Van alle migranten die de afgelopen tien jaar naar Nederland zijn gekomen, was 11 procent asielzoeker. Dat staat in het rapport De staat van migratie 2023, die demissionair staatssecretaris Eric van der Burg van Asiel (VVD) vrijdag naar de Tweede Kamer stuurde. Ruim acht op de tien immigranten kwamen naar Nederland voor werk, studie of een romantische partner.
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data105864846-345120.jpg)
Lees ook: Staatssecretaris leunt met een asielwet die hem eigenlijk niet bevalt
Volgens het ministerie was 2022 “een veelbewogen migratiejaar” met een stijging van het aantal immigranten met 61 procent. Dit kwam vooral door het grote aantal vluchtelingen uit Oekraïne: 108.000. In totaal waren er vorig jaar 403.000 immigranten en 179.000 emigranten, wat resulteerde in een positieve nettomigratie van 224.000. Onder de immigranten bevonden zich 49.000 asielzoekers. Oekraïners zijn niet inbegrepen; zij hoeven geen reguliere procedure te doorlopen en kunnen bijvoorbeeld sneller aan de slag dan asielzoekers die in afwachting zijn van hun verblijfsvergunning.
Ruim de helft van de migranten die in 2022 naar Nederland kwamen, waren mensen uit andere EU-landen, net als het gemiddelde over de afgelopen tien jaar. Van alle EU-lidstaten kwamen de meeste migranten vanuit Polen naar Nederland.
‘Informatie voor een evenwichtig debat’
Volgens Van der Burg “demonstreren de snelle ontwikkelingen en de vele debatten op het gebied van migratie het belang van goede informatie” en leveren de cijfers de nodige inzichten “voor een evenwichtig debat en voor een goede beleidsonderbouwing.” De demissionaire staatssecretaris riep gemeenten vrijdag op om meer opvangplekken voor asielzoekers te regelen.
Van der Burg wacht nog af of zijn spreidingswet, die asielzoekers gelijkmatiger over Nederland moet verdelen en gemeenten in sommige gevallen kan dwingen mensen op te nemen, een parlementaire meerderheid krijgt.
