Een 31-jarige vrouw uit Minnertsga is door de rechtbank vrijgesproken van het mishandelen van een buurvrouw op 1 mei vorig jaar in haar vorige woonplaats Franeker.
De vrouw had zich verzet tegen een eerder opgelegde straf van het Openbaar Ministerie. Daarom werd haar zaak maandag door de rechtbank behandeld. Volgens de vrouw was de bovenbuurvrouw via de openstaande voordeur haar woning binnengekomen.
In de gang had ze hem bevolen haar huis te verlaten – “ga weg!” – maar hij deed het niet. De vrouw gaf toe dat ze hem aanvankelijk met haar aansteker in haar hand op zijn kaak had geslagen. Hij sloeg terug en toen begon zij haar met een paraplu te slaan.
Hij stak ook zijn tong in haar mond
Tijdens een worsteling kwamen ze in de woonkamer terecht. Hij schopte tegen haar benen. Ze viel over de bank en hij ging op haar zitten. Hij stak ook zijn tong in haar mond. Per ongeluk vertelde de buurman de politie. Hij trok het snel terug nadat ze erin had gebeten. “De buurman liep door en schoof zijn handen richting mijn kruis”, zei de vrouw ter zitting. ‘Toen pakte ik de glazen kandelaar.’
Daarmee sloeg ze de buurvrouw ook op het achterhoofd. Hij zou haar vaker seksueel hebben geïntimideerd, maar zij heeft hiervan geen aangifte gedaan bij de politie, maar wel bij de woningbouwvereniging. De man verklaarde dat zijn buurman hem in de hal met een mes had aangevallen en dat hij zich alleen maar had verdedigd. De politie heeft het mes niet gevonden.
Hij werd eerder vrijgesproken
Ook hij had aangifte gedaan wegens mishandeling, maar werd eerder door de politierechter vrijgesproken na een succesvol beroep op zelfverdediging. Aanklager Inge Schaafsma vond dat de vrouw haar überhaupt niet had moeten slaan, maar de politie had moeten bellen.
“Ik begrijp het heel goed, maar dat betekent niet dat het mag. Misschien had je jezelf toch moeten opsluiten in de badkamer.” Bij het slaan met paraplu en kandelaar kon zelfverdediging worden ingeroepen, aldus de agent.
Beiden wonen op een nieuw adres
Ook omdat de twee buren inmiddels allebei op een nieuw adres wonen, vond zij een voorwaardelijke boete van 200 euro – met een proeftijd van een jaar – passend. Volgens advocaat Paul Logemann was er sprake van fysieke overmacht en kon zijn cliënt zich daarom “volledig terecht” beroepen op de noodverdediging.
Politierechter Nynke Vlietstra oordeelde dat de vrouw ook na de eerste klap – met de aansteker – op noodverdediging kon vertrouwen. Niet vanwege een onmiddellijke onrechtmatige daad, maar vanwege de bedreigende situatie die de buurman heeft gecreëerd. ‘Je stond in je recht toen je hem in zijn gezicht sloeg.’ Zij sprak de verdachte daarom vrij. ‘Nou, geweldig,’ antwoordde de vrouw. ,,Bedankt.”
