‘Dat conflictvermijdende ben ik in veertien jaar politiek helemaal kwijtgeraakt’


‘Zeep maken is prachtig. Ik maak sierzeep: mooie, kleurrijke blokken waarin ik bijvoorbeeld een 3D-figuur van een eekhoorn maak. Ik maak vooral dit soort ‘moeilijke’ zeepjes, maar dat trekt mij juist. Als ik zoiets in een tutorial op YouTube zie, vind ik het een leuke uitdaging.

“Het kost best veel tijd; het kan eigenlijk geen hobby meer genoemd worden. Ik ben nu ook bezig met het verkrijgen van een EU-certificering om de zeep in een online winkel te kunnen verkopen. Blijkbaar kan ik helemaal niets. Ik stort mij er meteen helemaal in, maar ik vind het fantastisch. Voor mijn werk in het onderwijs en de politiek breng ik de meeste tijd door in mijn hoofd. Dit is gewoon heerlijk werken met je handen.

“Ik kan over een paar dingen arrogant zijn en een daarvan is dat ik goed les kan geven. Dit doe ik vier dagen in de week bij HBO Rechten aan de Hogeschool van Amsterdam. Ik ben geen jurist, maar geef wel diverse cursussen op het gebied van communicatie.

“Het leukste vind ik het werken met de studenten. Vooral die leuke en brutale; Daar heb je genoeg van in Amsterdam. Terwijl andere docenten discussies over controversiële onderwerpen mijden, geniet ik juist van die gesprekken. Want dan leren we allemaal samen.

“Vroeger was ik helemaal niet zo. In de DISC-persoonlijkheidstest was ik altijd vooral groen: de kleur van de stabiele, sociale factor. Conflictvermijdend ook. Maar toen we laatst zo’n test op het werk deden, bleek ik vooral rood: direct en assertief. Die conflictvermijding ben ik volledig kwijtgeraakt, waarschijnlijk door mijn veertien jaar in de politiek. Want als je in de politiek netjes om dingen vraagt, gebeuren ze niet.

Gewerkt als gemeenteraadslid

“GroenLinks was altijd mijn feestje. Ik heb lange tijd in het bestuur van de plaatselijke afdeling in Utrecht gezeten en was voorzitter van de landelijke onderwijswerkgroep. In 2021 heb ik nog vier maanden als gemeenteraadslid ingevuld, maar dat was echt niet te combineren met mijn werk bij de Hogeschool. Zonder de gemeente zou ik nu al 24 uur per week vrijwillig aan mijn taken moeten besteden.

“Ik voelde me al een tijdje niet op mijn gemak bij de manier waarop de partij intern omging met diversiteit en racisme. In Utrecht was het goed geregeld, maar over de nationale vlucht was ik niet tevreden. Als bestuurslid inclusie was ik een soort informele vertrouwenspersoon voor mensen van kleur op andere afdelingen van GroenLinks. Ik hoorde bijvoorbeeld van soms ronduit racistisch gedrag. Bijvoorbeeld hoe iemand vroeg om wat meer ‘bruine koppen’ voor de campagne. Of een voorbeeld waarbij iemands huidskleur werd omschreven als ‘de kleur van mijn anus’. Elke keer als ik dit probeerde aan te kaarten bij de landelijke voorzitter van het bestuur, kreeg ik te horen: goh, dat is niet onze ervaring binnen de partij.

“Uiteindelijk heb ik met twee collega’s een interview gegeven over racisme binnen de partij. Als laatste poging om aandacht te trekken. Toen er weer een reactie kwam in de trant van ‘dat is niet onze ervaring’, was ik het beu. Toen heb ik mijn lidmaatschap opgezegd.”

‘Te Aziatisch beleefd’

“Activisme-burn-out is één ding. Na GroenLinks had ik daar ook wat moeite mee. Ik voelde me moe en depressief omdat de dingen zo langzaam gaan. Als kind van twee in Indonesië geboren ouders ging ik naar de basisschool in Bilthoven. Ik had op de middelbare school een Cito 0-score, maar kreeg MAVO-advies met de woorden: ‘ze is te Aziatisch-beleefd’. Ik weet nog steeds niet helemaal zeker wat dat betekent, maar het was niet positief.

“Als ik hoor hoeveel van mijn studenten – een superdiverse groep – nog steeds ondergeadviseerd worden, word ik boos. Mijn god, het is nog steeds zo! Dan wil ik weer actie ondernemen. Want als ik het niet doe, wie dan wel?

“Het kostte me veel moeite om zeep te gaan maken. Al die uren die ik niet aan nuttige dingen besteed, zoals de strijd tegen racisme… Maar toen dacht ik: nee Fiona, je kunt jezelf ook ergens mee trakteren.

“Long Covid heeft me geholpen die hindernis te overwinnen. Afgelopen maart kreeg ik voor het eerst corona en werd behoorlijk ziek. In april, mei en juni kon ik niet werken. Mijn arts adviseerde mij om iets gemakkelijks te doen. Uiteindelijk werd het zeepmaken. Als ik dat als ‘privé’ tel, is mijn balans tussen werk en privé nu weer goed. Hoewel ik nog steeds sneller moe word, kan ik weer mijn normale uren op de universiteit werken.

“Qua housekeeping houd ik het op een basisniveau. Zolang het niet echt vies is, maakt mij de rest niets uit. Gelukkig komt hier eens in de twee weken hulp om op te ruimen en op te ruimen. Die luxe gun ik mezelf. Ik heb hier ooit samen gewoond, maar dat is inmiddels tien jaar geleden. Ik hou niet van daten. Een relatie is leuk, maar ik ben ook gelukkig zonder.

“Wat ik wel mis aan een relatie is dat je elkaar kunt aanzetten tot actie. Zo irriteer ik mij al twintig jaar aan het plafond waar je de losse platen ziet. En de houten vloer moet nog gelakt worden. Maar dan moeten al mijn spullen eruit, inclusief mijn drieënhalfduizend boeken. Iemand met wie je afspreekt om het te plannen en het vervolgens ook daadwerkelijk te doen, dat zou leuk zijn.”

In Spitsuur vertellen stellen en singles hoe zij werk en privé combineren. Deelnemen? E-mail naar werk@nrc.nl

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *