Diepe twijfels over onderzoek bij muizen naar transplanteerbare alzheimer



Ze noemen het een ‘transplanteerbare vorm’ van de ziekte van Alzheimer. Canadese medisch biologen publiceerden vorige week een artikel in vakblad Stamcelrapporten, waarin ze beschrijven hoe muizen Alzheimer-achtige symptomen kunnen ontwikkelen na een beenmergtransplantatie van genetisch gemodificeerde donormuizen. Ontvangers scoren bijvoorbeeld minder goed op cognitieve tests. Op basis van deze bevindingen suggereren de onderzoekers dat menselijk donormateriaal – van beenmerg tot organen en bloed – ook zorgvuldig moet worden gecontroleerd op Alzheimer-gerelateerde genvarianten. En dat komt verschillende andere wetenschappers in het verkeerde keelgat.

Tijdschrift Wetenschap wijlen de Amerikaanse neurowetenschapper Lary Walker spreken, waarin wordt benadrukt dat noch de donormuizen, noch de ontvangers daadwerkelijk de ziekte van Alzheimer hebben. “Ze vertonen alleen bepaalde symptomen die verder onderzoek vereisen.” Mensen die een beenmergtransplantatie nodig hebben, mogen zich absoluut niet laten afschrikken door het onderzoek.

Ook medisch microbioloog Hans Zaaijer, hoofd van de afdeling Bloedoverdraagbare Infecties bij Sanquin Research, is kritisch. “Als medebewaker van de Nederlandse bloedveiligheid heb ik daar mijn bedenkingen bij”, legt hij telefonisch uit. “Al in de eerste zin schrijven ze dat het risico op overdraagbare ziekten systematisch wordt onderschat bij bloedtransfusies en orgaan- en weefseldonaties. Niets daarvan is waar. Wij zijn op zulke situaties voorbereid en monitoren zo streng dat er zelfs wordt gesuggereerd dat het nog een tandje lager zou kunnen.”

Op jonge leeftijd

Daarnaast benadrukt Zaaijer ook dat het onderzoek om één specifieke variant gaat. “Als je goed leest, gaat het om een ​​gen dat een bepaald familielid veroorzaakt vroege aanvangvorm, dus een erfelijke variant van Alzheimer die al op jonge leeftijd begint. Genetische afwijkingen zitten in genen en ze zitten in cellen, dus het verbaast mij niet dat als je een cel met die afwijking van de ene muis in een andere muis plaatst, je dat gen daar ook tegenkomt en dat dit tot afwijkingen kan leiden.”

Hij noemt het interessanter het recente artikel in Natuurgeneeskunde over patiënten die tussen 1959 en 1985 werden behandeld met groeihormoon dat besmet was met pathogene eiwitten en die vervolgens Alzheimer-achtige symptomen ontwikkelden. Besmettelijke eiwitten spelen ook een rol bij de ziekte van Creutzfeldt-Jakob en de variant van de ‘gekkekoeienziekte’. “Maar daar wordt streng op gecontroleerd.” Ter geruststelling haalt hij zijn schouders op een groot Zweeds-Deens onderzoek uit 2016 waaruit geen causaal verband blijkt tussen bloedtransfusies en neurodegeneratieve ziekten (zoals de ziekte van Alzheimer). “Voor zover wij weten is de ziekte van Alzheimer nooit via transfusie overgedragen.”

Terug naar het muizenonderzoek in Stamcelrapporten: ook hier trekken de onderzoekers uiteindelijk de klappen op. Ze benadrukken bijvoorbeeld dat de muizenresultaten niet zomaar naar mensen vertaald kunnen worden, en dat de bestudeerde Alzheimer-variant zeer zeldzaam is: deze komt wereldwijd slechts in twee families voor.




Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *