Al staat de wereld in brand, in verkiezingsprogramma’s heeft het buitenland een bijrol

[ad_1]

De wereld staat in brand, maar in de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen speelt het buitenland een ondergeschikte rol. Trouw dook de verkiezingsprogramma’s in. Hoe kijken de partijen over de grenzen heen?

Christoph Schmidt

In het hart van Europa woedt een oorlog waarvan het einde nog lang niet in zicht is. De aanslagen van de terroristische Palestijnse organisatie Hamas op Israël werpen ongetwijfeld nog een lange, pikzwarte schaduw ver de toekomst in. De Europese Unie beleeft even moeizame als uitdagende tijden. En dan hebben we het nog niet eens over ontwikkelingen, brandhaarden en gevaren verder weg van Nederland: de lange arm van China, de komende presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten.

Nu de inwoners van Nederland op 22 november naar de stembus mogen om een nieuw parlement te kiezen, zou je verwachten dat de ongekend woelige wereld waarin we leven een prominente plaats inneemt in de campagnes en de partijprogramma’s, zeker in een van oudsher zo internationaal georiënteerd land.

Maar dat is niet zo. In het merendeel van die verkiezingsprogramma’s is ‘buitenland’ het afsluitende hoofdstuk. Nogal wiedes, zullen de deelnemende partijen zeggen: de knoppen waaraan we kunnen draaien, zitten nu eenmaal vast aan Nederlandse apparaten, of het nou om het minimumloon gaat, belastingtarieven of het verstrekken van bed, bad en brood aan asielzoekers. Wat er in het Midden-Oosten en China gebeurt, hebben de gekozen Nederlandse politici minder in de hand.

Eigenlijk is er niets nieuws onder de zon. Ook bij vorige verkiezingen stonden buitenlandse thema’s niet bepaald centraal tijdens de campagne en de debatten. Tenzij ze raken aan directe Nederlandse belangen: velen zullen zich nog het ‘Geen cent meer naar Griekenland’ kunnen herinneren van VVD-leider Mark Rutte, voor de verkiezingen van 2012.


Verkiezingsthema’s onder de loep

Trouw ontleedt in de aanloop naar de verkiezingen een aantal thema’s die een belangrijke rol spelen in de campagne. Deze week staan het buitenland- en defensiebeleid centraal. Waarom is er in de campagne zo weinig aandacht voor het buitenland? Hoe staan de partijen tegenover de Navo-norm om minstens 2 procent van het nationaal inkomen aan defensie uit te geven? En wat zijn de standpunten over ontwikkelingssamenwerking?

Ook in de verscheidene stemwijzers en kieskompassen, die de kiezer een handje moeten helpen in hun stemgedrag, komt het buitenland er doorgaans bekaaid vanaf. ‘Moet Nederland uit de EU stappen?’, was in de Stemwijzer van 2021 de enige ‘buitenland’-vraag. Toch zal ook het komende kabinet de handen vol hebben aan buitenlandbeleid, zoals ook het huidige (demissionaire) kabinet-Rutte IV dat had en heeft.

“Het voordeel van een klein land is dat het een groot buitenland heeft”, zei oud-minister Joseph Luns ooit. Kiezers zijn erbij gebaat om te weten hoe de politieke partijen tegenover dat grote buitenland staan, afgaand op hun verkiezingsprogramma’s.

Over het Israëlisch-Palestijnse conflict zijn daarin weinig nieuwe standpunten te ontdekken, voor zo ver de oude er nog in staan. Het slepende conflict was dan ook van menig partijpolitiek prioriteitenlijstje afgevallen, vóór de ongekende Hamas-aanval op Israël, toen de meeste verkiezingsprogramma’s er al lagen. Afhankelijk van de actuele ontwikkelingen speelt het thema wellicht toch een rol in de komende debatten.

1. OORLOG OEKRAÏNE

Voorspellingen doen over de uitslag van de komende Kamerverkiezingen is een hachelijke onderneming. Maar een van de uitkomsten die iets minder onvoorspelbaar zijn, betreft de steun aan Oekraïne in zijn strijd tegen de Russische invasiemacht. Die steun zal ook in de nieuwe Tweede Kamer pal overeind blijven.

‘We moeten tot het uiterste blijven gaan om Oekraïne te helpen winnen, zonder zelf actief in de gevechten betrokken te raken’, staat in het verkiezingsprogramma van de VVD. ‘Wij steunen Oekraïne net zo lang tot het wint’, belooft het CDA. ‘De Russische aanval op Oekraïne is ook een aanval op onze veiligheid’, stelt GroenLinks-PvdA.

De piepjonge partij van Pieter Omtzigt, Nieuw Sociaal Contract (NSC), komt pas eind deze maand met haar verkiezingsprogramma, als een van de laatste. We moeten het voorlopig doen met de ‘Politieke lijn’ die Omtzigt bij de presentatie van NSC in augustus publiceerde.

Daar staat alvast weinig buitenland in. ‘De inval van Rusland in Oekraïne heeft nog eens extra duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is dat een relatief klein en open land lid is van een aantal internationale bondgenootschappen’, lezen we.

Het verkiezingsprogramma van de BoerBurgerBeweging (BBB) besteedt relatief veel aandacht aan Oekraïne. ‘BBB staat als een huis achter Oekraïne en de verdediging van zijn soevereiniteit tegen de Russische invasie. BBB steunt de inwoners van Oekraïne niet alleen omdat het het juiste is om te doen, maar ook omdat het voortbestaan van Oekraïne in het belang is van de Nederlandse veiligheid.’

Hoe de PVV van Geert Wilders de toekomst van het Nederlandse Oekraïne-beleid ziet, wordt uit het verkiezingsprogramma niet helemaal duidelijk. Maar wie Wilders tijdens de debatten daarover heeft gevolgd, krijgt wel een beeld. De PVV keurt de Russische invasie vierkant af, in tegenstelling tot een van de concurrenten op radicaal rechts, Forum voor Democratie (FvD).

Tegelijk heeft Wilders zich tegen het sturen van militair materieel gekant. Wat hem betreft zou de steun van grootmacht de Verenigde Staten voldoende moeten zijn. ‘Terwijl onze krijgsmacht niet meer in staat is om het eigen grondgebied te verdedigen, sturen we ons schaarse materieel naar Oekraïne’, staat in het PVV-programma. ‘Onze nationale verdediging wordt dus ernstig verzwakt, omdat het kabinet ook hier het buitenland belangrijker vindt dan ons eigen land.’

Het FvD-programma omschrijft het bloedige conflict als ‘de verschrikkelijke Navo-oorlog tegen Rusland op het grondgebied van Oekraïne’.

2. UITBREIDING VAN DE EU

De Europese verkiezingen? Die zijn toch pas volgend jaar? Enerzijds klopt dat: op 6 juni gaan stemgerechtigden in Nederland naar de stembus voor het Europees Parlement. Anderzijds zou je de Tweede Kamerverkiezingen nog veel Europeser kunnen noemen. Het kabinet dat op basis van de verkiezingsuitslag in elkaar wordt gezet, zal immers praktisch elke week op ministersniveau in Brussel meepraten over EU-beleid, of het nu om migratie gaat of om klimaat. Die ministers hebben minstens zoveel in de EU-melk te brokkelen als Europarlementariërs (‘veel meer’, fluisteren sommigen).

Toch gaat ook deze verkiezingscampagne niet of nauwelijks over de koers die de Europese Unie de komende jaren zal moeten inslaan.

Een enkele partij roept nog vanaf de zijlijn om een ‘nexit’ (een vertrek van Nederland uit de EU) maar de lotgevallen van het Verenigd Koninkrijk zetten de aanhangers daarvan nauwelijks nog aan tot enige geestdrift.

Een onderwerp waarover de EU-lidstaten de komende maanden en jaren wél concrete stappen moeten zetten (of juist niet), is de uitbreiding met nieuwe lidstaten. In Brussel staat dat thema bovenaan de prioriteitenlijst.

Het gaat dan om een aantal landen in de Westelijke Balkan, waaronder Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië, maar ook om Georgië en – last but not least – Oekraïne. Mogelijk komt de Europese Commissie dit najaar nog met de aanbeveling om de toetredingsonderhandelingen met Oekraïne in gang te zetten, ook al zal dat een lang en moeizaam proces worden.

Wat staat daarover in de verkiezingsprogramma’s? ‘De toekomst van Oekraïne ligt in de EU’, vindt GroenLinks-PvdA. ‘De landen op de Westelijke Balkan moeten eveneens een realistisch uitzicht hebben op lidmaatschap. Ook Moldavië krijgt dat perspectief. Met het Turkije van Erdogan moeten de onderhandelingen bevroren blijven.’

Verder pleit GroenLinks-PvdA voor ‘stapsgewijze toetreding’, waarbij een aspirant-lidstaat eerst lid wordt van bijvoorbeeld de douane-unie. Volledig lidmaatschap zou dan pas later komen, als aan alle bijbehorende voorwaarden is voldaan.

Dat voorstel treffen we ook aan in het verkiezingsprogramma van Volt, met kop en schouders de meest EU-gezinde partij. ‘Om het uitbreidingsproces te kunnen versnellen zonder de criteria te verzwakken, pleit Volt voor hervorming van het toetredingsproces tot een gefaseerd proces, waarbij het lidmaatschap met bijbehorende rechten, in porties verkregen kan worden.’

Volt pleit verder onomwonden voor een ‘Verenigde Staten van Europa’, met een Europese minister-president en een minister van buitenlandse zaken. Daarmee zouden wat Volt betreft alle nationale ministers van buitenlandse zaken kunnen verdwijnen.

Het hele Europese krachtenveld overziend, zijn dat voorstellen die qua realiteitszin niet zo gek ver af liggen van de diametraal tegenovergestelde nexit-pleidooien. In de harde Brusselse politiek van alledag liggen dergelijke vraagstukken in ieder geval totaal niet op tafel.

‘Uitbreiding van de EU is in ons belang’, vindt D66. ‘We denken daarbij in eerste instantie aan Oekraïne en de landen op de Balkan. De Balkan is niet onze achtertuin, maar onze binnentuin. Als wij niet kunnen besluiten hoe we met hen een gezamenlijke toekomst vorm gaan geven, dan gaan autocraten dat voor ons doen.’

Omtzigts NSC ziet het EU-lidmaatschap als onmisbaar voor Nederland, maar is wel kritisch over het functioneren van de Unie. ‘Verdere uitbreiding van de EU, zowel geografisch als qua bevoegdheden, is niet onmiddellijk wenselijk’, staat in het beginseldocument.

Volgens de SP is de EU in het recente verleden ‘te snel’ gegroeid. ‘Verdere uitbreiding is dan ook niet mogelijk.’ De SP is weliswaar niet voor een totale nexit, maar wil wel af van de euro. ‘We starten daarom onderhandelingen over ordentelijke ontvlechting en treffen voorbereidingen voor alternatieven die beter zijn voor alle economieën van de aangesloten landen’, lezen we in het verkiezingsprogramma.

Over EU-uitbreiding met nieuwe landen stelt de BBB zich vrij neutraal op. ‘Bij gesprekken en verkenningen over toetreding, blijven de toetredingscriteria hard.’ Dat vindt ook de VVD. Die gebruikt in haar verkiezingsprogramma de woorden die premier Rutte de laatste jaren vaak bezigde als het over EU-uitbreiding gaat: ‘strikt en fair’. Verder vinden de liberalen dat eventuele toetreding van nieuwe lidstaten ‘gepaard moet gaan met hervormingen om slagvaardig en betaalbaar te blijven’.

Voor de Partij voor de Dieren moeten die hervormingen rigoureus zijn. ‘De EU wordt niet verder uitgebreid zolang de democratische controle niet op orde is.’

3. STRATEGISCHE AUTONOMIE

Niet iedere kiezer weet wat het concreet betekent, maar het begrip ‘strategische autonomie’ keert in menig verkiezingsprogramma terug. Kernidee is dat Europa minder afhankelijk moet worden van onder meer de economische en militaire grootmachten Verenigde Staten en China. ‘Bijvoorbeeld door cruciale productieketens beter te spreiden over verschillende landen of productieketens deels terug te halen naar Europa’, staat in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie.

‘Strategische autonomie van Europa vereist ook technologische macht’, stelt GroenLinks-PvdA. ‘De sterke afhankelijkheid van buitenlandse platforms, software en hardware stelt Europa bloot aan Chinese spionage, economische dwang en Amerikaans surveillancekapitalisme.’

BBB wil ‘druk uitoefenen op de internationale gemeenschap om de status als ontwikkelingsland van China te herzien en zo financiële voordelen te verminderen via de Wereldhandelsorganisatie’. Maar dat wil volgens de partij ‘niet zeggen dat we alle banden met China doorsnijden’.

Als het over China of Rusland gaat, noemen veel partijen ook de dreiging die uitgaat van (cyber)aanvallen op infrastructuur. De VVD wil ‘via ons buitenlandbeleid en slimme industriepolitiek de afhankelijkheid verminderen van landen als China en Rusland. Dat doen we door samen te werken met alternatieve leveranciers van grondstoffen en producten en door te investeren in onze defensie- en de eigen industrie in strategische sectoren.’

‘Nog altijd is Nederland volstrekt onvoldoende doordrongen van het gevaar dat uitgaat van Chinese inmenging’, constateert Ja21. ‘Er is meer daadkracht nodig om te voorkomen dat gevoelige Nederlandse informatie en data in Chinese handen vallen, maar ook om te voorkomen dat China zijn grip op essentiële domeinen zoals telecomnetwerken en onze energievoorziening kan versterken.’

Lees ook:
Europese Unie zet mensenrechten opzij in deals met autocraten

Mensenrechten komen de EU op dit moment niet uit. Alles is gericht op het voorkomen van het opvangen van nieuwe migranten en vluchtelingen, ook als dat betekent dat er deals worden gesloten met autocraten.

Ook landen van buiten de EU willen graag aanhaken bij de afspraken over migratie

Ook niet-EU-landen sluiten zich aan bij de door de Italiaanse premier Giorgia Meloni geleide missie om een einde te maken aan illegale migratie.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *