De Paaskaars, aangestoken op Paasnacht, brandt tot Pinksteren, schrijft dominee Idelette Otten (Nederlands Dagblad 4 april). Aan het einde van de Pinksterdienst wordt de kaars uitgeblazen. Niet uitgedoofd, want het Licht van Pasen verspreidt zich nu over de hoofden van de gelovigen.
Ik zie ook situaties waarin de paaskaars beter het hele jaar door kan branden. Het uitblazen van de paaskaars met Pinksteren vergt een oefening waarbij dit uitblazen ook een gespreksonderwerp kan worden. Otten wijst er ook op: de transmissie van het Licht is de afsluiting van de Paastijd, de vijftig dagen durende periode van Pasen tot Pinksteren. Als de vijftig dagen van Pasen op deze manier gevierd worden, zal de overdracht van het Licht van Pasen naar de gemeenschap…