[ad_1]
Het aantal wintersporters dat gehavend terugkeert groeit. De ANWB ontving ruim 10 procent meer hulpvragen van de alarmcentrale. Deskundigen maken zich zorgen over het aantal Nederlanders dat ongecontroleerd de piste af stormt, met alle gevolgen van dien.
Na een ernstig ski-ongeluk staat de Oostenrijkse advocaat Stephan Wijnkamp in de winter vaak op de piste om de zaak te reconstrueren. ‘Je bent daar een paar uur. En wat je dan voorbij ziet komen, hoe mensen skiën… Het wordt ieder jaar gekker.”
Wijnkamp volgt het nieuws op de voet en meent steeds meer ernstige ongelukken te zien. “De ernst is bovengemiddeld. Dat was vorig jaar al en die ontwikkeling zet zich voort. Mensen hebben een gebrek aan technologie, denken dat ze veilig zijn door allerlei vormen van bescherming en maken vervolgens problemen”, zegt de advocaat uit Imst in Tirol, gespecialiseerd in ski- en bergsportrecht.
Hij noemt het geen overmoed. “Dat vereist dat je het gevaar ziet. Dat is niet waar. Iedereen begrijpt dat als je met 40 kilometer per uur van je fiets valt, de kans bestaat dat je het niet overleeft, maar op de piste racen wintersporters met een slechte techniek ongecontroleerd rond met 70 kilometer per uur.”
Ruim 11.000 hulpvragen bij ANWB Alarmcentrale
Na vorige week heeft de ANWB Alarmcentrale de balans opgemaakt van de wintersportperiode tussen december en maart. Er kwamen 11.000 hulpvragen binnen, waarvan de meeste autopech. Ruim 1.100 mensen raakten gewond, een stijging van 10 procent. Het aantal mensen dat zo zwaar gewond raakte dat zij per ambulance of ligtaxi naar Nederland moesten worden vervoerd, steeg van 155 naar 170.
De verwondingen variëren. “Ook zijn er veel blauwe plekken en verwondingen”, zegt woordvoerster Sanne Over. Maar ook knie-, been- en armblessures. Dat het ook vreselijk mis kan gaan blijkt uit het feit dat er deze winter al zeker drie Nederlanders op de piste zijn omgekomen.
‘Wintersporters overschatten hun eigen kunnen ernstig’
Ook Thiebout VandenBergh van het Oostenrijkse Bureau voor Toerisme maakt zich zorgen. Ook op de pistes ziet hij hoe mensen hun eigen kunnen enorm overschatten, vooral in de moeilijke omstandigheden waarmee de wintersportgebieden te maken kregen door het wisselvallige weer in de Alpen. Vooral op harde, snelle pistes waar bijvoorbeeld ‘s nachts wat regen vroor, merkt hij dat wintersporters zich qua snelheid en skistijl niet aanpassen.
“Ze zien soms het gevaar gewoonweg niet en storten zich dan vaak ongecontroleerd naar beneden, waardoor er vervelende ongelukken gebeuren. Altijd skiën onder controle en beseffen dat de politie een ski-ongeluk heel serieus neemt.”
‘Nalatigheid door gladde baan’
Ook komen skiërs regelmatig met hoge snelheid in botsing met voorwerpen. Bij meerdere ongelukken kwamen Nederlanders tegen bomen of hefpalen terecht. Ook Wijnkamp kijkt met argwaan naar de baanbeheerders. Niet voor niets behartigt hij de belangen van de partner van de Nederlandse vrouw die vorig jaar overleed op een te steile en te ijskoude helling in het skigebied Hintertux. Samen met een vriendin gleed ze in een afgrond. De liftexploitant, verantwoordelijk voor het pistebeheer, wordt samen met zijn directeur en twee medewerkers vervolgd wegens grove nalatigheid.
“Deze mensen skieden gecontroleerd en met voldoende techniek”, benadrukt Wijnkamp. “Maar deze baan was een ijskap geworden en had gesloten moeten worden. Er is daar te weinig aandacht voor de veiligheid. In Hintertux was het de route naar de vallei. Als je het sluit, zal het ook economisch pijn doen.”
De Nederlandse Ski Vereniging stelt dat het merendeel van de skiërs zich goed voorbereidt en binnen de grenzen blijft. “In extreem drukke gebieden zie je uiteraard incidenten. Je moet bij jezelf kunnen blijven, maar uiteindelijk kan er in alle drukte om de hoek een ongeluk gebeuren. En onder moeilijke omstandigheden gaat het uiteraard sneller mis.”
[ad_2]
