n ondernemer wordt de betalingsregeling stopgezet, waarna hij niet meer in de cijfers wordt meegerekend.

In juli stuurde de Belastingdienst voor het eerst brieven naar 35.000 ondernemers met de mededeling dat zij niet langer deel uitmaakten van het programma. Sommigen betaalden vervolgens hun schulden af ​​of vroegen om hulp bij de herstructurering. Ongeveer 27.000 ondernemers zijn uiteindelijk overgegaan op het reguliere incassoprogramma: zij moeten hun schuld in één keer betalen. Bij een aantal van hen heeft de Belastingdienst inmiddels beslag laten leggen op bezittingen.

Lees ook
Nieuwe wet biedt bedrijven een extra kans om faillissement te voorkomen



<p>Een klant in een Big Bazar-filiaal.  Het faillissement is opnieuw opgeschort vanwege een herziening van de faillissementswet.</p>
<p> ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”https://images.nrc.nl/Phox80vFuDiC0niD8Mls2ziAtcI=/160×96/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/ gegevens104937976-611777.jpg”/></p>
<p>Van de 60.000 ondernemers die volgens de cijfers nog steeds achterlopen, riskeert een groot aantal hetzelfde lot.  In oktober trekt de Belastingdienst de betalingsregelingen van nog eens 9.000 ondernemers in, en in november krijgen 30.000 anderen een laatste waarschuwing.  Het gaat om ondernemers met een ‘structurele betalingsachterstand’, aldus de staatssecretaris.</p>
<p>Volgens Van Rij zit verreweg het grootste deel van die groep in kleine bedrijven: zo’n 43.000 mensen.  Onder de grote bedrijven zijn er ongeveer 600 wanbetalers.  Ruim 40 procent van de kleinere ondernemers heeft een schuld van minder dan 5.000 euro.  Toch zijn zulke relatief beperkte bedragen ‘voor kleine bedrijven blijkbaar lastig in te halen’, merkt Van Rij op.</p>
<p>De meeste probleemgevallen situeren zich – relatief gezien – in de bouw- en transportsector.  Ongeveer 40 procent van de ondernemers heeft een betalingsachterstand.  Ook de horeca en detailhandel worden vaak genoemd als risicosectoren, vooral omdat het aantal faillissementen daar bovengemiddeld is.  Volgens Van Rij zijn de aflossingsproblemen in deze sectoren echter niet hoger dan gemiddeld.</p>
</div>
<p>[ad_2]</p>

		
		
			</div><!-- .entry-content .clear -->
</div>

	
</article><!-- #post-## -->


	        <nav class= Post navigation

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *