Kunstenaars Heleen Haijtema en Bouke Groen zijn echte noorderlingen



Vier jaar geleden gingen Heleen Haijtema en Bouke Groen bij elkaar wonen in Drenthe, in tijdelijke units van samen 84 vierkante meter, omdat ze het boerderijtje dat ze kochten eerst grondig moesten verbouwen. Het heeft hun leven ,,in alle opzichten verdiept’’.

Ze kenden elkaar al een paar jaar toen ze besloten te gaan samenwonen. Heleen Haijtema (Wergea, 1980) en Bouke Groen (Leeuwarden, 1981) waren tot die tijd ‘verwend met ruimte’ in grote anti-kraak woon- en werkruimte in Leeuwarden, en vonden elkaar in de wens om buiten te wonen, buiten de stad. ,,Op een gegeven moment hadden we het gehad met de onrust van verhuizen tussen anti-kraakplekken. Je moet tijd en rust hebben om nieuw werk te maken, en ook om opdrachten te krijgen waarmee je wat kunt verdienen.’’

Beiden hadden hard gewerkt en al enige naam gemaakt voor zichzelf. Bouke deed bijvoorbeeld mee aan de IJsselbiënnale, maakte De hand voor iepenloftspul Bantega, en stond met Sirene op de sound art tentoonstelling in het Rijsterbos in 2018. Heleen fotografeerde geregeld voor tijdschrift De Moanne , kunstinitiatief VHDG, Tryater en (met Trynstje Nauta) voor LF2018. Heleen: ,,Ons werk kreeg vleugels in die tijd, waardoor we dit konden doen. Bouke: ,,We hebben een groot risico genomen, maar het is zo goed uitgepakt!’’

Beiden wilden graag thuis kunnen werken. Dus op het wensenlijstje stond een fotostudio voor Heleen en een atelier voor Bouke. Daarnaast wilden ze een flink stuk grond, een kampvuurplaats, een plek om te feesten zonder overlast te veroorzaken en genoeg slaapplekken voor logés.

Ruimte om te spelen

Twee jaar reden ze door de streken waar ze voor hun budget iets zouden kunnen vinden. Een schooltje, een kerkje misschien… Het werd een kleine boerderij vlak boven Tynaarlo. Bouke: ,,Ik ben in de stad opgegroeid, maar wilde altijd naar buiten zodra het kon. Schipborg, Dwingeloo, Gasselte… Dit is een mooie, rustige streek.’’ Dus waarom alleen hierheen in de vrije tijd? Heleen: ,,Hier is veel ruimte om te spelen.’’ Bovendien, zegt ze, zijn ze beiden echte noorderlingen. Ze heeft zelf vijf jaar in Antwerpen gewoond. ,,Dat was waanzinnig, maar zo’n stad slokt je helemaal op. Ik vind het fijn om te hebben meegemaakt, maar heb nu rust nodig om me heen.’’

Ze kwamen voor het eerst aan de Kweeklustweg in de zomer van 2019, een doodlopende weg met nog een paar boerderijen. Afgelegen, maar niet ver van Glimmen en Groningen. ,,We werden meteen verliefd op de plek. Het was hier op z’n mooist, verscholen tussen de maïs en volop groen.’’

Nu zitten ze samen aan een grote, vierkante tafel die, gedemonteerd, al op allerlei plaatsen in huis heeft gestaan tijdens de verbouwing. Hij met koffie, zij met gemberthee. Het land rondom is nog kaal, met bomenrijen in de verte en af en toe een passerende trein. ,,We zitten hier in het oude voorhuis’’, vertelt Heleen. Van het stukje muur tussen twee ramen kijkt Brenda op ons neer, een dame in bikini in een wat ongemakkelijke, verleidelijk bedoelde pose op een oude kalender uit 1996. ,,Zij hing hier al toen we het huis kochten. We hebben haar maar ingelijst.’’

‘Hier wil je leven’

Het boerderijtje is gebouwd in 1928. ,,Het was een bedrijf voor een keuterboertje met wat varkens, een paar koeien en kippen. In de jaren tachtig is het bedrijf gestopt. Twee broers uit de familie zijn hier blijven wonen, met hun duiven en eenden.’’ Bevriend architect Nynke Rixt Jukema kwam langs toen er nog niets was gebeurd. ,,Ze liep naar binnen en zei: ‘hier komt de zon op, daar gaat-ie onder… dus hier wil je leven’, wijzend op de lijn van voorhuis naar schuur. ,,Wíj dachten dat we aan de andere kant van de schuur wilden wonen!’’

Maar Jukema kreeg gelijk en ze schetste een plattegrond en aanzicht voor hen. Heleen: ,,Ze gaf ons bovendien het beste advies: ga er eerst maar een tijdje wonen om te zien hoe je je hier beweegt.’’ Bouke: ,,Daarna heb ik een 3D-ontwerp gemaakt.’’ Het stel dacht een jaar nodig te hebben voor de verbouwing. ,,Maar die ballon werd door Nynke Rixt al snel doorgeprikt.’’ Vooral omdat ze zoveel mogelijk zelf wilden doen.

,,We zijn met veel frisse naïviteit begonnen’’, zeggen ze. Het eerste jaar waren ze vooral druk met slopen. Heleen: ,,We hebben wel anderhalve ton aan hekwerk uit de tuin gehaald, plus heel veel puin en muren uit het huis. Het slaakte daarna een zucht van verlichting, zo leek het.’’ Het pand was dan ook volledig uitgeleefd. Alles hing met plakband aan elkaar. ,,De badkamer was een betonnen cel met champignons en het dak bezweek haast onder te zware pannen.’’

Die gingen er allemaal af, tot alleen de binten nog overeind stonden. Heleen postte in december op Instagram een terugblik op de verbouwing met een foto van Bouke en haar bovenop dat kale bouwwerk. ,,Het was in het eerste jaar middenin een hittegolf, dus we waren om zeven uur ‘s morgens al aan het werk. Samen zaten op de nok van dat houten skelet en keken om ons heen. ‘Dit is gewoon van ons!’ Dat was voor mij het mooiste moment in de hele verbouwing.’’

Schaduwspel

De palen en balken gaven een prachtig schaduwspel op de kale muren en vloeren. ,,Zullen we er gewoon glas op leggen?’’, opperde ze. Maar dat gebeurde uiteindelijk niet. Via YouTube leerden ze hoe ze moesten isoleren, metselen of stucen. Ouders en veel vrienden kwamen helpen in ruil voor etentjes en kampvuren. Voor het pannen leggen en beton storten, de elektriciteit en riolering huurden ze professionals in. Geleidelijk aan, in vier jaar tijd, ontstond een thuis. ,,Pas de laatste twee maanden van die vier jaar kwam alles erin wat je nu ziet’’, zegt Heleen. De keuken van underlayment , het dakbeschot en de houten harmonicawanden tussen haar fotostudio en de woonkamer bijvoorbeeld.

Veel van de spullen verzamelden ze al in de verbouwingstijd. Zoals de Franse gootsteen met dubbele spoelbak, of de oude kraan in de wc met het vogeltje als draaiknop. Props uit fotoshoots kregen een plek, en materiaal van Boukes tijdelijke geluidskunstwerk Passage is gebruikt als wandbekleding in het voorhuis en rond de vide. ,,Bijna alles in dit huis is hergebruikt’’, aldus Heleen. Er is een vrolijke mix ontstaan van materialen: riet en metaal, beton en textiel. Heleen heeft een voorkeur voor materiaal en stoffen met structuur, Bouke houdt van materiaal in z’n oorspronkelijke staat, zoals glas of hout. ,,Als ik iets verf is het vaak wit.’’

Residentie in zelfgebouwde boomhut

Hun nieuwe woonplaats heeft hen een ander perspectief gegeven. Bouke: ,,Het brengt rust, sociaal gezien. De contacten met vrienden zijn veel minder vluchtig. Als mensen hier komen, blijven ze vaak slapen.’’ Het tweetal wil hun mooie plek graag delen. Dat begon al tijdens de verbouwing. Vooral muzikant Bonne van der Wal ,,heeft onwaarschijnlijk veel geholpen. Hij wilde met een paar muzikanten een plaat opnemen. Wij zeiden: dat kan wel hier.’’ In de zelfgebouwde boomhut kunnen bovendien bevriende kunstenaars resideren.

Behalve in het contact met vrienden, merkten beiden ook in hun werk een verandering. Heleen wil liever geen ‘vluchtige klussen’ meer doen. Ze kiest bewust voor langlopende projecten. Zo maakt ze voor theatermaakster Jasmin Hasler uit Groningen behalve campagnebeelden nu ook een documentaire. Binnenkort gaat ze met vormgeversduo Shootmedia met iets nieuws beginnen.

,,Toen ik voor Into Nature campagnebeelden maakte, kwam ik veel in Drenthe zoals in het Bargerveen. Ik sliep ‘s nachts in mijn busje zodat ik om vijf uur ‘s morgens op tijd was voor het mooiste licht. Op mijn rubberlaarzen en helemaal alleen.’’ Het Bargerveen is vanuit Tynaarlo nog wel ver, maar om de hoek begint een ander natuurgebied met een meertje. ,,Ik kan dat nu dus altijd doen, lopend vanuit huis!’’

Nachtschade

Heleen had afgelopen jaar vier exposities, waarvan twee in Amsterdam. ,,Ik vind het heerlijk om me onder te dompelen in de stad, maar ik rijd ook altijd graag terug naar het noorden. Zeker midden in de nacht, als de snelweg steeds rustiger wordt.’’

Vorig jaar won ze een open call van VHDG en het Fries Museum met het project Nachtschade . Tijdens de Museumnacht exposeerde ze de eerste beelden van wat nog een work in progress is. ,,Na de verbouwing wilde ik graag nieuw werk maken en omdat ik hier heel veel uren in de tuin spendeer dacht ik: waarom combineer ik dat niet? Natuur en fotografie?’’

Nachtschade is een giftige plantensoort die dodelijk kan zijn, maar die ook een van de meest gegeten groente voortbrengt namelijk de aardappel. ,,Deze tegenstelling vind ik fascinerend en maakt nachtschade tot een interessant onderwerp voor een fotografieproject. Ik ben nu onderzoek aan het doen en subsidies aan het aanvragen, het Cultuurfonds heeft mijn verzoek al gehonoreerd. Ik wil mijn eerste fotoboek maken met een goede vormgever en tekstschrijver, want dan kan het beter worden dan als ik het alleen doe.’’

Bouke had de afgelopen jaren een paar grote opdrachten, in Culemborg, Leerdam, Wales, Polen en België. ,,Grote projecten, die langer de tijd nemen. Zo heb ik voor de Floriade Passage ontwikkeld, samen met Oerol en Strandlab Almere. Ik liep al langer met het idee voor een altijd veranderende melodie. Want dat is wat de natuur is, een constante aanpassing aan wat er is gebeurd, ongecontroleerd. Dat wilde ik voelbaar maken.’’

Bouke werkte hiervoor nauw met Atser Damsma, werkzaam voor de UvA waar hij muziekcognitie bestudeert. Ook vocalist Paul Maaswinkel en geluidstechnicus Bonne van der Wal werkten mee. Bouke bouwde twee muren met hoekige vormen, van onderen breder dan van boven. ,,De hoeken van de muren nodigen uit er tegenaan te leunen. Je ziet de natuur nog als je naar boven kijkt, en de muren laten geneurie horen. Je hoort de melodie vermengd met het geluid van de natuur.’’

Tijd om te landen

De verbouwing van hun huis nam vier jaar in beslag. ,,Tijd die we nodig hadden om te landen. Nu kennen we alle plekken en hoekjes.’’ Dat de vaart eruit moest, werkte goed, vindt Bouke. ,,Je hebt meer gelegenheid om dingen even weg te leggen, afstand te nemen. Wanneer je iets weer oppakt, moet je aanvoelen.’’

Zo gaat het nu ook met zijn werk. ,,De scherpte op wat het onderwerp is en hoe je dat wilt vertalen, is hier veel meer aanwezig. Ik heb hier veel meer ruimte om ideeën beter uit te werken en na te denken.’’ Zijn werk wordt er sterker van en dat zorgt voor andere opdrachtgevers. Het geeft hem bovendien de gelegenheid taken uit te besteden aan anderen. ,,Dat is ook een vorm van verdieping.’’

Zo pakte hij voor de gemeente Culemborg het verloederde Vierheemskinderstraatje aan, dat leidt naar het Weeshuismuseum aldaar. ,,Het idee was iets te maken waardoor je er anders uitkomt, dan je erin gaat.’’ Het werd een gouden breuklijn, waarbij een bezoeker die op een gouden tegel gaat staan een compositie hoort van 1 minuut, gezongen door een jongerenkoor. Bouke werkte samen met vier componisten en een koor en bedacht de techniek die verstopt zit in lantaarnpalen. ,,Alles met elkaar heb ik hier drie jaar aan gewerkt.’’

Teruggezongen in de ruimte

Afgewisseld met andere projecten zoals Project Overtone, een cross-over tussen beeldende kunst, muziek en architectuur. ,,Hier ben ik een stichting voor begonnen, want ik wil dit op meer plaatsen gaan uitvoeren.’’ Project Overtone is gebaseerd op geluidsmetingen in een gebouw. ,,Die metingen dienen als basis voor een nieuwe compositie, die wordt teruggezongen in de ruimte. Dat heeft een heel bijzonder effect. Het gaat erom hoe je geluid ervaart in dat specifieke gebouw.’’

De eerste keer dat hij dit project uitvoerde was in 2019. In het voormalige spoorwegziekenhuis in het Poolse Wroclaw waren mensen tot tranen toe geroerd. ,,Ik begreep toen nog niet goed wat ik aan het doen was, maar wilde dit wel vaker doen.’’ Na edities in Leeuwarden en Groningen staan Rotterdam, Zeeland en Den Haag op de rol. Voor elke locatie werkt Bouke samen met andere componisten, dirigenten en koren. Hij merkte dat zijn positie ten opzichte van zijn idee veranderde. ,,Op een gegeven moment leidt het idee jou, in plaats van andersom.’’ Tegen Heleen: ,,Ik denk dat dat misschien bij jou ook gaat gebeuren met Nachtschade .’’

Bouke straalt. ,,Ik woon hier met Heleen, en dat is fantastisch. En ik kan dit werk hier doen!’’ Heleen voelt dat ook. ,,We zijn vooral heel dankbaar. Dat we met ons werk deze plek hebben kunnen realiseren. Dat is heel bijzonder.’’

Heleen Haijtema (Wergea, 1980)

haalde in 2000 haar propedeuse aan Academie Minerva, en volgde daarna Film en Videokunst aan de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten in Antwerpen, Van 2007 tot 2012 werkte ze voor het Filmhuis en het Noordelijk Film Festival in Leeuwarden. Sinds 2013 werkt ze volledig zelfstandig als conceptueel fotograaf en videokunstenaar. Ze exposeert vanaf 2014 onder meer bij Grasnapolsky, Fotomuseum Den haag, het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek, WEP Groningen, Galerie K84 in Amsterdam en het MOW.

Bouke Groen (Leeuwarden, 1981)

studeerde van 2004 tot 2008 aan Academie Minerva en is sinds 2008 actief als beeldend kunstenaar. Van 2011 tot 2021 was hij verbonden aan kunstinitiatief VHDG in Leeuwarden. Sinds 2016 werkt hij geregeld als adviseur, coach voor kunstenaars of docent bij verschillende kunstinstellingen. Hij exposeerde onder meer bij Soundlands in Wales, het Nederlands Film Festival, STUK in Leuven, GEM in Den Haag, Oerol Terschelling, Survival in Wroclaw en het Fries Museum.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *