In ‘De Dresser’ vindt de 73-jarige Karina Holla hoop tussen haar oude kostuums


“Ze kennen mij niet. Niet meer. Ik ben in een lijst aan de muur gehangen. Wegdoen. Waarom?” Tijdens een periode van oorlog en verval probeert een actrice (Karina Holla) het Het dressoir om de vergankelijkheid van haar carrière in twijfel te trekken. De nerveuze lichaamstaal waarmee ze de vloer opliep, verraadt een interne strijd. “Ben ik te oud? Te vrouw? Te vintage? Passeren?”

Bij een ruïne die ooit een huis was, geeft ze een neerslachtige man twee gratis kaartjes voor het theater. “Het zal je goed doen.” Dit gebaar illustreert de heilige waarde die de acteur ondanks haar sombere stemming aan het theater toekent. Net zoals de tirannieke oude acteur doet in de gelijknamige filmklassieker uit 1983, gespeeld door Albert Finney.

In de film dwingt zijn dressoir en rechterhand Norman (Tom Courtenay) hem om de planken te trotseren, ondanks zijn kelderende mentale toestand. Omdat iedereen vecht en overleeft. “Dat is het enige dat telt.” Net als in de film stapt de acteur dan in de ene rol na de andere. Bij deze operatie presenteren de rollen zich echter in de vorm van kledingstukken, die via touwen uit een enorm, vijf meter hoog kledingrek worden getild.

Tutu

Dat rode rek, met daaronder een roodfluwelen tapijt, fungeert als podium op de toneelvloer. De kledingstukken vertegenwoordigen eerdere optredens van de 73-jarige Holla, die in 2018 de Theo d’Or voor beste actrice won. Ze droeg een wit schort De Topor-behandeling die kunstenaar en schrijver Roland Topor in 1994 voor haar schreef. Ze droeg de oranje fluorescerende jurk in Valeska (1983).

Voor Zwanenlied (2010), reikt Holla naar de enorme witte tutu die boven haar bungelt. De vraag is of haar moeder het toestaat dat ze het draagt ​​omdat het haar verjaardag is, omdat het kind normaal gesproken niet zelf mag beslissen wat het draagt. Nadat ze de tutu over haar hoofd heeft getrokken volgt een meeslepende en filmische voorstelling van een vrolijk meisje dat de aandacht en herkenning van haar ouders lijkt te willen veroveren. Ze huppelt door de kamer op een vrolijk deuntje dat steeds modderiger klinkt. In combinatie met het flikkerende licht ontstaat er een grimmige sfeer die de voorstelling een extra laag geeft.

Ondanks dat de acteur in deze voorstelling geen eigen bediende heeft, vervult de technicus, zichtbaar achter een tafel rechts op de vloer, een soortgelijke functie als aanspreekpunt. Hij regelt het licht en het geluid, maar krijgt ook instructies. De subtiele interactie levert komische momenten op.

Het interview met Karina Holla over haar hartstochtelijke liefde voor theater

Irritaties

Tussen vertolkingen van rollen uit eerdere voorstellingen laat de actrice haar cynische en vermoeide kant zien. Ze deelt bijvoorbeeld een lijst met goede redenen om niet meer te leven. En ze somt ergernissen op, zoals technici die hun aluminium ladders over de vloer slepen.

Maar langzamerhand blijkt acteren genezend te werken. Ze noemt de namen van haar inspiratiebronnen: Louise Bourgeois. Franz Kafka. Buster Keaton. Als Holla zegt dat ze de wanhoop nooit een kans zal geven, verandert de sfeer uiteindelijk in optimisme.

Het theater is de plek van eindeloze mogelijkheden. “Hier is schoonheid. De zomer is hier. Het is lente. Hier is de pijn draaglijk.”

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *