Column | Waarom Nederland voor Wilders kiest



De geschiedenis leert dat landen met populistische leiders er over het algemeen niet beter op worden. Je kunt ‘het stomme stemvee’, zoals Carolina Trujillo de Wilders-kiezers in deze krant noemde, bekogelen met feiten, maar stemmen op een populist is een kwestie van gevoel en kan niet met de rede bestreden worden. De vraag is waarom hij de meeste stemmen kreeg. Om deze vraag te beantwoorden kunnen we kijken naar huidige sociale factoren en die uit de recente geschiedenis, of we kunnen kijken vanuit een evolutionair perspectief: naar de oorsprong van ons gedrag.

Zes miljoen jaar geleden leefde er een aap die zich in takken splitste Homo En Pan. Van de eerste is er nog maar één soort over: wij. Van de Pantak zijn er nog twee, de chimpansee en de bonobo. Deze laatste soort splitste zich twee miljoen jaar geleden af ​​van hun gemeenschappelijke voorouder door geïsoleerd te raken en te overleven in een relatief veilig gebied omringd door de rivier de Congo. Net als mensen kwamen ook chimpansees in gebieden terecht waar de levensomstandigheden minder prettig waren.

De verschillende evolutionaire paden uiten zich in unieke eigenschappen. Wilde bonobo’s jagen op soortgenoten uit andere groepen, vormen allianties met hen en delen voedsel. Bonobo’s in dierentuinen delen zelfs liever voedsel, hebben seks of kijken liever naar uitingen van emoties van vreemden dan hun eigen groepsgenoten.

Uiterst waakzaam

Toen ik voor het eerst met bonobo’s begon te werken, zei de hoofdwachter tegen mij: “Kijk maar naar ze, ze willen weten voor wie ze staan.” Het verbaasde mij, want chimpansees, met wie ik gewend was te werken, zouden dat bedreigend hebben gevonden. Omdat bonobo’s niet hoefden te concurreren om de schaarse hulpbronnen, evolueerden ze naar een tolerante soort. Chimpansees hadden die luxe niet en zijn uiterst waakzaam tegenover soortgenoten uit andere groepen. Ze patrouilleren langs de grenzen van hun grondgebied en voeren oorlog.

Mensen delen kenmerken met zowel de bonobo als de chimpansee. We werken met vreemden, huilen om het lijden van slachtoffers die getroffen zijn door verre rampen en doneren geld om hen te helpen. Tegelijkertijd slaan we elkaar de hersens in. Door de geschiedenis heen is het populisme toegenomen in tijden van sociale onrust. Dit kan voortkomen uit een reële dreiging zoals oorlog.

Maar sinds de Tweede Wereldoorlog is het in Nederland alleen maar beter geworden. In het geval van de populariteit van Wilders lijkt er iets anders aan de hand: de media hebben conflicten zichtbaarder gemaakt. Bovendien is de kloof tussen arm en rijk groter geworden, niet omdat de armen armer zijn geworden – de armen zijn ook rijker geworden – maar omdat de rijken veel rijker zijn geworden. Omdat we een soort zijn die zich voortdurend bezighoudt met sociale vergelijkingen, is relatieve armoede, in termen van subjectieve ervaring, erger dan absolute armoede.

Mensen voelen zich terecht of onterecht benadeeld en bedreigd en houden zich vast aan een duidelijke hiërarchie met een uitgesproken leider, strikte regels en tradities. Het uitsluiten van nieuwe ideeën leidt ons naar onze in groep en de wereld om ons heen wordt kleiner en voorspelbaarder.

Vanuit evolutionair perspectief is dit gedrag logisch. Wanneer groepen met elkaar moesten concurreren, prevaleerden groepen met de sterkste sociale cohesie. Populisten voeden de angsten van burgers met harde uitspraken over migratie. Het maakt niet uit of ze zinvol zijn, want ze spelen op onderbuikgevoelens. Deze strategie werkt omdat die gevoelens berusten op evolutionaire principes die onze soort hebben gevormd tot wat we zijn: xenofobe apen.

Lang denkproces

Een experiment met Amerikaanse studenten liet zien hoe gemakkelijk het is om dit eeuwenoude instinct aan te boren: in twee groepen kregen ze verschillende versies van een verhaal uit een universiteitsblad voorgeschoteld. In de ene lazen ze dat hun campus de hoogste studentendichtheid had en in de andere dat hun campus een lage dichtheid had. Studenten die de eerste versie lazen, waren het eerder eens met uitspraken als ‘We moeten de toegang van immigranten beperken en hen meer controleren dan we nu doen.’

De evolutie heeft ons een brein gegeven waarmee we snel en efficiënt kunnen reageren op onze omgeving. A onderbuikgevoel zorgt ervoor dat we geen lang denkproces hoeven te doorlopen om tot een besluit te komen. Handig, vooral in situaties waar veel op het spel staat. De andere kant van de medaille is dat onze intuïtie verandert in ongerechtvaardigde vooroordelen of ongegronde angst. Omdat deze tendens zo diepgeworteld is, zorgt ons primatenbrein ervoor dat we keer op keer in dezelfde valkuilen trappen en verstrikt raken in de tentakels van populisten.

Maar er is hoop, het is tenslotte bijna Kerstmis. Mensen kunnen op grote schaal samenwerken en daarmee kunnen we echte problemen, zoals de opwarming van de aarde, aanpakken. Het is misschien wat moeilijker om met mensen uit een andere cultuur te werken, maar het wordt gemakkelijker naarmate we het vaker doen. Dus: laten we onze angsten overwinnen, de bonobo in ons naar boven halen en ons openstellen voor het nieuwe. Van mensen met een andere kijk op de wereld kunnen we het meeste leren.

Mariska Kret is hoogleraar cognitieve psychologie aan de Universiteit Leiden. Op www.mariskakret.com de bronnen worden vermeld en u kunt meer over dit onderwerp lezen.




Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *