Op deze voormalige huisdieren kun je kauwen als op een sukadesteak (en ze hebben een speculazig aroma)


Een schildpad is een dier met een bijzonder lage aaibaarheidsfactor: het is een koudbloedig en langzaam reptiel, hij kan niet bij een stok maar kan wel bijten, luistert niet naar zijn naam en bestaat grotendeels uit een koude, harde schaal. Het is dus op zijn minst opmerkelijk dat babyschildpadden net zo populair blijven als huisdieren.

Misschien zijn ze ons dierbaar omdat ze ons doen denken aan de documentaire beelden van duizenden hulpeloze babyschildpadden, die voor het eerst hun ogen openden boven het tropische strandzand in het maanlicht, voordat ze voor hun leven op vier kleine peddels naar het water moesten strompelen. op wat ongetwijfeld de gevaarlijkste reis zal zijn die ze zullen moeten maken in hun potentieel lange leven – terwijl we de stem van David Attenborough meelevend maar feitelijk alle gruwelijke gevaren horen opsommen waarmee de kleintjes te maken krijgen.

Die harde schaal kan een vals gevoel van schokbestendigheid geven: een kind zal zo’n schildpad minder snel verpletteren dan een hamster. Hoe het ook zij, wat helpt is dat ze minder dan zeven euro kosten. “Dus als je zoon al drie weken zegt dat hij een schildpad wil, veranderen ouders meestal in week vier van koers”, zegt Ivo Roessink, onderzoeker aquatische ecologie bij WUR. “Zonder dat je weet waar je aan begint. En als mijn zoon het drie weken later weer beu is, wordt dat dier net zo makkelijk voor dat geld de sloot in”, vult WUR-ecoloog Fabrice Ottburg aan.

Zo zijn de afgelopen jaren duizenden (voornamelijk Noord-Amerikaanse) schildpadden in de Nederlandse natuur terechtgekomen. Deze kleine schildpadjes worden niet alleen groot – de meeste waterschildpadden kunnen gemakkelijk de grootte van een grote frisbee bereiken (30 tot 35 centimeter) – ze kunnen ook heel lang leven, zo’n dertig tot veertig jaar. Hoewel ze in Nederland in het wild niet langer dan tien jaar zullen leven, zullen ze daar nog wel een tijdje blijven.

Op de Waddeneilanden zijn roodwangschildpadden waargenomen, maar daar zwommen ze zeker niet zelfFabrice Ottburg ecoloogecoloog

De roodwangschildpad (Trachemys scripta elegans) was jarenlang de belangrijkste schildpad in dierenwinkels. Totdat de EU in 1997 de import ervan verbood. Daarna schakelde de handel probleemloos over op twee andere ondersoorten: de geelwang- (T. scripta consolii) en geelbuikschildpad (T. scripta scripta). Sinds 2016 staan ​​deze letterschildpadden op de Invasive Exotic List van de Unie, die de import, handel en het houden van al deze schildpadden verbiedt. Daarna schakelde de handel over op de Amerikaanse zaagrug, de Florida-schildpad en de bijtschildpad, en later op de muskusschildpad.

Al deze soorten komen inmiddels in het wild voor in de Nederlandse natuur. Hoeveel precies is niet vast te stellen. Maar de aantallen groeien. Elk jaar worden er meer schildpadden naar opvangcentra gebracht. Bij Stichting Dutch Turtle Shelter in het Friese Harkema zijn dat er dit jaar al 1.100, vergeleken met 850 vorig jaar en 600 in 2018, zegt oprichter en manager Gerard van der Wijk. Het gaat nog steeds grotendeels om briefschildpadden, de verschuiving naar andere soorten laat op zich wachten: in 2018 bedroeg het aandeel briefschildpadden 83 procent, dit jaar is dat nog maar 72 procent.

“We gaan ervan uit dat de meeste mensen die van hun schildpadden af ​​willen, de dieren in het wild dumpen”, zegt Van der Wijk. “Als je ongeveer weet hoeveel schildpadden er zijn verkocht en hoeveel er in het asiel belanden, kun je een ruwe schatting maken. We gaan ervan uit dat er in Nederland ongeveer 200.000 schildpadden in het wild leven” – inclusief de schildpadden.

Alle schildpadden in Nederland zijn exotisch (ze komen hier van nature niet voor). De meeste worden waargenomen in de Randstad en stedelijke gebieden, maar zijn verspreid over het hele land. En elk exemplaar is vrijgelaten, zegt ecoloog Ottburg resoluut: “Op de Waddeneilanden zijn roodwangschildpadden waargenomen, maar daar hebben ze zeker niet zelf gezwommen.” De belangrijkste reden dat Ottburg dit met zekerheid kan zeggen is dat de exotische schildpadden zich hier niet kunnen voortplanten: het is hier simpelweg niet warm genoeg. “Deze schildpadden hebben in de zomer een lange aaneengesloten periode met een temperatuur boven de 26 graden Celsius nodig om zich te kunnen voortplanten. Dat geldt zowel voor de eierproductie in de schildpad zelf als voor de ontwikkeling van de embryo’s in afgezette eieren.”

Niets aan schildpadden is explosief. Ze leggen geen honderden eierenIvo Roessink onderzoeker in aquatische ecologieonderzoeker in aquatische ecologie

Die omstandigheden hebben zich nog niet voorgedaan. Maar het zal niet lang duren. Vorig jaar publiceerde de Ravon een artikel waaruit bleek dat er in Nederland eieren waren gevonden van briefschildpadden waarin embryonale ontwikkeling had plaatsgevonden.

Zwemmen er in Nederland tienduizenden tikkende tijdbommen rond? “Niets bij schildpadden is explosief”, zegt Roessink. “De toename zal ook niet explosief zijn als ze zich gaan voortplanten. Ze leggen geen honderden eieren, zoals rivierkreeften. Eerder een stuk of twintig, waarvan er een of twee volwassen zullen worden.”

Als er nu tien en straks twintig in de stadsgracht liggen, zal dat niet meteen een probleem opleveren. “Maar in kwetsbare vennen of andere geïsoleerde wateren in de natuur kunnen ze ecologische schade aanrichten door de eieren en jongen van vissen of zeldzame amfibieën en insecten te eten”, zegt Roessink. Ottburg vult aan: “Je kunt dit ook zien als indirecte economische schade: in Nederland investeren we veel geld in natuurbehoud, bijvoorbeeld in de bescherming van de groene glazenmaker (een libel) of de knoflookpad. Dan moet je zeker iets doen tegen de verspreiding van die schildpadden.” Bovendien kunnen deze schildpadden ook gevaarlijke ziekten overbrengen op inheemse reptielen en amfibieën.

Illustratie Roland Blokhuizen

In Nederland worden schildpadden voorlopig niet gecontroleerd. Er zijn er niet genoeg en de schade die ze wel of niet veroorzaken is relatief gering. Maar het zijn er steeds meer. En in theorie kunnen ze schade aanrichten. Volgens de opzet van deze sectie rijst dan de vraag: stel dat we ze actief moeten bestrijden, kunnen we ze dan opeten?

Dat is nog steeds een theoretische kwestie. In de eerste plaats omdat er simpelweg niet genoeg van zijn om een ​​serieuze consumptiekandidaat te zijn (zoals bijvoorbeeld nijlganzen of rivierkreeften). Ten tweede is het simpelweg onmogelijk om in Nederland een schildpad legaal uit de natuur te verwijderen en te doden – dat is stropen en dat mag niet. (Tenzij je een dode schildpad vindt, maar dan weet je niet hoe lang die daar al lag). Ik kan ze hier dus ook niet voor je bekijken.

Toch kreeg ik de kans om minstens één van de besproken variëteiten te proeven toen ik eerder deze maand door het zuiden van de VS reisde.

Daar, vooral rond de Mississippi Delta, bestaat een culinaire traditie van het bereiden van moerasschildpadden. Je ziet deze gerechten nog steeds op de menukaarten van restaurants, vooral in New Orleans. Dat is echt een lokale gewoonte. Even verder zat ik meer richting de oostkust, schildpadden vind je niet snel meer op de kaart – wat niet wil zeggen dat het geen schildpaddengebied is: tijdens een twee uur durende kajaktocht in Alabama zagen we er zeker tweehonderd briefschildpadden zonnen op takken langs de oevers. Gelukkig heeft Exoticmeatmarkets.com geleverd ook wild bijtend schildpadvlees in onze B&B in Charleston.

Vanwege die nasmaak denk ik dat zo’n schildpad ook geschikt zou zijn voor het maken van ouderwets Limburgs zuurvlees.

De gewone bijtschildpaddenof bijtschildpadden, zo genoemd omdat ze wreed kunnen bijten, worden in het grootste deel van de VS aangetroffen.

Het eerste wat mij opviel was de donkerrode tot roestbruine kleur van het vlees. Alle reptielen die ik tot nu toe heb gegeten – krokodil, python, Indiase varan – waren veel lichter van spierkleur (mensen zeggen vaak dat ze naar kip smaken, daar ben ik het tot op zekere hoogte mee eens, in die zin dat ze wit zijn en weinig een uitgesproken smaak hebben. ) De donkerrode kleur van de schildpad is het gevolg van zijn ademhalingssysteem, meent Roessink. In tegenstelling tot alligators, die tijdens de winterslaap af en toe naar boven komen om te ademen en altijd oppassen als het vriest dat hun neusgaten boven het ijs uitstekenschildpadden blijven tijdens hun winterslaap soms wekenlang onder water. “Hun spieren zitten waarschijnlijk vol met eiwitten met een heel hoog zuurstofbindend vermogen. Ze zorgen voor die rode kleur, net zoals de zuurstoftransporterende hemoglobine ons bloed rood maakt”, zegt Roessink.

Dat rode vlees heeft een bijzondere zoete kruidengeur, iets kaneelachtigs en tonen van sigarenkistjes of cederhout. Behalve dat het rood is, is het ook erg pezig en taai. Er zit niet veel vlees aan een schildpad, het zijn eigenlijk alleen de poten, er is weinig spierkracht nodig in dat schild. Die vier poten moeten echter het hele schild en de inhoud ervan ondersteunen en zijn daarom behoorlijk stevig. Sommige delen kunnen rood gegeten worden, zoals biefstuk. Maar het is nog steeds taai, denk aan een grote borststeak. Qua smaak lijkt het meer op rundvlees dan op wild, maar dan met een dierlijke ondertoon en daardoor dat zoete, licht speculatieve aroma.

Alle traditionele recepten uit de Creoolse en Cajunkeuken uit de moeraslanden rond de Mississippi, zoals schildpad etouffee, Creoolse schildpadsoep of schildpad gumbo, zijn ook stoofschotels. Ook voor gefrituurde bijtschildpad het vlees wordt eerst gestoofd voordat het paneermeel aan de hete olie wordt toegevoegd. Zelfs na het stomen blijft er een beetje een bite behouden kan ik je vertellen. Door zijn eigen sterke smaak kan hij behoorlijk wat kruiden en wat zuurgraad hebben. Door die ziekelijke, zoete, kruidige nasmaak denk ik dat zo’n schildpad zich ook prima leent voor het maken van ouderwets Limburgs zuurvlees. Maar voor nu zul je dat gewoon als mijn opmerking moeten opvatten.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *