Het principe dat een patiënt geen schade mag worden berokkend, zou volgens de Europese vereniging van psychiaters centraal moeten staan in de zorg voor transjongeren. In een verklaring Escap, waar psychiaterverenigingen uit 36 landen bij betrokken zijn, roept zorgverleners op ‘om geen experimentele en onnodig invasieve behandelingen met onbewezen psychosociale effecten te promoten’.
Het gaat om puberteitsblokkers en geslachtsoverschrijdende hormonen. Middelen die ervoor zorgen dat iemand de fysieke kenmerken van het gewenste geslacht heeft. De behandeling staat bekend als het Nederlandse protocol.
Volgens de verklaring is ‘uiterste voorzichtigheid’ geboden bij het voorschrijven van medicijnen aan jongeren met genderdysforie. Volgens Escap is er een groot tekort aan wetenschappelijk onderzoek naar zowel de langetermijngevolgen van medische behandeling als het natuurlijke beloop van gevoelens van genderdysforie zonder medische behandeling.
Zorgen over stijgingen
De directe aanleiding voor de verklaring van de psychiater is de toename van het aantal jongeren dat zich inschrijft voor genderzorg, zegt Robert Vermeiren. Hij is een van de twee Nederlandse professoren die aan het stuk meewerkten. “Verschillende professionals in Europa maken zich zorgen over deze stijging.” De stijging is vooral groot onder geboren meisjes.
“Er is een verandering in het profiel van de sollicitanten”, zegt Vermeiren. Dit roept de vraag op of het bestaande protocol voldoende op hen is afgestemd.
In Nederland is het aantal jongeren op de wachtlijst voor genderzorg tussen 2019 en 2022 gestegen van 2820 naar 8630. In Engeland was een vergelijkbare stijging aanleiding voor een kritisch rapport van kinderarts Hilary Cass. De Engelse gezondheidsdienst besloot puberteitblokkers alleen voor te schrijven als de jongere meedoet aan een wetenschappelijk onderzoek. Ook daar werd de grootste kliniek voor genderzorg, Tavistock, gesloten wegens onzorgvuldig handelen.
“We zien in veel andere landen dat de strengheid en netheid van het Nederlandse protocol niet wordt toegepast”, zegt Vermeiren. Er bestaat met name bezorgdheid over het feit dat puberteitblokkers snel worden voorgeschreven, terwijl ze als een valstrik kunnen werken. Vermeiren: “Ze zouden gebruikt worden om jongeren de tijd te geven om te bepalen of ze wel of niet verder willen in hun transitie. Maar in een analyse zien we dat vrijwel iedereen na de puberteitblokkers doorgaat met geslachtsoverschrijdende hormonen. Is dat correct?”
Uit onderzoek blijkt ook dat een diagnose van genderdysforie in de loop van de tijd ‘onbetrouwbaar en onstabiel’ kan zijn, schreven de psychiaters in hun verklaring. Met andere woorden: misschien verdwijnen die gevoelens of veranderen ze.
“Het probleem is dat we geen glazen bol hebben”, zegt Vermeiren. En zelfs na medische behandeling, of de afwezigheid daarvan, is het moeilijk te vergelijken. “Iemand die zonder medische behandeling ongelukkig is, kan in het andere geval ook ongelukkig zijn geweest.”
Polarisatie
Een ander zorgpunt van Escap is de polarisatie van het debat, zegt de psychiater. “Als je kritisch staat tegenover deze bezorgdheid, lijkt het alsof je tot de antigroeperingen behoort. Als je erin meegaat alsof je alleen maar een professional bent. Wij hopen op een goede discussie en willen dat mensen die echt van geslacht willen veranderen die kans krijgen. Tegelijkertijd willen we ze niet in één richting duwen.”
Lees ook:
Onderzoekers Radboud Universiteit: Niet iedereen die op transgenderzorg wacht, heeft medische behandeling nodig
In sommige gevallen kunnen mensen op de wachtlijst voor transgenderzorg beter naar de reguliere GGZ of de huisarts gaan, zeggen onderzoekers van de Radboud Universiteit. Mensen die vragen hebben over gender of discriminatie hebben hier meer baat bij dan bij een medisch traject.