De voormalige Chinese premier Li Keqiang, die in maart met pensioen ging, is op 68-jarige leeftijd overleden aan een hartaanval. Dat melden Chinese staatsmedia vrijdag, schrijft Reuters.
“Kameraad Li Keqiang kreeg op 26 oktober, terwijl hij de afgelopen dagen in Shanghai lag te rusten, een plotselinge hartaanval”, aldus de staatsomroep CCTV. “Nadat alle pogingen om hem weer tot leven te wekken mislukten, stierf hij op 27 oktober om tien minuten na middernacht in Shanghai.”
Li was van 2013 tot maart van dit jaar tien jaar lang hoofd van de regering onder president Xi Jinping. De econoom, opgeleid aan de Universiteit van Peking, werd ooit gezien als een van de leidende kandidaten voor het leiderschap van de Communistische Partij, maar wordt de afgelopen jaren steeds meer buitenspel gezet door Xi.
Lees ook
Aftredend premier Li had gelijk over het nul-Covid-beleid van China, maar zwijgt erover
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2023/03/data97644145-12d503.jpg)
In 2020 trok Li de aandacht toen hij zei dat meer dan 600 miljoen mensen in China minder dan het equivalent van $ 140 per maand verdienden. Dit leidde tot een breder debat over armoede en inkomensongelijkheid.
