De ochtend kan echt heel mooi zijn, maar soms wil ik gewoon weer in bed kruipen | column Herman Sandman



De ochtend kan heel mooi zijn. Als het een tijdje licht is geweest, is de lucht helderblauw en kleuren de bladeren aan de bomen en struiken geel, bruin en rood en steekt er af en toe een stevige herfstbries op.

Het is zo’n ochtend dat ik alleen thuis ben, achter het bureau in de woonkamer zit, met uitzicht op de tuin, de zijkant van het huis van de buren en rook uit een verder gelegen schoorsteen en het stil is, behalve als er er rijdt een auto voorbij.

Maar het is ook een ochtend van lang geleden. Als ik als 13-jarige naar school fiets en het is al licht omdat de klok een uur terug is gezet, met dezelfde blauwe lucht en de bomen langs de weg in rood, geel en bruin en een harde wind doet mijn koude rillingen krijgen vingers en ik ben onzeker over alles.

En op zo’n ochtend pak ik de trein en sta ik in de koude herfstzon op het station van Assen, waar andere jongens rondlopen die net als ik in dienst moeten en de een reist naar Amersfoort, de ander naar Breda of Deventer en ik , ik ga naar Venlo.

Er zijn altijd zulke ochtenden geweest. In de jaren alleen in een klein flatje in Winschoten, later samenwonend in Groningen en later in ons huidige dorp Slochteren, waar ik met mijn zoontjes in de vroege ochtend naar hun school fietste, zij kronkelend en kletsend en ik aandachtig en half met mijn gedachten elders.

Ze rijden nu zelf naar school, maar misschien wel met hetzelfde ondefinieerbare gevoel dat ik mijn hele leven op zulke momenten heb gehad.

Hoewel mooi, zijn er ochtenden waarop ik weer in bed wil kruipen, wat niet mogelijk is omdat er altijd ergens iemand wordt verwacht.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *