In angstig Ramallah hoor je geen kritiek op Hamas


De eigenaar van een snackbar aan een tafeltje op de stoep heeft zojuist uitgelegd dat hij voor het eerst sinds een dagenlange solidariteitsstaking met de Palestijnen in de Gazastrook zijn deuren weer heeft geopend, wanneer er een auto de stoffige straat inrijdt . Krijsend kondigt hij via een luidspreker aan dat de weinige winkels die weer open zijn, op bevel van de lokale autoriteiten onmiddellijk moeten worden gesloten. De staking zal doorgaan, is de boodschap. De eigenaar staat haastig op, sprint naar binnen en laat met een klap de luiken zakken. Hij komt er niet meer uit.

Aan een toch al wat ongemakkelijk gesprek over de gevolgen van de oorlog tussen Israël en Hamas voor de Westelijke Jordaanoever komt abrupt een einde. De restauranteigenaar, die zijn naam niet wilde noemen, moest ook even nadenken of hij de bloedige invasie van Israël van Hamas afgelopen weekend wel verwelkomde. ‘Ik kies niet voor het een of het ander,’ antwoordde hij ten slotte.

De inwoners van Ramallah hebben met vallen en opstaan ​​geleerd dat ze met veel groepen tegelijk rekening moeten houden. Met de Palestijnse Autoriteit, die hier op papier de leiding heeft. Met Hamas, dat ook veel steun heeft. En met Israël, dat de Westelijke Jordaanoever sinds 1967 bezet en vaak bijzonder repressief is. Daarom is het belangrijk om goed op je woorden te letten. Als gewone burger weet je nooit of je wordt opgepakt of lastiggevallen. Geen van deze politieke organen blinkt uit in tolerantie.

Bemoedigend

De Palestijnse Autoriteit, die hier formeel zelfbestuur uitoefent, maar tegen haar wil wordt gedwongen uitgebreid samen te werken met het almachtige Israël, je moet ook zelf navigeren. Ze weet dat ze veracht wordt door de bevolking, die haar beschuldigt van corruptie en haar ziet als een speeltje van Israël. Ze weet ook dat haar grote rivaal Hamas, die zich wel tegen Israël verzet, vooral populair is onder jongeren. Zeker na de gebeurtenissen van de afgelopen dagen. Dat is de reden waarom president Mahmoud Abbas van de Palestijnse Autoriteit de invasie van Hamas niet expliciet heeft veroordeeld en een dergelijke solidariteitsstaking is uitgeroepen, ook al wordt deze slechts gedeeltelijk nageleefd.

Kritiek op Hamas, dat doelbewust een brutale vergelding door Israël aankondigde met zijn massamoord op Israëli’s, is nergens te horen in Ramallah. Bijna iedereen die je confronteert met het bloedbad van afgelopen weekend begint onmiddellijk met een tirade tegen Israël. Volgens hen wordt hierdoor al jarenlang de rechten van de Palestijnen met voeten getreden. Niet iedereen is zo gereserveerd als de snackbareigenaar. Toen Hamas Israël binnenviel, liepen honderden mensen door de straten in Ramallah en andere steden op de Westelijke Jordaanoever, juichend met groene Hamas-vlaggen.

“Het is bemoedigend dat de Palestijnen het tegen een van de modernste legers ter wereld konden opnemen”, zegt Aseel Al-Bajeh, die werkt voor mensenrechtenorganisatie Al-Haq. “Het gaf mensen het idee dat Palestijnen hun eigen land konden bevrijden. Ik heb zelf ook een beetje die hoop gekregen.”

Aseel Al-Bajeh: “Het is bemoedigend dat de Palestijnen het kunnen opnemen tegen een van de modernste legers ter wereld.”

Foto Yasmine Omari

Het kantoor van Al Haq in Ramallah functioneert weer zoals gewoonlijk, nadat het een paar jaar geleden werd binnengevallen door Israëlische soldaten. Ze verklaarden Al Haq – zonder noemenswaardig bewijs – tot een terroristische organisatie en spijkerden de ingang dicht. Kort daarna verwijderde Al Haq de spijkers en hervatte hij zijn werk. Israël tolereerde dat.

‘Geweld kweekt geweld’

Veel Palestijnen, ook in Ramallah, zijn van mening dat Israël met zijn jarenlange blokkade van de Gazastrook min of meer om zo’n harde Palestijnse actie heeft gevraagd. “Wat Hamas deed was een reactie op al het lijden dat ons is aangedaan”, zei de 24-jarige Lourdes Hadid, die net is afgestudeerd in de journalistiek, in het Gloria Jeans-café in een buitenwijk van Ramallah. “Gaza wordt al zo lang onderdrukt. Ik zie het vooral als een daad van verzet. Ik was er ook niet door verrast. Geweld kweekt geweld.”

Lourdes Hadid: “Wat Hamas deed was een reactie op al het lijden dat ons is aangedaan.”

Foto Yasmine Omari

Hoewel de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook fysiek niet aan elkaar grenzen, voelen de inwoners van beide gebieden zich nauw met elkaar verbonden. Niemand denkt dat het alleen maar een oorlog tegen Hamas is, zoals de Israëlische regering beweert, ze zien het allemaal als een oorlog tegen de Palestijnen. “Ik heb daar ook familie en vrienden”, zegt Ibrahim Far, die een kledingwinkel runt. Zijn bedrijf is echter gesloten en hij praat met een aantal andere mannen. “Een van hen heeft al zestien familieleden verloren en een ander heeft zijn huis verloren.”

Zij volgen het drama in Gaza op de voet via televisie en sociale media. Het Israëlische uitzettingsbevel want de noordelijke helft van de Gazastrook roept voor velen van hen traumatische herinneringen op aan de zogenaamde Naqba (‘Catastrofe’) van 1948, toen Israël ongeveer 700.000 Palestijnen uit hun huizen verdreef. “Dit is een tweede Naqba”, zegt Al-Bajeh. “Terwijl mensen het uitzettingsbevel van Israël volgden, zagen we op beelden, werden ze ook gebombardeerd. De Israëliërs behandelen ons als dieren.”

Slow motion

Op de Westelijke Jordaanoever is de situatie minder acuut, hoewel ook deze een ellendig jaar achter de rug heeft. Voordat de nieuwe oorlog over Gaza uitbrak, waren al zo’n 220 Palestijnen gedood. Vorige week nog eens 51 doden vielen in allerlei confrontaties tussen Palestijnen en het Israëlische leger en soms ook met Joodse kolonisten, die steeds agressiever worden tegenover de Palestijnen. Keer op keer worden Palestijnse boeren van hun land verdreven en in hun huizen bedreigd door kolonisten, vaak met hulp van het Israëlische leger. “Is dat niet ook een tweede Naqba, maar dan in slow motion?” vraagt ​​al-Bajeh zich af. “De kolonisten beschouwen het land als hun eigendom en laten Palestijnen er eenvoudigweg niet wonen.”

Lees ook dit rapport uit Libanon: Een oud conflict laait weer op nu Zuid-Libanon door Israël wordt beschoten. ‘De enige die ons beschermt is Hezbollah’

Ook Omar (43), die met een vriend in een versleten golfkarretje zit dat nu dienst doet als rolstoel voor gehandicapten, vreest dat het doel van de Israëliërs is om de Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever over de grens naar Jordanië te verdrijven. ‘Wat voor leven leiden wij hier? Het is ons land, we willen hier blijven. Wij willen vrij zijn.” Een aantal vrienden die het gesprek volgen, knikken instemmend.

Omar: “Wat voor leven leiden wij hier?”

Foto Yasmine Omari

Angst voor escalatie

De meeste winkels in Ramallah zijn vanwege de staking al bijna een week gesloten, wat het verder levendige centrum van de stad een dode indruk geeft. Er zijn ook niet veel klanten. De meeste bewoners blijven thuis bezorgd nu het oude conflict tussen Israël en de Palestijnen een nieuwe, onvoorspelbare wending heeft genomen. Ook de scholen zijn gesloten. “Ik ben de hele week thuis met mijn vier kinderen”, zegt Hiba, een 36-jarige vrouw met een hoofddoek die voor de afwisseling een schoenenwinkel binnenloopt die wel open is. “De kinderen krijgen nu online les, maar dat is lastig omdat ik uiteraard geen vier laptops heb.”

Velen vrezen nu dat het conflict verder zal escaleren. Elk moment kan Israëls verwoestende grondoffensief in de Gazastrook beginnen, wat ook gemakkelijk tot meer Israëlische repressie kan leiden.

“We zijn bang dat de oorlog ook de Westelijke Jordaanoever zal bereiken”, zegt Lourdes Hadid, terwijl op de achtergrond teksten uit de Koran zacht uit de speakers van café Gloria Jeans klinken. Een voorbode hiervan kan zijn dat de Israëlische minister Itamar Ben-Gvir (Nationale Veiligheid) al heeft aangekondigd de kolonisten sterker te willen bewapenen.

Kledingverkoper Ibrahim Far wacht het allemaal met berusting af. “We kunnen niet in de toekomst kijken”, merkt hij op. “Wij Palestijnen hebben al lang geleerd dat je niet eens kunt zeggen wat de dag van morgen zal brengen. We wensen vrede, maar we krijgen altijd oorlog. Toch is er altijd hoop.”

Lees ook: Jong in een land dat niet zou mogen bestaan: ‘Verzet, desnoods met geweld, is een begrijpelijke keuze’

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *