De wijze woorden van Herzberg over vergelding

[ad_1]

Terwijl Israël en Gaza met wapens vechten, zetten wij in Nederland de oorlog voort met andere middelen: vlaggen. Uit sommige overheidsgebouwen wappert de Israëlische vlag, in sommige straten lopen demonstranten met Palestijnse vlaggen, en om een ​​keuze tussen die twee te vermijden is op nogal wat plekken besloten om de eigen of de Nederlandse vlag halfstok te hijsen. , wat op zijn beurt de beschuldiging van lafheid oproept.

Een onterechte beschuldiging, naar mijn mening. Ik begrijp dat de Israëlische vlag wordt gebruikt om medeleven te betuigen in dagen van shock en rouw. Maar gezien de dynamiek van dit conflict, waarin Palestijns geweld steevast wordt beantwoord met massale Israëlische vergeldingsmaatregelen, zelfs ten koste van de levens van onschuldigen, bestaat het risico dat een dergelijke vlag zal worden geïnterpreteerd als een teken van instemming met de Israëlische aanpak. .

Het zwaaien met de Palestijnse vlag

Dat is een slecht idee, simpelweg vanwege de bezetting en belegering van Palestijns gebied. En dat geldt nog meer nu Israël de levering van water, voedsel en elektriciteit aan de geïsoleerde 2,2 miljoen inwoners van Gaza heeft geblokkeerd en de bommen blijven vallen.

Wees gerust: het lijkt mij ook zeer ongepast om met de Palestijnse vlag te zwaaien na de ongekende terreur van Hamas. En het is volkomen dronken dat er plannen waren – ze zijn er nu gewijzigd – om dat te doen in het gewonde hart van de Amsterdamse Joodse wijk.

Premier Rutte noemde de landelijke geschillen over de juiste vlaggen ‘klein’ en er zit ook iets grotesks in. Maar het komt voort uit betrokkenheid en onmacht, en die zijn niet klein, maar groot – de woede en het verdriet moeten ergens heen.

Bid niet voor Israël

Persoonlijk voelde ik de behoefte om een ​​stap terug te doen, niet weg van het nieuws, maar eronder of erachter, wat je maar wilt. Een aanzet hiervoor kwam in een e-mail die ik ontving van voormalig pastor Bram Grandia. Hij verwees naar een oecumenische bijeenkomst in Amsterdam in 1967, bijgewoond door Holocaust-overlevende Abel Herzberg.

Herzberg wilde bidden voor vrede in het Midden-Oosten, maar niet voor vrede voor Israël. De verlossing van Israël lag hem nauw aan het hart, maar ‘deze verlossing brengt het inzicht met zich mee dat de tranen van een Arabische moeder om haar gevallen zoon even zwaar wegen als die van Rachel die huilt om haar kinderen’.

Ik greep er meteen naar in mijn boekenkast De man in de spiegel, een enorme Herzberg-collectie, en als ik deze column niet hoefde te schrijven, zou ik hem nog steeds lezen. Herzberg vertelt onder meer hoe drie gevangenen in Bergen-Belsen weigerden de soep te eten omdat deze gemaakt was van paardenvlees en dus niet koosjer.

Het idee van vergelding

Vasthouden aan wat voor hen heilig was, hoe hongerig ze ook waren, hield hen op de been. Mensen hebben zo’n ‘psychologische tegenkracht’ nodig als ze zich willen bevrijden van de vijand, zegt Herzberg, en dat is iets anders dan vergelding.

Het is niet zo dat hij het kwaad ongestraft wil laten. ‘Je moet een moordenaar voor zijn moord laten betalen, maar alleen in jouw eigen valuta en niet in de zijne. Die munt moet vrij zijn van het idee van vergelding en niet besmet zijn door de haat die er het levensprincipe van heeft gemaakt.’

Ik weet niet of ik zoiets zou kunnen doen. Maar het zijn wijze woorden.

Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘meedogenloze aan de ene kant en aan de andere kant’ predikt. Lees ze hier.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *