Nederlandstalig onderwijs is geen beter onderwijs. De kwaliteit zal omlaag gaan en de kansenongelijkheid wordt vergroot | opinie



Biedt het aanbieden van bacheloropleidingen in het Nederlands de belastingbetaler waar hij recht op heeft? Volgens een grote groep economen niet. Ze verwachten alleen maar hogere kosten en minder goed onderwijs.

De kogel is door de kerk. Onder grote druk van de politiek hebben de Universiteiten van Nederland (UNL) een zelfmanagementplan gepresenteerd. Vanaf 2025 worden veel grote bacheloropleidingen, waaronder Economie en Bedrijfseconomie, in het Nederlands aangeboden en is de instroom voor de Engelstalige varianten beperkt.

De gevolgen van taalmaatregelen zijn onvoldoende duidelijk

Voorstanders juichen, want met het Nederlands als instructietaal zullen de opleidingen nauwelijks meer internationale studenten aantrekken en zal het eindelijk mogelijk zijn om in de collegezaal op hetzelfde niveau tussen professoren en studenten in hun moedertaal te converseren. Volgens hen krijgt de belastingbetaler waar hij recht op heeft, namelijk dat studenten die op zijn kosten zijn opgeleid de landstaal goed beheersen.

Wat kan verkeerd gaan? Heel wat voor wie een bredere kijk heeft op wat het doel van onderwijs is. De Onderwijsraad stelt terecht dat de gevolgen van de taalmaatregelen onvoldoende worden begrepen. Waar de belastingbetaler werkelijk recht op heeft, is dat Nederlandse jongeren het best mogelijke onderwijs krijgen waarmee ze verder kunnen in het leven.

Zeker in het hoger onderwijs is deze beste opleiding niet noodzakelijkerwijs een Nederlandstalige opleiding. Integendeel, door een gebrek aan gekwalificeerd Nederlandstalig personeel zal de opleiding vaak minder goed zijn.

Wie denkt dat dit allemaal wel mee zal vallen, omdat er in de coulissen een contingent Nederlandse wetenschappers staat te wachten om het podium te betreden zodra hun internationale collega’s van het podium zijn gehaald, kan zich van de wijs brengen. Een recente vacature binnen de afdeling Economie voor twee eenvoudige onderwijsfuncties leverde negentig sollicitanten op, van wie vier Nederlandstaligen.

Zeer specialistisch werk aan de universiteit

Ook buiten de technische opleidingen is het werken aan een universiteit zeer specialistisch werk. Hiervoor is niet altijd geschikt Nederlandstalig personeel beschikbaar. Net als voor bedrijven als ASML is dit geen probleem zolang internationale werving mogelijk is. Dit is precies wat wordt geblokkeerd door de verandering in de instructietaal. Het resultaat is dat de problemen die we nu zien in het basis- en voortgezet onderwijs – lesuitval, kortere lesweken en leerlingen voor de klas – zich zullen uitbreiden naar het hoger onderwijs.

Een intensieve taalcursus voor internationale medewerkers zal dit niet kunnen voorkomen. De taaleis maakt het voor internationaal talent minder aantrekkelijk om voor Nederland te kiezen, terwijl de bestaande internationale staf om zich heen gaat kijken, bijvoorbeeld naar Duitsland, waar men de andere kant op gaat.

Voor degenen die betogen dat onderwijs in de moedertaal een noodzakelijke voorwaarde is voor een adequaat academisch debat, kan het Nederlands van een internationale collega bovendien nooit meer worden dan een inferieur soort Engels.

Erosie van onderzoeksexpertise

Het vertrek van gewaardeerde internationale stafleden zal niet alleen een inbreuk op de kwaliteit van het onderwijs veroorzaken, maar ook de in Nederland beschikbare onderzoeksexpertise uithollen; deze twee kunnen niet los van elkaar worden gezien.

Aan de studenten zelf is inmiddels niet gevraagd welke onderwijstaal zij het liefst hebben, Nederlands of Engels. Eén van ons vroeg dit vorig jaar aan de economiestudenten tijdens een grote lezing.

Uiteraard keken de internationale studenten alsof ze in Keulen de donder hoorden, maar ook de Nederlandstalige studenten zagen water branden. Het leek hen een ongewenste en absurde ontwikkeling, ook met het oog op hun verdere carrière. Engels is tenslotte de enige academische, technische en zakelijke taal ter wereld.

De kansenongelijkheid wordt groter

Het pad waarbij alleen volledig Nederlandstalige opleidingen door de overheid worden gefinancierd, is volkomen onbegaanbaar. Maar ook het voorstel om een ​​Nederlandstalig programma en een Engelstalig programma te hebben met een numerus fixus Ze naast elkaar aanbieden zal niet werken.

Het is een onjuiste inschatting dat Nederlandse studenten zich goed inschrijven voor de Nederlandstalige variant en buitenlandse studenten voor de Engelstalige variant. Veel Nederlandse studenten zullen een voorkeur hebben voor de (alleen al vanwege de numerus fixus ) exclusievere en kwalitatief betere Engelstalige variant en verdrijven buitenlandse studenten er grotendeels uit.

Door het invoeren van een limiet zullen deze Engelstalige cursussen bovendien voor een groot deel van de Nederlandse studenten ontoegankelijk worden, waardoor de kansenongelijkheid eerder groter dan kleiner wordt.

De vraag aan u, belastingbetaler, is dit wat u in uw naam en met uw geld wilt laten gebeuren: hogere kosten en minder goed onderwijs voor uw kinderen en kleinkinderen?

Adriaan Soetevent, hoogleraar Micro-economie
Viola Angelini, hoogleraar economie van huishoudelijk gedrag
Gerard van den Berg, hoogleraar Econometrie
Jutta Bolt, hoogleraar mondiale economische geschiedenis
Boudewijn de Bruin, hoogleraar Financiële Ethiek
Marco Haan, hoogleraar Industriële Organisatie
Ben Heijdra, hoogleraar Macro-economie
Niels Hermes, hoogleraar Corporate Governance
Abe de Jong, hoogleraar Corporate Finance
Ruud Koning, hoogleraar Sporteconomie
Jochen Mierau, hoogleraar Volksgezondheidseconomie
Machiel Mulder, hoogleraar Energie-economie
Sandra Phlippen, hoogleraar Duurzaam Bankieren
Kasper Roszbach, hoogleraar Bank- en Financiewezen
Roelof Salomons, hoogleraar Beleggingstheorie en Vermogensbeheer
Bert Schoonbeek, hoogleraar Toegepaste Speltheorie
Aico van Vuuren, hoogleraar Econometrie
Weining Wang, hoogleraar econometrie

Allen zijn verbonden aan de afdeling Economie, Econometrie en Financiën van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *