IJskonijn op judomat; half Friese en half Limburgse Joës Schell heeft er baat bij dat de tegenstander nerveuzer is dan hij



Er is niet veel dat de ambitieuze Joës Schell, half Fries, half Limburgs, kan deren. De achttienjarige judoka nadert ogenschijnlijk stoïcijns zijn doelen op de mat. Hij kan nu een medaille afvinken op een wereldkampioenschap.

Het liefst beoefent hij zijn sport in het asiel, uit het zicht van alles en iedereen. Een foto bij dit interview? Ga je gang, want het hoort erbij. Als zijn moeder vertelt hoe de buren aan de overkant van de straat in Venlo voor hem stonden te klappen op hun balkon, rolt hij niet eens met zijn ogen. “Er hing ook een iets te grote vlag aan het huis…”

Maar Joes Schell weet ook: als je op grote toernooien medailles gaat winnen, volgt de aandacht vanzelf.

Toen hij anderhalve week geleden op het wereldkampioenschap judo voor junioren onder 21 in Lissabon een bronzen medaille won in de gewichtsklasse tot 100 kilo, stond er al snel een Engelstalige journalist voor hem. Die concludeerde dat ze te maken had met een koele komkommer . Met andere woorden, een extreem kalm persoon, een ijskonijn.

Ook aan tafel in zijn ouderlijk huis in Venlo oogt de lange en breedgeschouderde judoka nogal stoïcijns. Niet te verwarren met onverschillig, want hij is zeker trots op zijn medaille en gepassioneerd door zijn sport.

Maar het feit dat niets hem gemakkelijk van streek kan maken, komt goed van pas. “Gelukkig heb ik niet zoveel last van zenuwen. Als ik zie dat mijn tegenstander nerveuzer is dan ik, helpt dat mij.”

Veertien steken

De kalmte die hij over zich heeft, kwam hem al eerder goed van pas. In 2020 plaatste hij zich tegen zijn eigen verwachtingen in voor het EK in Riga, maar een week voor het toernooi werd hij door een scooter omver geslagen. “Ik fietste met mijn ouders en broers van een feestje naar huis toen de chauffeur veel te snel en veel te breed een bocht om ging. Uiteindelijk had ik veertien hechtingen in mijn hand.”

De scooter was in twee stukken, net als de fiets van zijn broer, waardoor hij vier hechtingen overhield. “Gelukkig, omdat het nog coronatijd was, had mijn vader mondkapjes bij zich en kon hij mijn hand, die hevig bloedde, verbinden.”

In het ziekenhuis hebben de artsen de hechtingen extra strak gezet. “Die week heb ik acupunctuur gedaan om het herstel te bevorderen, oefeningen met een stressbal en touwklimmen, omdat ik heel graag naar het toernooi wilde. Ik ben ook gegaan, maar het bleek dat ik niet genoeg grip had met mijn hand. ”

Geen EK-medaille dus voor Schell onder 18 jaar. ‘Volgende keer meer geluk. Het is geen trauma.’ Zijn linkerhand is overigens nooit volledig hersteld; hij kan het niet helemaal rechttrekken. “Gelukkig moet je bij judo vooral kunnen buigen en iets kunnen pakken. En dat is geen probleem.”

Fanatiek pak

De judocarrière van de geboren Limburger gaat al een aantal jaren goed. De derde plaats op de Nederlandse seniorenkampioenschappen die hij eerder dit jaar behaalde en nu een WK-medaille zijn daar twee mooie voorbeelden van.

Bij laatstgenoemd toernooi zaten zijn ouders op de tribune en thuis in Venlo werd hij via een livestream gevolgd door zijn twee broers (13 en 16 jaar oud). En ook Pake en Beppe van moeders uit Surhuisterveen keken mee. ‘Ze hebben veel gelachen,’ zei mijn broer. Omdat opa, die totaal geen verstand heeft van judo, mij vertelde wat ik moest doen om te winnen. Hij is heel fanatiek en heeft mijn tegenstander volledig bestudeerd.”

Het lijkt een beetje op zijn pak, zegt hij, en haalt er een doosje uit met een puzzel of een familiefoto. Een kiekje gemaakt toen zijn grootouders een lintje kregen. “Opa is ook lang en breedgeschouderd.”

Grootste fans

Pake en Beppe zijn de grootste fans van Schell en volgen hem overal in Nederland. “Al vergat ik onlangs te vertellen dat hij judo moest beoefenen”, zegt zijn moeder Fredy Land. “Ze kwamen daar een artikel in de krant tegen waarin Joes genoemd werd. ‘We volgen die jongen overal, nu moeten we in de krant lezen dat hij een wedstrijd heeft in Fryslân,’ zeiden ze gekscherend.”

Joës, en niet Joes (“dat gaat altijd mis, zelfs op mijn certificaat voor de zwarte band”), is vernoemd naar de oudste Schell uit Kerkrade die zijn familie heeft kunnen vinden in stamboomonderzoek, maar zijn moeder is Fries. “Ik voel mij vijftig-vijftig. Mijn vader praat altijd met mij in het Limburgs, mijn moeder in het Fries. Ik spreek ook niet, maar ik begrijp het wel.”

Wijziging

Terug naar judo. Betekenen de goede prestaties dat hij volgend jaar de overstap maakt naar de senioren, ook al is hij dan pas 19? “Dat gebeurt meestal als het heel goed gaat. Maar ik blijf nog een jaar junior.”

Nu al meedoen bij de senioren lijkt hem iets te ambitieus. “Als ik veel zou verliezen omdat ik te vroeg meedeed, zou dat ook demotiverend kunnen werken. Ik heb het met mijn coach besproken en volgend jaar ga ik mogelijk aan een paar seniorentoernooien meedoen.”

Verhuizen betekent ook dat hij helemaal moet overstappen naar het landelijk opleidingscentrum in Papendal. “Nu train ik daar twee keer per week, ik studeer er ook sportwetenschappen. Als ik daar heen ga, moet ik ook afscheid nemen van mijn coach, Graat Weber in Echt. Dat moment stel ik liever nog een jaartje uit. laat hem daar zijn.”

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *