IMF: zonder prijs op CO2 wordt klimaattransitie een schuldendrama


De oplopende mondiale overheidsschulden kunnen de komende decennia voor veel landen onhoudbaar worden als gevolg van de hoge uitgaven aan de klimaattransitie. Om meer belastinggeld binnen te halen – en het klimaatprobleem aan te pakken – moeten regeringen zich haasten om CO2 te belasten2uitstoot. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) deed deze oproep tijdens zijn jaarlijkse bijeenkomst in de Marokkaanse stad Marrakesh.

Het argument voor CO-beprijzing2-emissies staan ​​in het eerste hoofdstuk van de Fiscale monitorhet halfjaarlijkse IMF-rapport over de overheidsbegrotingen. Deze prominente plek illustreert de mate waarin het IMF – van oudsher een monetair en macro-economisch georiënteerde organisatie – zich genoodzaakt voelt zich te concentreren op het klimaatprobleem. Zowel de opwarming van het klimaat zelf (schade veroorzaakt door extreem weer) als de aanpak ervan (de transitie) dreigen overheden veel geld te kosten. Als gevolg hiervan dreigt ook het IMF zelf, als redder in schuldencrises, meer actie te moeten ondernemen.

De staatsschulden zijn na de Covid-pandemie in ieder geval op een hoger niveau gekomen. En ze stijgen sneller dan het IMF vóór ‘corona’ had verwacht. De mondiale overheidsschulden zijn tijdens de pandemie (2020-2021) omhooggeschoten, van ruim 84 naar bijna 100 procent van het mondiale bbp. Vervolgens vielen ze terug naar iets minder dan 92 procent van het bbp in 2022. Dit was te danken aan het economisch herstel, maar ook aan de inflatie, die de waarde van de schulden erodeert.

Dit jaar is de mondiale staatsschuld opgeveerd tot boven de 93 procent van het bbp. Over vijf jaar verwacht het IMF weer bijna 100 procent. De weelderige regeringen van de VS en China, de twee grootste economieën ter wereld, zijn hiervoor grotendeels verantwoordelijk, maar ook in veel Europese landen en opkomende landen zoals India zullen de schulden toenemen. Deze worden minder betaalbaar vanwege de zwakke economische vooruitzichten voor de wereld, waarover het IMF dinsdag afzonderlijk rapporteerde.

Intussen stijgen de rentekosten op schulden: centrale banken hebben de rentetarieven verhoogd om de inflatie tegen te gaan. Volgens het IMF loopt meer dan de helft van de armste landen ter wereld het risico hun schulden niet meer af te kunnen betalen.

Lees ook: Gelukkig stortte de wereldeconomie niet in. Maar ze loopt wel ‘mank’, zegt het IMF

Cycloon Freddy

Het klimaatprobleem brengt veel landen nog meer in de problemen. De opwarming zelf wordt vooral gevoeld door arme landen. Minister van Financiën Sosten Gwengwe van Malawi, dat financieel wordt gesteund door het IMF, zei in Marrakesh dat ‘normale’ regen in zijn land nauwelijks meer voorkomt. “Elke dag met regen heeft tegenwoordig een naam – de naam van een cycloon”, zei hij. Cycloon ‘Freddy’ kostte eerder dit jaar niet alleen duizend levens in zijn land, maar ook 600 miljoen dollar aan schade aan de infrastructuur. “Dat is een enorm bedrag voor een kleine economie als de onze. Wij hebben niet de buffers in de begroting om dit op te vangen.”

De strijd tegen de opwarming van de aarde zal ook kostbaar zijn, waarschuwt het IMF in de Fiscal Monitor. Dit geldt voor zowel arme als rijke landen. Het IMF stelt dat regeringen “dringend” iets moeten doen aan de opwarming van de aarde om “potentieel catastrofale gevolgen” te voorkomen.

Overheden die deze CO gebruiken2₂-uitstoot, voornamelijk via overheidsuitgaven – dat wil zeggen met groene subsidies of investeringen – zullen hun schulden snel doen stijgen, stelt het Fonds. Daarom is het zo belangrijk om een ​​ander instrument in te zetten in de klimaatbestrijding: CO22-belastingen.

CO2-belasting ‘efficiënt’

Door de uitstoot te belasten sla je als overheid twee vliegen in één klap: je reduceert niet alleen de uitstoot, omdat bedrijven een prikkel hebben om minder te vervuilen, maar je brengt ook extra geld in de eigen schatkist, aldus het IMF. Zo kun je als overheid de staatsschuld binnen de perken houden. De Nederlandse IMF-econoom Ruud de Mooij, die medeauteur was van de Fiscal Monitor, noemde CO2-Prijzen in de aanloop naar de bijeenkomst is ‘economisch de beste optie’.

Tegelijkertijd stelt het IMF dat veel landen ook de fossiele subsidies moeten afbouwen, wat ook hun begrotingspositie ten goede zou komen. Volgens het Fonds is een ‘beleidsmix’ ideaal: CO2-belastingen die hoog genoeg zijn, groene subsidies en regulering.

De Mooij en collega’s creëerden twee scenario’s, gebaseerd op het doel van netto nul (per saldo geen uitstoot van broeikasgassen) in 2050. Als een denkbeeldige ‘ontwikkelde economie’, zoals een westers land of Japan, dit doel probeert te bereiken zonder noemenswaardige CO2-uitstoot2₂ belasting zou de staatsschuld van dit land met 45 tot 50 procentpunten kunnen stijgen. Veel staatsschulden zullen in de praktijk “waarschijnlijk onhoudbaar worden”, aldus het Fonds.

Als ditzelfde denkbeeldige land CO kiest2₂-uitstoot zal de staatsschuld in 2050 ‘slechts’ 10 tot 15 procent hoger zijn. De CO2₂ prijs zal aanzienlijk moeten stijgen. In de EU-emissiehandel is dit een vorm van CO2₂ belasting, de prijs van een ton CO2 rond de 80 euro. Die prijs moet in 2050 stijgen naar boven de 200 euro, zegt het IMF.

Voor een ‘grote opkomende economie’ – denk aan China of India – zijn de effecten vergelijkbaar. Schulden dreigen echter zowel met als zonder CO2₂ De belasting zal zelfs hoger zijn dan in ontwikkelde landen.

Politieke haalbaarheid

Het probleem met CO2belastingen is dat ze vaak impopulair zijn. “Politieke haalbaarheid” is een obstakel, geeft het IMF toe. In de VS bijvoorbeeld willen politici dit desondanks niet de oproep van 2019 van Amerikaanse Nobelprijs-economen om de CO2-uitstoot op nationaal niveau te verhogen2belasting in te voeren. In plaats daarvan richt de regering-Biden zich op miljarden aan subsidies voor het groener maken van de industrie. CO2Prijzen komen slechts in een paar staten voor, waaronder Californië, dat een emissiehandelssysteem heeft.

Wereldwijd neemt het aantal landen en regio’s met enige vorm van CO toe2prijzen duidelijk. China is begonnen met regionale emissiehandelssystemen, hoewel CO2-prijs is daar nog laag: zo’n 10 dollar per ton. Ook Brazilië en Indonesië hebben de eerste stappen gezet.

De druk op landen om emissies te belasten neemt toe omdat de Europese Unie een CO2-uitstoot heeft ingevoerd2introduceert grensbelasting. Om onze eigen bedrijven, die moeten betalen voor de uitstoot, te beschermen tegen oneerlijke concurrentie uit landen zonder CO2belasting zullen onder meer buitenlandse producenten van staal vanaf 2026 een heffing moeten betalen. Dit heeft ertoe geleid dat India nu met de EU wil onderhandelen over CO-beprijzing2.

Het zou helpen, zegt De Mooij, als de grootste economieën ter wereld de koppen bij elkaar steken. De G20-landen, zei hij, produceren 85 procent van de mondiale uitstoot; de VS, China, de EU en India zijn samen goed voor 65 procent. “Als ze aan tafel gaan zitten en een minimumprijs voor CO2 vaststellen2 Als we het eens worden, zou dat een enorme doorbraak betekenen.”

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *