Archeologen graven bij Menaam: de bodem zit er ‘tjokvol’ scherven en botten van 2000 jaar oud



Bij Menaam zit de grond boordevol scherven en botten uit het begin van de jaartelling. Archeologen zijn hier al ruim vijf weken aan het graven. Opmerkelijk genoeg vonden ze hier geen heuvel. Wel stuitten ze op een uitzonderlijk grote put: waarschijnlijk een sinkhole uit de late ijzertijd.

Als je over de velden aan de noordkant van Menaam kijkt, zie je een indrukwekkend stelsel van brede loopgraven. De grond die hieruit wordt afgegraven, ligt in de heuvels ernaast. “Het gebied dat wij onderzoeken is ongeveer een hectare groot”, zegt opgravingsleider Hans Veenstra van archeologisch onderzoeksbureau De Steekspraak.

Het naastgelegen bedrijventerrein aan De Stapel wordt uitgebreid. Eerst moet het gebied grondig worden onderzocht. “Dit is onze zesde week”, zegt Veenstra. “Na deze week zullen we hier nog twee tot drie weken aan het werk zijn, verwacht ik.”

Hoog en droog?

Menaam staat in een uitgestrekt heuvelgebied . De dorpskerk staat op zo’n kunstmatige heuvel en je zult er nog veel meer zien in de omgeving. Toen de archeologen bij De Stapel gingen boren, vonden ze al snel scherven aardewerk. Daarom werd besloten een opgraving uit te voeren. Ook vrijwilligers uit het Argeologysk Wurkferbân van de Fryske Akademy gaat mee graven.

“Toch hebben we nog geen resten van een terp gevonden”, zegt Veenstra. Dergelijke terpen bestaan ​​uit verhoogde grasmat, die voor archeologen gemakkelijk herkenbaar is. ,,Maar die zien we niet. Het zou dus een vlakke nederzetting kunnen zijn.” Mogelijk was het gebied hier zo hoog en droog dat de bewoners het niet nodig vonden om het op te hogen.

“Kijk, daar zit de bovenkant van een pot”, merkt Veenstra op. “Het was een grote, dat zie je duidelijk.” Verderop lag in een oude sloot nog een complete pot. Dit zou kan een ritueel geschenk zijn . “We zullen de binnenkant grondig laten analyseren om te zien wat erin zat.”

Bronzen jasspelden

“We hebben al duizenden scherven gevonden. Ze komen allemaal uit de periode van 250 voor Christus tot 100 na Christus”, zegt Veenstra. Al dit aardewerk is typerend voor de late ijzertijd in Fryslân. Resten van geïmporteerde potten uit het Romeinse Rijk ontbreken tot op heden. In het aardewerk bevinden zich ook eenvoudige speelschijven. en een weefgewicht.

“Ook bronzen mantelspelden komen we tegen. Ze komen uit dezelfde periode.” Ook komen er veel botresten van runderen, paarden en schapen voor, “en soms zien we ook honden”, zegt Veenstra. Er zijn geen menselijke resten gevonden.

De scherven en botten worden vooral aangetroffen in gedempte sloten en kuilen. Eén van deze putten is uitzonderlijk groot. De onderzoekers noemen dit gekscherend ‘Lake Menaam’. Veenstra laat de donkere verkleuring zien die dit gat herkenbaar maakt. Hij loopt er doorheen en telt zijn stappen om de diameter te meten. “Ik kom op ongeveer 18 meter.”

Boomgaard

“Wij denken dat het een sinkhole is.” Dergelijke drinkgaten voor vee bevinden zich vaak aan de boven- of onderkant de randen van terpen . Op zulke plaatsen zijn soms ook drinkwaterputten voor bewoners, “maar die hebben we hier niet gevonden.”

De Waddenzee lag vlakbij en heeft hier veel zand afgezet. Hout blijft hier veel minder goed bewaard dan in kleigrond. De archeologen vonden dus geen hout. Er zijn echter takken en stammen van een boomgaard uit de vorige eeuw.

Menaam lag in de late ijzertijd op een hoge kweldermuur. “Het was waarschijnlijk een geschikte plek om te wonen.” Toch was water nooit ver weg: kreken stroomden richting zee en een overstroming kon nooit worden uitgesloten.

Stijgend water

“Aan de grondlagen kunnen we zien dat het later onder water is gezet”, zegt Veenstra. Zouden de vroege Menamers vanwege het stijgende water zijn vertrokken om verder weg hun toevlucht te zoeken? “Dat zou kunnen”, zegt Veenstra.

Daarna is het waarschijnlijk nooit meer bewoond geweest. Scherven uit de Romeinse tijd en de middeleeuwen zijn nauwelijks gevonden.

Open dag

Zou hier in de late ijzertijd een boerderij hebben gestaan? “Het lijkt op een schikking”, zegt Veenstra. “Maar het feit dat we hier geen heuvel zien, blijft een beetje een mysterie.” De archeologen hopen de komende weken nieuwe puzzelstukjes te vinden die dit mysterie kunnen helpen oplossen.

“Zo’n grote opgraving komt in Fryslân niet vaak voor. Daarom willen we hier op vrijdag 27 oktober een publieksdag organiseren, zodat iedereen deze kan bekijken”, zegt Josje van Leeuwen van Steunpunt Monumentenzorg Fryslâ . “Mensen zijn welkom van 12.00 tot 16.00 uur”

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *