Kinderen in Tytsjerk dragen de oorlogsverhalen uit hun dorp voortaan met zich mee



Met een dosis achtergrondkennis en een interviewcursus op zak spraken dertig kinderen van ontmoetingsschool De Romte in Tytsjerk de afgelopen zes weken met ouderen in hun buurt. Ze vroegen hen hoe het was om in een oorlog te leven. “Ik heb mijn thuis nooit gekend.”

Dit jaar heeft basisschool De Romte met groep 7 en 8 deelgenomen aan het educatieve programma ‘Oorlog in mijn Buurt’, waarin de buurt en ontmoetingen tussen generaties centraal staan. “Het interviewen van oorlogsgetuigen en het laten vertellen van de verhalen door de kinderen vormen de kern van het project”, legt projectleider Froukje Dijkstra uit.

De kinderen van 11 en 12 jaar kregen diverse gastlessen over de Tweede Wereldoorlog. Een jonge verzetsstrijder vertelde hoe zij tijdens de oorlog illegale kranten verspreidde. De buurthistoricus liet zien hoe het er in oorlogstijd aan toe ging in Tytsjerk. En tijdens de goed/fout gastles werden de kinderen aan het denken gezet: hoe fout was die Tytsjerkster NSB’er of was het allemaal niet zo zwart-wit?

Razzia? Hongerwinter?

Na een extra interviewles mochten de kinderen zich in groepjes van vier, soms vijf kinderen bij hun dorpsgenoten voegen. Een vragenlijst gaf richting aan het gesprek. ‘Was u bang toen u voor het eerst een luchtalarm hoorde?’, ‘Hebt u een luchtaanval meegemaakt?’, ‘Heeft u ook last gehad van de hongerwinter?’. Tijdens de interviews zag Dijkstra regelmatig dat de kinderen onder de indruk waren. “Het waren prachtige ontmoetingen met bijzondere vragen van de kinderen en ontroerende, spannende, soms grappige, maar altijd mooie verhalen van de ouderen.”

Dat was woensdag ook duidelijk te merken tijdens de slotbijeenkomst in het dorpshuis It Lemieren (de voormalige christelijke basisschool, red.) in Tytsjerk. De kinderen vertelden welke verhalen er bij hen binnenkwamen en gaven dit door aan de geïnterviewden zelf, hun familieleden en andere geïnteresseerden. Dat leverde af en toe ontroerende taferelen op, zag Dijkstra.

“Het idee is dat de kinderen vanaf dit moment de erfgoeddragers zijn van de verhalen van hun dorpsgenoten”, zegt Dijkstra. “Zij kunnen de verhalen uit die tijd blijven vertellen, bijvoorbeeld tijdens de 4 mei-herdenkingen. Zo gaan de verhalen nooit verloren.”

Timmerfabriek

Jeldau, Anniek, Vince en Wytze mochten mee met Oebele Leistra (95 jaar) uit Tytsjerk. Leistra werkte tijdens de oorlog bij timmerfabriek Harm de Boer in Burgum, die deel uitmaakte van de ondergrondse. Zonder dat zijn ouders het wisten, hielp Oebele zijn baas. “Ik, die de leiding heb, ben nu net zo slecht als Jim, ik ben helemaal niet fan van Burgum totdat Eastermar en Garyp de underdogs moeten waarschuwen voor een razzia. Ik heb mijn leven nog niet beëindigd, maar ik ben net naar de timmerfabriek.”

Alle ouderen hadden iets meegemaakt dat hen tot op de dag van vandaag achtervolgt. Leeuwarden werd twee dagen bevrijd toen Henk van der Laan (91 jaar, toen 11 jaar) met zijn vrienden Jan en Anne in een garage speelde. “Het was 17 april 1945. Er stonden verlaten Duitse vrachtwagens. We klommen in een wagen en haalden er een kist uit. Deze zat vol munitie. Maar toen werd ik binnengeroepen voor het avondeten. Even later hoorden we een luide knal. ”

Zijn vrienden waren op slag dood. Tot op de dag van vandaag weet Van der Laan: ‘dat had ik kunnen zijn’. “Ik had veel geluk, maar ik miste mijn twee beste vrienden. Ze liggen allebei begraven op de Huizumer begraafplaats. We zijn met de klas naar hun begrafenis geweest. Ik kan hun doodskisten nog zien”, vertelde hij aan Elin, Jesper, Rayan, Petra en Iris.

Woensdag besteedden de kinderen evenveel aandacht aan dit drama als aan de hond van Van der Laan. Maar dat is volgens Dijkstra ook zo mooi. “Kinderen halen er soms heel andere dingen uit dan ik tijdens de voorgesprekken. Ze vroegen bijvoorbeeld of de kinderen Sinterklaas vierden tijdens de oorlog.”

Gewonde soldaten

Evan, Luna, Petra, Myrthe en Thijs spraken met Adri Pietersen (97 jaar) die tijdens de oorlog aan de Schenkenschans in Leeuwarden woonde. Hij dook onder voor de Arbeitseinsatz en wist er uiteindelijk helemaal uit te komen door als elektricien te gaan werken in het oorlogshospitaal in de kazerne in Leeuwaren. Daar werden gewonde Duitse soldaten binnengebracht. Medisch geschoold of niet, Pietersen moest ook assisteren bij operaties om de instrumenten steriel te houden. Wat hij daar zag, herinnert hij zich nog tot in detail.

Anneke van der Schaaf – Santema was tenslotte nog niet eens geboren toen haar vader werd doodgeschoten op de Afsluitdijk. Dat was in mei 1940, toen de oorlog net was begonnen. Van der Schaaf – Santema woonde tijdens de oorlog in Tytsjerk. ‘Jongen, ik heb een foto van hem. Meer heb ik niet”, zegt ze tegen Myrthe, Andries en Fenna. Jaarlijks gaat ze naar de herdenking op Kornwerderzand waar de naam van haar vader op het oorlogsmonument staat.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *