Spanning is ver te zoeken op Super Tuesday: Trump en Biden lijken het weer tegen elkaar op te nemen | Buitenland

Het is een politiek ritueel in de VS dat elke vier jaar plaatsvindt. Op ‘Super Tuesday’ stemmen Amerikanen in veel staten tegelijkertijd op de kandidaat die zij namens hun partij op het stembiljet willen zien bij de presidentsverkiezingen. Tegenwoordig gaat het om vijftien staten en één territorium, verdeeld over zes tijdzones, van de oostkust tot Amerikaans-Samoa in de Stille Zuidzee.

De kandidaten winnen zogenoemde ‘delegates’, vertegenwoordigers die in de zomer op een partijcongres formeel over de nominatie stemmen. Op deze dinsdag kunnen in één klap veel van die afgevaardigden worden gewonnen, ruim een ​​derde van het totaal. Dat maakt Super Tuesday zo’n beslissende dag, tenminste normaal gesproken.

Het bestaat al sinds 1988, toen de Democraten in de zuidelijke staten besloten hun voorverkiezingen vroeg in het jaar op dezelfde dag te plannen. Ze hoopten meer invloed te kunnen uitoefenen op de uiteindelijke uitkomst.

Weinig. De uitkomst van de voorverkiezingen is al zo goed als duidelijk: Joe Biden en Donald Trump zullen naar alle waarschijnlijkheid winnen en tegen elkaar strijden bij de verkiezingen van november, net als in 2020.

Binnen de Democratische partij heeft zich geen enkele tegenstander van formaat gemeld om de strijd aan te gaan met Biden. Trump staat net zo comfortabel aan de leiding in de Republikeinse Partij. Zijn enige overgebleven tegenstander Nikki Haley krijgt steun van een aanzienlijke minderheid, maar blijft ver achter bij Trump, zelfs in haar thuisstaat South Carolina.

Als ze op Super Tuesday niet meer bij hem in de buurt komt, is het goed denkbaar dat ze haar campagne binnenkort zal staken. De eerste geldschieters trekken zich al terug omdat ze er niet meer in geloven. Op basis van peilingen verwacht het team van Trump dat hij medio maart voldoende afgevaardigden zal hebben om tot winnaar van de Republikeinse voorverkiezingen te worden uitgeroepen.

Veel Amerikaanse kiezers doen helemaal niet mee aan de voorverkiezingen. Bijna driekwart negeren ze – de gemiddelde opkomst ligt rond de 27 procent. Deze deelnemers vormen het meest betrokken, fanatieke deel van de aanhangers van de Democraten en Republikeinen. Bovendien weegt de partijleiding zwaar. Bij beide partijen zijn de voorverkiezingen zo georganiseerd dat de oud-president die zich weer kandidaat wil stellen de wind in de rug heeft. De uitkomsten van voorverkiezingen kunnen daardoor een vertekend beeld geven van de voorkeuren van de Amerikaanse bevolking als geheel. Ongeveer zeven op de tien Amerikanen vinden nieuwe verkiezingen tussen Biden en Trump geen goed idee.

Dat hof, het belangrijkste in de VS, maakte vlak voor Super Tuesday de weg verder vrij voor Donald Trump. Autoriteiten in Colorado en verschillende andere staten wilden Trump van de stemming verwijderen vanwege zijn rol in de bestorming van het Capitool. Zijn aanhangers gingen vervolgens het gebouw binnen waar het Congres is gevestigd, nadat Trump hem deed geloven dat er op grote schaal fraude was gepleegd.

Iemand die zich schuldig maakt aan rebellie tegen een democratische regering mag niet meer meedoen aan verkiezingen, vindt onder meer Colorado. Maar het is niet democratisch om hem te verbieden, staten mogen zo’n besluit niet nemen, oordeelden negen rechters in het Hooggerechtshof unaniem. Alleen het Congres in Washington mag een kandidaat diskwalificeren.

Alles bij elkaar genomen gaat dan de campagne tussen Trump en Biden van start, terwijl Trump verdachte is in vier strafzaken. Vooral deze strafzaken zijn nog een onzekere factor. De eerste begint later deze maand, over zwijggeld voor de minnares van Trump, dat in de boekhouding verborgen bleef. Het is nog steeds onduidelijk of de andere drie gevallen, waaronder verkiezingsmanipulatie, zullen beginnen voordat de Amerikaanse kiezers op 5 november stemmen.