Lopen in het habijt van een Kruisheer in Ter Apel. ‘We willen de kloostersfeer nog meer uitdragen. De stilte, de rust’



In Klooster Ter Apel zal de komende jaren nog meer aandacht worden besteed aan de oorspronkelijke bewoners, de Kruisheren.

Dat staat in het zogenaamde beleidsplan van het klooster, dat nu dienst doet als museum. Deze werd deze week gepresenteerd door directeur Marjan Brouwer en kersverse voorzitter Karel Geijzendorffer.

Oprichting in 1465

Ook de kruisheren, die het klooster in 1465 stichtten, worden momenteel op verschillende manieren (onder meer via teksten en een film) ‘aan de bezoekers voorgesteld’.

“Maar we willen je meer over hen vertellen, over hun dagindeling, de manier waarop ze leefden, hoe ze in de samenleving stonden”, zegt Brouwer. “Ook willen we de kloostersfeer nog meer bevorderen. De stilte, de vrede. Zo spelen wij in op de behoeften van bezoekers. Ze willen graag weten wat hier precies gebeurd is en ‘proeven’ van dat oude kloosterleven. Dat blijkt ook uit een onderzoek dat we hebben uitgevoerd.”

Kleed u in het kruisherengewaad

Hoe deze extra aandacht voor de Kruisheren vorm krijgt zal de komende tijd verder worden onderzocht. Bezoekers krijgen alvast een voorproefje: ze kunnen zich kleden in een habijt dat de oude bewoners ook droegen en door de gangen van de Domus Novae Lucis lopen, Latijn voor Huis van Nieuw Licht: dat is de oorspronkelijke naam van het klooster.

Voor directie en bestuur is het duidelijk dat het verdere ‘herstel’ van de kruisheren en de kloostersfeer zoveel mogelijk niet-digitaal zal gebeuren. ‘We gaan tegen de trend in, dat realiseren we ons, maar een overvloed aan digitale middelen past niet bij de sfeer en rust van het kloosterleven. Zonder digitale apparatuur kun je bezoekers laten zien, horen, proeven en voelen hoe de prior in zijn klooster te werk ging. kamer en wat de andere monniken deden. Ga maar eens in dat bed in de kloostercel liggen, probeer de uitspraak uit in de refter. Eigenlijk zouden we het liefst hebben dat bezoekers hun mobiele telefoon niet gebruiken, maar ja, dat wordt lastig.”

34 kloosters in Groningen

Brouwer en Geijzendorfer, die benadrukken heel blij te zijn met de 75 vrijwilligers in het museum, willen ook meer aandacht besteden aan de 34 kloosters die de provincie ooit kende. En Ter Apel is het enige dat vrijwel volledig bewaard is gebleven. “Ook gaan we de komende tijd onderzoeken hoe we dat het beste kunnen doen”, zegt de directeur. Brouwer heeft hiervoor de samenwerking gezocht met het Aduard Kloostermuseum, de Thesinge Kloosterkerk en de Stichting Bezoekerscentrum Klooster Yesse, nabij Groningen.

Wat de komende jaren ook op het programma staat, is een grote reorganisatie van het pand. De huidige entree is bijvoorbeeld niet ideaal. “We gaan kijken welke aanpassingen nodig zijn om onze bezoekers tegemoet te komen”, zegt de voorzitter.

21.000 bezoekers per jaar

Het aantal bezoekers bedraagt ​​momenteel circa 21.000 per jaar. Brouwer en Geijzendorfer hopen dat dit aantal de komende jaren zal toenemen. Door die aanpassingen, door die extra aandacht voor de Kruisheren. “En via de tentoonstellingen die we uiteraard blijven opzetten”, zegt Brouwer. “Ja, meer bezoekers is prima, maar extreem druk is ook niet goed, dat past niet bij de sfeer. Dat haalt de ziel uit het gebouw.”

Deze extra bezoekers zijn ook welkom omdat ze meer geld opleveren. Dat is belangrijk; want uit het beleidsplan blijkt ook dat het onderhoud van het middeleeuwse pand een aandachtspunt is en blijft. “Dat onderhoud kost veel”, zegt Geijzendorfer. “Het vinden van voldoende geld hiervoor is inderdaad altijd een zorg. Maar ik doe graag mijn best om dit prachtige gebouw in goede staat te houden.”

‘Altijd geïnteresseerd geweest in het klooster’

Karel Geijzendorffer was jarenlang directeur van Gemeentewerken in Veendam, maar volgde een opleiding tot architect. ‘In die hoedanigheid ben ik altijd geïnteresseerd geweest in dit klooster, ik heb het ook als toerist bezocht. Ik vind het geweldig om nu voorzitter van het bestuur te zijn.’’ Voordat ze naar Ter Apel kwam, was Marjan Brouwer curator van het Koninklijk Eise Eisinga Planetarium en het Museum Martena, beide in Franeker.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *