Hoelang wordt er nog gekegeld in de Friesche Club? Kegelcub Acht om de Lange viert 100-jarig bestaan, maar wordt ze ook 101?



Alsof je in een tijdmachine bent gestapt, zo voelt het als je het kegelhuis achter de Leeuwarder club De Friesche Club binnenstapt.

Er was eens het geroezemoes van acht bowlingclubs. “Maar ze zijn allemaal letterlijk gestorven”, zegt de voorzitter van de laatst overgebleven bowlingclub in het bowlinghuis van de Friesche Club.

Koning kegel

Meindert Holtrop is al veertig jaar lid van ‘Acht om de Lange’, een kegelclub waarvan de naam verwijst naar de positie van de kegels tijdens het spel: acht kegels omringen een kegel die iets langer is dan de rest: de ‘koningskegel’. ‘.

Onze club

Fryslân kent honderden sportverenigingen, groot en klein. De LC zet er elke week één in de kijker door een pijl naar de provinciale kaart te gooien. Waar de pijl landt, bezoeken we een club. Vandaag zijn we op:

Naam: Acht voor de Lange
Plaats: Leeuwarden
Sport: Kegelen
Opgericht: 1924
Aantal leden: 9

Van die veertig jaar heeft Holtrop 38 jaar in het bestuur gezeten. Hij is ongeveer zeven jaar voorzitter geweest. Wat maakt het kegelspel zo mooi? Arie van der Meijden, 82 jaar en al tientallen jaren lid, sluit aan: “Op het moment dat ik aan het gooien ben, voel ik de spanning in mijn lichaam. Ik concentreer me, controleer mijn ademhaling. Het is maar even, maar toch. En dan gooien.”

De regels van bowlen zijn eenvoudig. Iedere speler mag de bal tien keer richting de negen kegels gooien en scoort daarmee punten. En dat vier keer. Er kunnen in totaal 360 punten worden verdiend. Het clubrecord van 358 punten staat op naam van Holtrop, zegt hij, wijzend op de bijbehorende trofee. Een sierlijke kegel, ooit gemaakt door een lid dat bij een houtbedrijf werkte. Dat record is zijn grootste trots als bowlingspeler, onthult Holtrop.

Magisch effect

De vraag is hoeveel trofeeën er nog bijkomen. De bowlingclub heeft negen leden, van wie de meesten ruim boven de zeventig zijn. En ook al staat in de notulen dat het maximale aantal clubleden zestien is – “Anders wordt het te druk” – geeft Holtrop toch toe: negen is heel weinig.

Het is niet bij iedere bowlingclub gebruikelijk om na te denken over continuïteit. “Je speelt gewoon elke dinsdagavond kegelen en dat is leuk, dan denk je niet echt aan de toekomst.”

Bij Acht om de Lange, zegt Holtrop, wordt er altijd aan de toekomst gedacht. “Maar dat er nu nog maar negen leden over zijn, komt voor een belangrijk deel door fysieke ongemakken waardoor leden afhaakten.” Sterfgevallen en de coronapandemie hebben ook niet bepaald geholpen. “De Friesche Clubs waren gesloten, we konden geen clinics geven en hadden eigenlijk geen mogelijkheden om nieuwe leden voor te stellen.”

Jubileum jaar

Toen filmmaker Eza Doortmont (1993) ongeveer een jaar geleden aan de deur klopte met de vraag of de bowlers een rol wilden spelen in een echte documentaire, werden Holtrop en consorten plotseling geconfronteerd met hun eigen sterfelijkheid.

Doortmont is visueel antropoloog en gefascineerd door ‘kleine, gesloten werelden’. Tijdens het maken van de documentaire stelde ze de ene na de andere vraag die duidde op het einde van de 100-jarige club. Holtrop: “Het besef van eindigheid was er al een tijdje, maar is sinds die documentaire nog sterker geworden.”

Honderd jaar? Honderd jaar! Acht om de Lange zit midden in een jubileumjaar. Als je dit leest zijn de negen leden nog aan het bijkomen van het jubileumfeest van afgelopen vrijdag. Rondleidingen, bowlingclinics en een vertoning van de documentaire van Doortmont De club vormden het hart van de festiviteiten. De film, één FryslânDOK van Omrop Fryslân, is ook op televisie te zien geweest.

Ondeugende blik

Terug naar de basis. Bowling. Dinsdagavond is hier heilig. Dan is Holtrop er om kwart voor zeven om de verwarming aan te zetten. Penningmeester Ype Goedemoed, tevens horecavrijwilliger, zet het koffiezetapparaat aan: stipt half acht, de kegelavond begint met een kopje koffie.

Speel dan een potje kegelen, met het oog op de klok. “Omdat we vanaf acht uur bier kunnen drinken”, zegt Van der Meijden – tevens lid van de feestcommissie – met een ondeugende blik. “Het is zo gegroeid.”

Holtrop: “Het is niet zomaar een avondje kegelen, we hebben echt een wedstrijdprogramma.” Tegen elf uur is de avond voorbij, terwijl dat vroeger soms rond middernacht was.

Normale tafels

Sinds 1991 is de bowlingvereniging gevestigd in de Friesche Club, in de voormalige garage van Jan Riedstra. Een paar jaar later werden de klassieke houten bowlingbanen vervangen door plastic exemplaren: de oude banen werden omgebouwd tot de robuuste houten reguliere tafels waar de leden nu elke dinsdag omheen verzamelen.

Een kleine tien jaar geleden zag de toekomst van de bowlingclub er nog rooskleurig uit. De toenmalige huurder van de Friesche Club zag potentie in de sport en bood in samenwerking met de rondvaartboten in de Leeuwarder grachten een arrangement aan. Zeilen, borrelen, eten, kegelen. “Dat ging als een tierelier”, zegt Holtrop. “Het heeft ons twee nieuwe leden opgeleverd.”

En nu hangt de vlag anders. Net als eind jaren tachtig en begin jaren negentig, vlak voordat de Friesche Club bowlers omarmde. Nu dreigt Acht dakloos te worden omwille van de Lange. Er lijkt geen plaats meer voor haar te zijn in de Friesche Club, die op zoek is naar een plan om het hoofd boven water te houden.

“Misschien kunnen we naar Goutum gaan, waar nog een paar bowlingclubs zijn. Maar ik weet niet of je iedereen mee krijgt.” Toch hebben zich twee aspirant-leden aangemeld, zegt Holtrop hoopvol. “Eén is 23.”

Volgende week zijn wij aanwezig…

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *