‘Een plek voor helden en voor de gewone man en vrouw’



Een donkere, beklemmende kelder. Dat is wat je ziet als je het National Museum of African American History and Culture (NMAAHC) in Washington binnengaat. Als bezoeker voel je bijna hoe nijpend de situatie was voor tot slaaf gemaakte mensen. Hoe beklemmend was de reis naar Amerika, in het vrachtruim van koloniale schepen. Die depressieve sfeer maakt een paar verdiepingen hoger plaats voor hoop. Er worden ‘zwarte helden’ tentoongesteld: van zwarte soldaten uit de Tweede Wereldoorlog tot Barack Obama.

Van donker naar licht: precies die ‘tijdlijn’ is wat Nederlandse kwartiermakers graag zien in het Nationaal Slavernijmuseum, dat in 2029 in Amsterdam wordt geopend. Kwartiermeesters John Leerdam, Peggy Brandon en David Brandwagt reisden voor inspiratie af naar het NMAAHC. Hun ervaring daar is ‘onbeschrijfelijk’, zegt Leerdam. “Het mooie is dat het museum eindigt met hoop, door alles te laten zien wat zwarte mensen hebben bereikt.”

Tula en Anton de Kom

Als het aan Leerdam ligt, komt er in Amsterdam ook zo’n ruimte. “Ik heb altijd gezegd: er moet ruimte zijn voor de Tula’s en helden als Anton de Kom. Maar het zou ook mooi zijn als we een plek zouden creëren voor meer gewone mannen en vrouwen, mensen die als inspiratiebron voor de zwarte gemeenschap hebben gediend. Zoals voormalig NOS-presentator Noraly Beyer.”

De kwartiermakers zijn momenteel druk bezig met schrijven en herschrijven. Eind november presenteren zij het conceptplan voor de inhoud van het museum aan de gemeente Amsterdam, dat wordt onderzocht door het gemeentebestuur, de raad en de Tweede Kamer.

Het conceptplan is het resultaat van alle gesprekken die de kwartiermakers het afgelopen jaar hebben gevoerd. Zij organiseerden overlegavonden. Niet alleen in Nederland, maar ook op Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius, Saba en Suriname. De Raad voor Cultuur heeft aanbevolen om het slavernijverleden op deze plaatsen in het museum op te nemen, net als dat op de Indonesische archipel en de Molukken.

Een museum voor transformatie

De komende dagen bespreken de kwartiermakers hun conceptplan met Lonnie G. Bunch, oprichter van de NMAAHC. Bunch zal zich vestigen in het H’ART Museum in Amsterdam. Daar spoort hij de kwartiermeesters aan om iets te doen: een Slavernijmuseum bouwen waar nakomelingen kunnen transformeren. Waar ruimte is voor pijn. In het NMAAHC zijn bijvoorbeeld zitjes waar bezoekers kunnen uitrusten als de geschiedenis van de slavernij hen te veel wordt. Pas dan zal de laatste fase aanbreken: herstel.

De kwartiermakers nemen dit advies ter harte: een bezoeker van het Nationaal Slavernijmuseum moet ‘getransformeerd’ naar buiten gaan. Hoopvol. Net toen ze de NMAAHC verlieten na het bekijken van beelden van onder meer Martin Luther King.

‘Vertel het hele verhaal’

Maar dat kan alleen door het hele verhaal te vertellen, zegt Brandon. Het hele verhaal is er een waarin de tot slaaf gemaakte mensen niet langer als ‘verliezer’ worden afgeschilderd. Er is vanaf dag één verzet tegen de slavernij, zegt Brandon. Hierover moet bewustzijn gecreëerd worden.

“Veel verzetshelden uit de Nederlandse geschiedenis staan ​​nog steeds bekend als brandstichters”, vult Leerdam aan. “Terwijl deze mensen gewoon vrijheidsstrijders waren.” Het museum moet die verhalen vertellen.

Lees ook:

‘Mijn voorouders waren tot slaaf gemaakt, maar toch had ik geen band met Ketikoti. Nu weet ik waarom

De kennis over Ketikoti, de dag waarop de afschaffing van de slavernij wordt herdacht, is ronduit ontoereikend, ontdekte Janice Deul. En niet in de laatste plaats voor zichzelf.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *