[ad_1]
Woensdag 17 januari is het weer zover, dan komen de twaalf fraters van het Sint Antoniusgilde bijeen in Dwingeloo. Om de huur te innen, eet je grijze erwten met beboterde vis en rook je een Goudse pijp.
De zeventiende januari, de dag van Sint Antonius, heeft in Dwingeloo nog steeds een bijzondere betekenis. Die dag, stipt tien uur, komen de twaalf fraters van het Sint-Antoniusgilde bijeen in Hotel Wesseling om de huur van de eigendommen van het gilde in ontvangst te nemen.
Dit gilde bestaat al eeuwen. Het instituut, dat minstens uit de 16e eeuw dateert, werd voor het eerst genoemd in een officieel document in 1598. Helaas gingen alle stukken verloren bij een brand in 1632. In 1672 werden de oude wetten zoals ze voorheen golden opnieuw vastgelegd in het gildeboek.
Als er plaatsen in het gilde vrijkomen, worden deze aangevuld. Meestal blijft het gildelidmaatschap in de familie en wordt de zoon gekozen in plaats van de vader. Als er geen directe erfgenaam is, zoekt men onder de neven of zwagers.
‘Kraentiespot’
Aan het begin van de gildedag ontmoeten de broers elkaar onder het genot van een kopje koffie uit de kraentiepot. Als alle agendapunten zijn afgehandeld, pakt iedere gildebroeder de lange Goudse pijp waarop zijn naam staat uit het pijpenrek en steekt deze aan. Alle geldende regels worden nageleefd.
Rond twaalf uur is het tijd voor de traditionele gildemaaltijd. Het bestaat uit grijze erwten met beboterde vis, spekvet, ham en rollade. De rollade moet worden gemaakt van het vlees van de tiende en elfde rib. Vervolgens wordt rijst met bruine suiker en boter geserveerd.
Negen pond boter
In de middag wachten ze op de komst van de huurders en huurders. Oorspronkelijk waren alle pachtgelden in natura, zoals boter- en grondinkomsten. Tegenwoordig worden ze met geld betaald. Eén uitzondering hierop: de bewoner van het Schultehuis aan de Brink is nog steeds verplicht zijn huur te betalen in de vorm van negen pond boter.
Alles verzameld, de gildebroeders blijven nog steeds bij elkaar en genieten ‘s avonds van een broodmaaltijd en warm bockbier. Rond 21.00 uur beslissen de mannen waaraan de dagopbrengst zal worden besteed. Om precies 22.00 uur is de gildedag voorbij.
Het Sint-Antoniusgilde werd destijds uitsluitend uit liefdadigheid opgericht. Het in stand houden van deze gildedag en alles wat daarbij hoort is historisch gezien voor Drenthe zeer opmerkelijk.
[ad_2]