Column | Een zekere moedeloosheid



Wie zou gaan zitten en zijn handen wringen om iets te schrijven over de oorlog tussen Israël en Gaza? Niet ik. Toen afgelopen zondag de eerste beelden binnenkwamen van het bloedbad dat Hamas in het zuiden van Israël heeft aangericht, overwoog ik een eerder geschreven column weg te gooien. Om allerlei redenen niet gedaan, en één daarvan is deze: het Israëlisch-Palestijnse conflict begeleidt mijn leven zolang ik me kan herinneren. Het was, is en zal zijn. Tijdens de Zesdaagse Oorlog, die op 5 juni 1967 begon, was ik zes jaar oud. Ik woonde in hetzelfde land als nu, maar het was ook een ander land, omdat Nederland destijds massaal Israël steunde. Punt.

De samenstelling van de bevolking is inmiddels veranderd en de tijden zijn veranderd, maar één ding is onveranderd gebleven: de nutteloosheid van elk gesprek over het bestaan ​​van Israël en het lot van de Palestijnen. Ik moet tientallen gesprekken hebben gevoerd, verhit, kalm, pedant, maar ik heb nog nooit meegemaakt dat een van de gesprekspartners, waaronder ikzelf, achteraf zei: “Verhelderend. Ik zie het nu anders.”

De oorlog in Vietnam was een schaduw in mijn leven; de oorlog in Biafra is vooral een cynische aanmoediging om je bord leeg te eten; de oorlogen op de Balkan, hoe verschrikkelijk ook, waren vanaf het begin regionaal; Afghanistan, Irak: ver weg. Maar het Israëlisch-Palestijnse conflict was en bleef de begeleidende schaduw van mijn West-Europese, naoorlogse bestaan.

Dit is geen klacht, hooguit een irritatie die een zekere moedeloosheid verhult. Nauwelijks interessant, want zowel in Israël als in Gaza hebben mensen andere dingen aan hun hoofd, zolang ze maar een helder hoofd hebben. Degenen die geen familie of vrienden hebben in dit deel van het Midden-Oosten kiezen ideologisch: gebaseerd op ideeën die geen zelfbehoud vereisen.

Keer op keer lees ik dat de wereld opnieuw ‘wegkijkt’ van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Dat heet een goof. Zelfs voordat Israël bestond was de halve wereld erbij betrokken, en vanaf 1948, bij de officiële oprichting van de staat Israël, de hele wereld. Soms vermoed ik dat deze algemene aandacht de overtuiging van de strijdende partijen heeft versterkt dat zij de enige werkelijk mondiale partijen zijn strijd afleveren. De navel van de wereld is niet New York of Peking, laat staan ​​Londen of Parijs: die navel heet Jeruzalem, zowel voor de Israëliërs als voor de Palestijnen.

Als de strijdende partijen zelf door twijfel worden overmand, zijn er altijd buitenstaanders die hen steunen in hun narcisme en symbiotische verstrengeling.

Zie je, ze demonstreren ook in Amsterdam, ook in Pakistan.

Dat geeft de krijger moed.

Stefan Sanders schrijft hier elke maandag een column.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *