Rechts- en linkszijdigheid bij platvissen | WadWeten



Platvissoorten die zowel links als rechts beide ogen kunnen hebben, zijn vrijwel zeldzaam. Je ziet het maar bij enkele van de ruim 700 platvissoorten. De bot is er één van.

Bij de vroegste ontwikkeling van een platvis lopen de ogen naar één kant van het lichaam. Bij veel soorten is het altijd dezelfde kant. De ogen van schol zitten bijvoorbeeld altijd aan de rechterkant. Maar bij de bot is het net iets anders. Het kan links- of rechtszijdig zijn. Reden voor onderzoekers om te kijken of er ook verschillen zijn tussen de linker- en rechterogige botten. Wat lijkt? De linkszijdige hebben een langere mond en een iets andere plaats in het voedselweb.

Platvissen die beide ogen aan één kant kunnen hebben, zoals de bot, zijn catadrome. Deze soort plant zich voort op zee en trekt naar zoet water om te groeien. Volwassen botjes keren in het jaar voorafgaand aan de voortplanting terug naar de zee om daar voorgoed te blijven. Na het uitkomen worden de larven door de zeestroming naar de kust gedragen. Wanneer ze een lengte van ongeveer een centimeter bereiken, ondergaan ze een metamorfose tot platvissen, met hun ogen links of rechts.

Linkszijdige botten zijn overal in Europa een minderheid, ook in de Waddenzee. Maar afhankelijk van de locatie kunnen ze tot 45 procent van de bevolking uitmaken. Biologen vermoedden dat de lichaamsstructuur van de linkszijdige dieren zo verschillend is dat ze ook ander voedsel eten. In een onderzoek hebben ze daarom de lichaamsvorm en voeding van de twee botvarianten onder de loep genomen.

Krachtige beet

Rechts- en linkszijdige botten bleken geen spiegelbeelden van elkaar te zijn. De rechtszijdige hebben een meer langwerpig lichaam. Ook is het smallere deel van de vis, waar de staartvin aansluit op de ruggengraat, langer. De snavel daarentegen is korter.

Bij de eveneens ‘meerzijdige’, nauw verwante platvissoort Platichthys stellatus, die in meer noordelijke wateren voorkomt, hebben de rechtszijdige vissen ook een kortere kaak. Bij deze dieren is aangetoond dat ze hierdoor een krachtigere beet krijgen. Rechtszijdige staartvinnen bijten waarschijnlijk ook krachtiger en zijn daardoor beter in staat harde prooien te eten.

Uit analyse van de maaginhoud van deze botten bleek dat er veel garnalen in zaten. Deze behoren tot de moeilijkste prooien die een platvis eet, dus dit sluit goed aan bij de krachtige beet. Garnalen werden niet aangetroffen in de maag van de linkszijdige botten. Ze aten zelfs meer wormen.

Visuele jager

De functie van het langere smalle deel van de staartvin is minder duidelijk. Vroeger dacht men dat dit rechtshandige mensen zou helpen sneller uit de startblokken te komen om te vluchten of een prooi te vangen. Maar bij de soort Platichthys stellatus lijken de linkszijdige exemplaren explosiever te beginnen.

Een ander opvallend verschil is dat bij rechtszijdige botten het gemigreerde oog verder naar achteren ligt dan bij linkszijdige dieren. Dat geeft hen waarschijnlijk een bredere blik. En dat is niet onbelangrijk want platvissen zijn zichtjagers, die onafhankelijk van elkaar hun ogen kunnen bewegen en zo de omgeving kunnen scannen.

Concurrentie met schol?

Al met al lijken de rechtszijdige botten iets beter uitgerust. Maar als linkszijdige mensen zich specialiseren in het vangen van wormen in het bijzonder, kunnen ze een niche vinden waarin ze goed kunnen overleven.

Wat is het voordeel van variatie in oogzijde binnen één soort? Volgens de onderzoekers betekent dit dat de botten minder concurrentie onderling zullen hebben om voedsel, en ook minder concurrentie met soorten als schol. Zweedse biologen zagen dat in ondiepe wateren waar veel schol zat, relatief veel linkszijdige bot zat. De rechtszijdige bot zou daar meer concurrentie ondervinden van de eveneens rechtszijdige schol.

Bronnen Yershov, PN, GV Fuks en VM Khaitov (2022). Ruimtelijke variatie in de frequentie van linkszijdige morph in Europese Bot Platichthys foutus (Linnaeus, 1758) uit het marginale Noordpoolgebied (de Witte Zee). Diversiteit 14, 1004.

Bergstrom, CA, J. Alba, J. Pacheco, T. Fritz en SL Tamone (2019). Polymorfisme en meerdere gecorreleerde karakters: Verschillen de asymmetrievormen van platvissen ook in zwemprestaties en stofwisseling? Ecologie en evolutie 9: 4772–4782.

Russo, T., et al. (2012). ”Goed of fout”? Inzichten in de ecologie van eenzijdigheid bij Europese bot, Platichthys foutus. Journal of Morfologie 273: 337–346.

WadWeten

Het Waddengebied is het werkgebied van veel wetenschappers. Onder de naam WadWeten publiceren de Waddenacademie en de Leeuwarder Courant maandelijks een artikel over recent onderzoek op en rond de Wadden. Wetenschapsjournalisten Tim van Oijen en Wouter Hoving houden zich bezig met verschillende kennisdisciplines, waaronder biologie, geologie en cultuurgeschiedenis.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *