Het is de hoogste tijd dat het konijn terugkeert naar het Drentse landschap, zegt wethouder Charles de Haas van Onhouden Midden-Drenthe.
De plaatselijke politicus uit Bovensmilde betreurt het dat het wilde konijn vrijwel verdwenen is, door allerlei ziektes en omdat ze ten prooi zijn gevallen aan roofdieren. “Het zou prachtig zijn als het ons lukt om het konijn op ouderwetse wijze weer in onze natuur te krijgen”, schrijft hij in een brief aan de provincie.
Er waren nog maar 220 konijnen over
In het voorjaar van 2022 zal de faunabeheereenheid Drenthe nog eens 220 konijnen in 21 natuurgebieden. Dat is weinig vergeleken met het aantal hazen (3633) en het aantal fazanten (1030).
Veel fracties in het Drentse parlement zijn voorstander van het plan van De Haas, zo bleek woensdag tijdens een bijeenkomst. Gedeputeerde Egbert van Dijk van de Natuur hield echter de boot tegen. Hij wees erop dat de provincie hard werkt aan herstel van de natuur. Dan komt het konijn volgens hem vanzelf terug. “Ik denk niet dat het nodig is dat we konijnen actief in de natuur uitzetten.”
Konijnen hebben een belangrijke functie in de natuur, meent De Haas. Als deze knaagdieren weer veelvuldig door Drenthe zouden rondhuppelen, zou dat goed zijn voor de roofdieren, zegt hij. Omdat konijnen zelf planten eten, is hun aanwezigheid volgens hem goed voor de variatie in de bodemvegetatie. Wel vindt hij dat actief beleid nodig is om het konijn terug te brengen. Volgens hem is het nodig om natuurgebieden weer geschikt te maken voor konijnen. Denk hierbij aan het graven van sleuven, die gevuld zijn met boomstronken, zodat er veilige dekking en vluchtroutes zijn.
