In de tekeningen van Erna (12) kreeg zelfs duisternis kleur, haar indrukwekkende tekeningen zijn nu te zien in Historisch Centrum Leeuwarden

[ad_1]

Als de wereld die Erna Rozenberg (12 tot 14 jaar) tekende werkelijkheid was geweest, had misschien iedereen haar naam gekend. Maar de wereld van 1942 was niet vol kleur en glimlachende mensen. De echte wereld was helaas pikdonker.

Erna kijkt met donkere, grote ogen de tentoonstellingshal van het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) in. Een lief meisje met een grote zwarte strik op haar hoofd die dol was op tekenen. Ruim tachtig jaar later belandden haar tekeningen in bruikleen aan het HCL. Zaterdag opent de indrukwekkende tentoonstelling ‘Erna ontvlucht de oorlog in tekeningen’.

Erna (1928) groeide op als jongste dochter in het gezin van Joël Rozenberg en Minni Hess. Ze had twee oudere zussen: Marie en Edith. Het ging goed met het gezin aan de Van Swietenstraat 1, op de hoek met de Baljéestraat. Het was een levendige buurt, vlakbij station Leeuwarden. Vader was een grote exporteur van vee en vlees en bekleedde verschillende functies binnen de Joodse gemeenschap. Erna ging naar de Hofschool in het centrum. Wanneer het mogelijk was, pakte ze haar kleurpotloden en tekende. Ze maakte maar liefst 138 tekeningen.

“Er had meer in gezeten”, zegt Marga Renkema van HCL. “Maar in de boeken die kunstenaar Tonny Koekkoek op de Amsterdamse Noordermarkt vond, stonden 138 tekeningen. Ze merkte ze meteen op omdat ze zo goed voor een kind waren gemaakt en ze besloot de schetsboekjes te kopen.”

Zeilboot in Grou

De tekeningen geven het beeld van een gelukkige jeugd in een welvarende omgeving. Er was een meid die Erna in haar strips altijd ‘De Kenau’ noemt. Het fictieve gezin woonde in Leeuwarden, maar was in de zomermaanden vaak in Grou te vinden, waar ze een zeilboot en een kano hadden.

“We vermoeden dat de cartoonachtige tekeningen van Erna vaak gebaseerd zijn op de werkelijkheid, maar ook op de toen populaire strip Pam bij de Maanapen”, zegt Renkema. Deze stripverhalen verschenen in 1940 en 1941 Leeuwarder Courant gepubliceerd. Erna noemt een van haar poppen in de strip ook een Maanaap.

Veel tekeningen verwijzen naar bekende plekken in de stad. “Hier zie je bijvoorbeeld de poort van de Doopsgezinde kerk aan de Wirdumerdijk”, zegt Renkema terwijl ze door de tentoonstellingsruimte loopt. “En hier tekent ze Covers, een speciaalhuis voor damesstoffen op de hoek van de Peperstraat.”

De kinderen in haar tekeningen spreken het Leeuwarders dialect. ‘Hé, laat mij maar op de rug schaatsen, toch? Ze arriveerden op 10-jarige leeftijd.’ Op een tekening op de vliegbasis vraagt ​​een jongetje aan de piloot: ‘Kunnen we hem meenemen op een vliegreis?’

Ook Tonny Koekkoek-de Vré, die onderzoek deed na de aankoop van de tekeningen, ontdekte de link met Leeuwarden. Maar toen ze op de naam van Erna Rozenberg zocht, zag ze tot haar schrik dat het meisje al in 1942 in Auschwitz was vermoord. Erna was toen nog maar 14 jaar oud.

Nog niet klaar

Op de pagina van haar derde tekenboek zie je de laatste tekening die Erna vlak voor haar deportatie gemaakt moet hebben. De tekening is nog niet klaar. Links zie je een deel van een keuken, nog steeds in zwart-wit. Rechts staat een vrouw met aan weerszijden twee kinderen. Ze dragen vrolijke kleuren. Daarna blijven de pagina’s in het schetsboek leeg.

“Erna en haar ouders werden op 12 november 1942 naar Westerbork gedeporteerd”, vertelt Renkema. “Ze zaten op een van de allereerste transporten. Op 20 november gingen ze naar het vernietigingskamp Auschwitz, waar ze een paar dagen na aankomst werden vermoord.”

Het contrast met de kleurrijke taferelen die het meisje tekende is groot. “We hebben de tentoonstelling daarom ‘Na de vlucht voor de oorlog in tekeningen’ genoemd”, zegt Renkema. “Op een paar tekeningen zie je echte oorlogsscènes, zoals de mobilisatie en lange rijen voor het distributiekantoor in De Beurs. Erna wist dat er oorlog was, maar bleef toch een vrolijke fantasiewereld creëren.”

Voor de tentoonstelling heeft HCL klassenfoto’s gevonden waarop Erna nog te zien is en een oud rapport. ‘Je vraagt ​​je af wat er van haar zou zijn geworden als ze nog had geleefd. Was ze een groot kunstenaar geworden? Wie weet. Sowieso kun je niet om haar talent heen”, zegt Renkema.

Erna’s twee zussen, Marie en Edith, overleefden op miraculeuze wijze de oorlog. Op de tentoonstelling is het claimcertificaat voor Van Swietenstraat 1 van de Duitse Landstorm uit 1942 te zien. Joël Rozenberg moest de claim voor zijn eigen woning en bezittingen zelf ondertekenen. Hij kon met zijn vrouw en dochter Erna logeren bij oom Jacob en tante Martha, die aan de Elizabethstraat 56 in Leeuwarden woonden. Marie en Edith gingen naar andere plaatsen en konden zo de deportatie van 12 november 1942 vermijden.

HCL nam contact op met de dochter van een van de zussen. “Zij heeft de foto van Erna beschikbaar gesteld en daar zijn wij heel blij mee. Maar verder ligt het allemaal nog heel gevoelig”, zegt Renkema. Die emoties zijn gemakkelijk te begrijpen. Het lot van dit meisje snijdt door haar merg en botten. Het talent van Erna krijgt nu de aandacht die ze verdient.”

De tentoonstelling After Fleeing the War in Drawings opent op zaterdag 6 april en is tot en met 12 juli 2024 te bezoeken in het Historisch Centrum Leeuwarden, Groeneweg 1. Het bezoek is gratis.

[ad_2]

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *