Column | Agressie – dan sterft de kunst even



Zodra het woord ‘bitch’ in een rapnummer niet naar een hond verwijst, zet ik het meteen uit. Geen zin hebben. Ach, zeggen de rapexegeten, je moet dat ‘bitch’ toch niet zo serieus nemen. Zo praten ze nu eenmaal over vrouwen in de buurt. Maar ik neem het heel serieus. Ik heb tevergeefs geprobeerd rap te waarderen, maar met dat eeuwige ‘bitch’ verraden rappers zichzelf als gedachteloze dichters. Trouwens, wat is er mis met een teef? Ik ken mooie voorbeelden, ook in de femme fatale-sector. Denk maar aan de superieure bitch in Disneys Dame en de Vagebondingesproken door Peggy Lee.

Ik ga beledigende kunst niet uit de weg en tolereer haatdragende kunstenaars. Soms grommen, maar ik doe het. Maar ik stel wel eisen. Ook schurkachtige kunst is alleen goed als de kunstenaar iets diepers onthult. In ruil daarvoor kan het bedrijf eisen dat u er zorgvuldig mee omgaat. U neemt het serieus, zelfs als dergelijk werk de levens van uw afdeling schaadt, provoceert en bekritiseert.

Omdat een kleine kunstenaar zijn kont laat zien. Hij creëert iets waarvoor de hersenen en het hart binnenstebuiten zijn gekeerd en levert het naakte resultaat aan het publiek. Dat kan worden toegejuicht en genereus bewonderd. Maar het kan ook indommelen, op de verkeerde momenten lachen, weglopen of overschakelen naar een andere radiozender. Dat is wreed en hoort erbij, dat moet de kunstenaar ondergaan. Lukt dat niet, dan hoort hij tussen de schuifdeuren.

Maar eten naar een schilderij gooien, tomaten naar acteurs? Schelden tegen bioscoopbezoekers, een concert schreeuwen? Dat is altijd ongepast. Waarom brandt elk boek gruwelijk? Niet omdat zo’n boek pijnlijk is en niet omdat het verdwijnt – een boek kan herdrukt worden, net zoals er weer een concert gegeven kan worden en een schilderij schoongemaakt kan worden. Maar agressie houdt de kunst tegen. Dan sterft ze even.

‘Er bestaat geen fundamenteel recht op een ongestoord concert’ schreef een columnist, in een poging de verstoring van een optreden van zanger Lenny Kuhr te begrijpen. De columnist heeft ongelijk: dat fundamentele recht bestaat wel.

Niet officieel, tenminste, het is vaag. Het vernielen van een schilderij kan vervolgd worden, maar het verstoren van een toneelvoorstelling? Het doelwit heeft niet veel poot om op te staan. Het publiek kan zijn geld terugvragen, maar wat voor nut heeft dat? Geld terug is een zakdoekje. Het droogt de tranen, maar veegt het verlies niet weg. Ik contrasteer dit zogenaamd niet-bestaande fundamentele recht met moraliteit.

Dat kun je ook niet juridisch definiëren, maar iedereen voelt het. En zo niet, dan is het een beslissing van de wil om er geen aandacht aan te besteden en bestaat er nog steeds moraliteit. Hoe hoog de inzet ook is, moreel gesproken, het ontwrichten van een kunstwerk, van boek tot ballet, is verkrachting. Er is geen manier om het goed te maken en het kan nooit gerechtvaardigd worden, wat het excuus ook is.




Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *