LC-lezers over 100 jaar ‘De profeet’: ‘Ik huil weleens en ga dan weer dóór’



Kahlil Gibran’s ‘The Prophet’ bestaat al honderd jaar. Dit handboek voor levensvragen biedt veel mensen steun, vreugde en stof tot nadenken. Waarom pakken LC-lezers het van de boekenplank? En wat zijn hun favoriete hoofdstukken? Vandaag in deel 2: vreugde en verdriet. “Ik heb veel verdriet gehad, maar ik ben een sterke vrouw, dat maakt een verschil.”

‘Alleen Willem en ik’

“Het leven is vrede en verdriet. De twee staan ​​dicht bij elkaar en maken allebei deel uit van het leven. Ik heb veel verdriet gehad, maar het leven is nog steeds de moeite waard. Ik ben een sterke vrouw, dat maakt een verschil. Ik kon anderen altijd opvrolijken.

Toen ik in 1970 met Evert begon te daten, zag de toekomst er rooskleurig uit. Ik was nog jong, 16 jaar oud, en ik wilde weg van huis. Ik wist nog niet zoveel van het leven. Hoe zou de toekomst eruit zien? Niemand weet dat.

Evert en ik zijn op 3 oktober 1973 getrouwd. We hebben 4 kinderen gekregen. Mindert (1974) was onze oudste. Ik herinner me nog zijn eerste stapjes, dat was zo mooi om te zien!

Ik werd opnieuw zwanger. Bij de dokter zei ik dat ik zeker wist dat het een tweeling of een drieling was; ik kon alle handen en voeten voelen. Hij geloofde het niet, maar wat wist hij? Een mem voelt zulke dingen het beste, dat weet hij.

Op een dag liep ik in de Hema toen ik het vruchtwater voelde stromen. Na een zwangerschap van 26 weken werden op 5 maart 1976 onze zoon Johannes Marinus en dochter Pytsje veel te vroeg geboren. De tweeling overleed dezelfde dag en ik mocht ze daarna niet meer zien. Dat was een groot verdriet.

Op vijftienjarige leeftijd zei Mindert dat er ‘iets’ in zijn hoofd zat, al kon hij niet echt uitleggen wat. Oh, hij was zo’n lieve jongen, niemand kon boos op hem zijn. Ook een dromer, ik heb hem lange tijd elke dag naar school gebracht, het was gewoon niet vertrouwd.

Ik heb mij altijd diep verbonden gevoeld met Mindert. ‘Er is iets mis met dat jongetje,’ zei ik vaak tegen Evert. ‘Hij is roeispanen.’ Evert zag het niet zo.

Mindert bleek schizofrenie te hebben. Hij had stemmen in zijn hoofd, maar die zeiden gelukkig geen negatieve dingen. We hoorden hem vaak praten en lachen in zichzelf. Hij wist ook dat hij nooit van deze ziekte zou herstellen. Mindert wilde niets liever dan een gewoon leven, maar zo zou hij toch nooit kinderen kunnen opvoeden? Hij zag geen mooie toekomst voor zich.

Van de 22 jaar dat hij leefde, was hij acht jaar ziek. Hij werd voor zes maanden opgenomen. Mindert heeft een zeer zware strijd gestreden. Op 20 juli 1997 maakte hij een einde aan zijn leven. Met elektriciteit, dat doet niemand echt. Hij leefde alleen onder toezicht. Hij heeft eeuwige rust, maar het verdriet was zo groot, ik heb zeker 3 jaar in diepe rouw gezeten. Ik kon niets meer doen.

Na de dood van Mindert gaven vrienden mij het boek De Profeet. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik de teksten lees, ik pak het regelmatig van de plank. De woorden zijn op maat gemaakt voor mij. Leven en dood liggen dicht bij elkaar, net als vreugde en verdriet. Toen Mindert opgebaard in huis lag, hebben we niet alleen veel gehuild naast de kist, maar ook gelachen om mooie herinneringen.

Evert overleed eind maart na een ernstig ongeval op een scooter. Ik had gezegd: ‘Doe dat niet, dat is levensgevaarlijk’, maar hij ging toch op dat ding rijden en werd gelanceerd. Alleen een wonder had hem kunnen redden, maar Evert wist dat het niet goed zou aflopen. Hij overleed na twee weken in het UMCG.

En nu blijven onze jongste zoon Willem en ik samen achter. Wat ik heb meegemaakt – en dit gedicht uit De Profeet – heeft mij wijzer gemaakt. Het leven stopt niet na verdriet. Het leven heeft veel te bieden, maar je moet er zelf iets van maken. Soms huil ik en dan ga ik verder. Ik doe aan alles mee, ik doe alles wat ik wil.

Denk na, kijk om je heen. Lees dit vers niet één keer maar vaak, dan zul je beseffen dat het leven, zelfs in moeilijke tijden, nog steeds de moeite waard is om geleefd te worden.”

Ytsje Wilstra-Scherjon, Burgum.

Evert Wilstra was een bekende fierljepper in de jaren tachtig. Hij werd driemaal Fries kampioen (1973, 1975 en 1976) en tweemaal Nederlands kampioen (1973 en 1976). Wilstra was de eerste Friese springer die over de 17 meter sprong.

Vreugde en verdriet

Jouw vreugde is jouw ontmaskerde verdriet.

Het is precies dezelfde bron waaruit je lach opborrelt, die meestal gevuld was met je tranen.

En hoe zou het anders kunnen zijn?

Hoe dieper lijden je wezen verdeelt, hoe meer vreugde je zult hebben.

Moest de beker met uw wijn niet eerst smelten in het gloeiende glasblazersvuur?

En is de luit die je geest kalmeert niet hetzelfde stuk hout dat eerst met messen werd uitgehold?

Als je vrolijk bent, kijk dan diep in je hart en je zult ontdekken dat wat je ooit verdrietig maakte, je nu vreugde brengt.

Als je verdrietig bent, kijk dan nog eens in je hart en je zult zien dat je echt huilt om datgene waar je ooit het meeste van genoot.

Sommigen van jullie zeggen: ‘Vreugde is groter dan verdriet’, en anderen zeggen: ‘Nee, het verdriet is het grootste.’

Maar ik zeg je: ze zijn onafscheidelijk.

Samen komen ze, en als de een alleen aan je tafel zit, bedenk dan dat de ander op je bed heeft gelegen.

Werkelijk, u schommelt als een weegschaal tussen uw verdriet en uw vreugde.

Alleen als je leeg bent, sta je stil en ben je in balans.

Maar als de penningmeester je verheerlijkt en je aanwijst om zijn goud en zijn zilver te wegen, heb je al je vreugde nodig – anders zal verdriet de weegschaal uit balans brengen.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *