Stefanie Kolk over haar regiedebuut ‘Melk’: ‘Een rouwende moeder is geen huilende Maria ’



Zelden zal een vriezer vol bevroren melk zulke uiteenlopende emoties hebben opgeroepen als in Melk. Zowel voor de hoofdpersoon als voor de kijker. Melk is het regiedebuut van de 37-jarige Stefanie Kolk. De film volgt Robin (Frieda Barnhard) die, nadat haar kind doodgeboren is, vastbesloten is: ze wil de melk die ze produceert doneren aan iemand met een baby die geen moedermelk kan produceren.

Omdat ze niet aan de eisen voldoet, kan Robin niet doneren via de officiële kanalen. Terwijl haar vriezer vol raakt, zoekt ze naar een manier om haar moedermelk een ‘thuis’ te geven. Kolks kale en soms absurd aandoende rouwdrama werd afgelopen zomer geselecteerd voor een voorprogramma op het prestigieuze Filmfestival van Venetië.

Het oorspronkelijke idee voor de film ontstond toen Kolk zelf tijdens een zakenreis naar Londen begon met het afbouwen van de borstvoeding voor haar eerste kind. Ze heeft een jaar lang borstvoeding gegeven. “Ik voelde een soort rouwgevoel en tussen de afspraken door was ik aan het googlen hoe ik het weer op gang kon krijgen.” Ze besefte dat er een filmscenario in dat gevoel zat, omdat ze niet kon uitleggen wat haar zo raakte. De verlaging was een persoonlijke keuze. “Voor mij is een film geslaagd als je met een heel specifiek gevoel de bioscoop uitloopt, maar je kunt het niet onder woorden brengen.”

Kolk dacht ook aan haar zus, die jaren eerder in een laat stadium van haar zwangerschap een kind had verloren. Hoewel ze dat benadrukt Melk is geen verfilming van de ervaringen van haar zus.

Dieren

Wat Kolk ook boeit aan zwangerschappen is dat veel mensen zich ‘dierlijk’ voelen. “Ze voelen zich fysiek verbonden met een kind dat ze nog nooit hebben ontmoet, of raken – net als ik – in paniek over het verminderen van hun melkproductie.” Kolk is zelf opgeleid als microbioloog en is pas daarna regie gaan studeren. “De ouderwetse wetenschappelijke kijk op dieren kijkt alleen naar hun gedrag, dat niet vanuit een innerlijke wereld verklaard kan worden – alsof alles instinctief is. Mensen zouden hier boven of buiten staan. Tenzij ze hun menselijkheid verliezen en zich ineens ‘beestachtig’ gaan gedragen. Dit beeld zie ik ook terug in de Europese arthousefilm van de vorige eeuw, bijvoorbeeld bij Michael Haneke. Maar het besef groeit dat mensen, zowel op gruwelijke als liefdevolle momenten, niet meer of minder dierlijk zijn dan normaal. En dat dieren niet ‘beestachtig’ zijn.”

Kolk wijst erop dat bijvoorbeeld ook andere dieren zich met elkaar verbonden voelen of verdriet ervaren. “Wij zijn, zoals Frans de Waal zei, erg blind voor taal. Als je mensen observeert en niet luistert naar wat ze zeggen, zie je soms dat aanrakingen meer vertellen over de onderlinge relaties dan de gesproken woorden.”

De non-verbale manier waarop mensen elkaar troosten, liefhebben of vertrouwen komt tot uiting Melk. Er wordt weinig gepraat. Robin sluit zich aan bij een wandelclub met rouwende mensen waarin spreken verboden is. Ook in de relatie tussen Robin en haar partner Jonas is er veel non-verbale communicatie. Maar dat er zo weinig gepraat wordt, komt ook doordat de omgeving van Robin niet zo goed weet wat ze met haar ‘missie’ aan moeten. Ook vraagt ​​de kijker zich af en toe af: is dit gezond? Kolk: “Veel mensen hebben een idee van hoe een rouwende moeder eruit zou moeten zien, het liefst een soort huilende Maagd Maria. Ik wilde de kijkers hierover laten nadenken, zonder ze te regisseren.”

Haar hoofdpersoon is geïnspireerd op gesprekken die Kolk voerde met vrouwen die tijdens de zwangerschap een kind verloren. Zeker niet iedereen wilde zoals Robin melk doneren, benadrukt ze. “Maar er was iemand die mij vertelde dat ze het idee dat haar lichaam het voor niets aanmaakte ondraaglijk vond, en dat raakte mij echt.”

Robins kalme volharding om haar melk te doneren is ook gevormd door het werk van Hayao Miyazaki, die Kolk enorm bewondert. “Hij heeft vaak vrouwelijke karakters met heel weinig innerlijke conflicten, die duidelijk weten wat ze moeten doen en er volledig voor gaan. Terwijl de buitenwereld het heel eng vindt, denk aan Chihiro die niet bang is voor de gemaskerde demon binnenin Geestig weg.”

Realistische tepels

Moedermelk wordt niet vaak afgebeeld in films en als je het wel ziet, is het vaak in een komische context. Op de set van Melk het werd zeer serieus genomen. “De persoon die verantwoordelijk was voor de melk gaf al langere tijd borstvoeding en experimenteerde uitgebreid met hoe de moedermelk van Robin in de film – gemaakt van plantaardige melk met vet en kleurstoffen – eruit zag, zowel vers als bevroren.” Het eindresultaat is opmerkelijk realistisch; de eerste melk die ze afkolft is bijvoorbeeld dik en geel, net als echte biest, maar wordt pas later wit.

Maar er werd ook veel aandacht besteed aan het postpartumlichaam, vertelt Kolk. “Ons speciale visagiste Rolf te Booij had afdrukken gemaakt van het lichaam van een vriendin van mij die net bevallen was en daar protheses van gemaakt die als gegoten bij Frieda’s lichaam pasten. Hij zorgde ervoor dat je er een afkolfapparaat op kon aansluiten en kleurde, samen met de vriendin naast hem, één voor één haar tepels met de hand.”

Kolk wilde het ‘niet mooier maken dan het is, maar ook niet lelijker’. Hoewel ze niet van plan was een statement af te leggen, kreeg ze een ‘explosie aan reacties’ op haar beelden. “En die waren heel divers. Een klasgenoot van begin dertig vond het bijvoorbeeld geweldig dat ik hem confronteerde met hoe walgelijk hij het vond om hiernaar te kijken. Hij zag het als een soort lichaamshorror. Andere mensen kwamen achteraf vertellen ‘hoe goed en feministisch ze het vonden’.”

Sabeth Snijders

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *